Operation Manual

16
T-1
T-2
T-3
GEBRUIKERS HANDLEIDING
Bovendraadspanning
1. Het instellen van de
bovendraadspanning gebeurt met
het genummerde wieltje bovenop
de machine. De normale reeks is
gemarkeerd met een donker gedeelte
achter de nummers. Bij het borduren
wordt de bovendraad net naar de
onderzijde van de stof getrokken.
(Fig. T-1).
2. In Fig. T-2 wordt te veel draad naar
de onderzijde getrokken. Afstellen
door de bovendraadspanning te
verhogen. Zet het wieltje op een
hoger nummer.
3. In Fig. T-3 wordt te weinig draad naar
de onderzijde getrokken. Afstellen
door de bovendraadspanning te
verlagen. Zet het wieltje op een lager
nummer.
Indien u met deze instelling geen
goede spanningsbalans kunt vinden,
neem dan contact op met een
geautoriseerd servicecenter.