Operation Manual

21
Stekenselectie
Breng de naald in de hoogste positie (A).
Draai aan de stekenselectieknop (B) om de
gewenste steek in te stellen. De geselecteerde
steek is de steek onder het instellingsteken (C).
De steken die in het wit op de stekenselectie-
knop staan afgebeeld, hebben een vaste steek-
lengte (zie hieronder).
*HEUXLNQLHWHODVWLVFKHVWHNHQELMKHWQDDLHQ
van geweven stoffen, leer of vinyl en elasti-
sche steken als u elastische stoffen gebruikt
]LH6WHNHQRYHU]LFKWRPWH]LHQZHONHVWHNHQ
elastische steken zijn).
Let op: Breng de naald altijd omhoog tot boven de
stof en de naaivoet voordat u aan de stekenselectie-
knop draait.
Steeklengte
Draai aan de steeklengteknop (A) totdat de
gewenste steeklengte overeenkomt met het
instellingsteken (B). Hoe hoger het num-
mer, hoe langer de steek. De steeklengte kan
worden veranderd van 0-4 mm (de nummers
op het selectiewieltje komen overeen met de
steeklengte in mm).
Wanneer u de steken naait die in wit zijn afge-
drukt op het stekenselectiewieltje, stelt u de
VWHHNOHQJWHNQRSLQRS´6µ
Het merkteken
geeft aan binnen welke
waarden het knoopsgat kan worden aange-
past.
C
A
B
A
B