Operation Manual

31
CBA 5- 5
Nuttige steken en praktisch naaien
Steek
Knoopsgaten
Het naaien van knoopsgaten is heel
eenvoudig, omdat de stof niet gedraaid
hoeft te worden.
Normaal worden knoopsgaten in
verstevigde, dubbele stof genaaid.
Desondanks is het bij menig materiaal
zoals bijv. zijde, organza en viscose nodig,
dat daaronder nog dubbel vloeipapier
wordt meegevoerd, zodat de stof tijdens
het naaien niet uitrekt.
Het mooiste steekbeeld krijgt u met stop-
en borduurgaren.
Geef met behulp van een textielstift
of kopspeld de beginpunten van de
knoopsgaten aan en probeer ze eerst uit
op een proeÁ apje. Bij dikke stoffen de
rupsen grover afstellen.
Attentie: Steeds als u een knoopsgat begint, de
slede van de voet geheel naar u toe schuiven,
d.w.z. de rode pijl ligt parallel langs het eerste
streepje. De rode streepjes op de voet zijn om
de 0,5 cm aangebracht. Ze geven u houvast bij
het bepalen van de lengte van het knoopsgat.
Knoopsgaten maken
Plaats de knoopsgatvoet en schuif de
slede van de voet geheel naar u toe.
Kies steek 1 (C) en naai de rechter rups
van het knoopsgat tot de gewenste
lengte. Knip de bovendraad na een
paar steekjes af.
Kies steek 2 (B). Houd de toets
ingedrukt voor het maken van enkele
trenssteken.
Kies steek 3 (A) en naai de linker rups
van het knoopsgat tot de gewenste
lengte.
Kies steek 4 (B). Houd de toets
ingedrukt voor het maken van enkele
trenssteken.
Laat toets B los en naai enkele
afhechtsteken.