Operation Manual
22
C
B
A
Het bedienen van de naaimachine
Naald wisselen
Hoofdschakelaar
uitschakelen(1)
Verwijderen: Breng de naaivoet
in de hoogste positie en zet de
naald in de hoogste stand. Nu de
naaldklemschroef(25)losdraaien
en de naald naar beneden uit de
houder nemen.
Inzetten: De platte kant van de
naald A moet naar de achterkant
wijzen. Met de naaivoet omlaag
de naald tot het stuitpunt omhoog
in de houder schuiven en met het
klemschroefje(25)vastdraaien.
Bovendraadspanning
instellen
Steldegewenstedraadspanning(11)in
met behulp van A.
De gewenste instelwaarde van de
bovendraadspanningtussen4en5(bij
dunnestoffenietslager).
Bij borduren en knoopsgaten tussen 2 en
3.
Transporteur uitschakelen/
verzinken
Voorsommigenaaiwerkjes,bijv.stoppen
in een spanraam, moet de transporteur
worden uitgeschakeld. Daartoe opent
u de grijperklep en schuift u schuif A
geheel naar rechts. De transporteur is nu
uitgeschakeld.