Operation Manual
5:5
Decoratieve steken
Quilten
Quilten en patchwork zijn traditionele technieken om restjes stof
en lappen te verwerken. In de loop der tijd zijn deze technieken
uitgegroeid tot een creatieve hobby.
Traditioneel werd patchwork met de hand genaaid. Maar nu kunt u
uw creatieve ideeën in veel kortere tijd realiseren met uw naaimachine.
Een quilt bestaat uit drie lagen: twee lagen stof met een laag
watteermateriaal ertussen.
Patchworkprogramma
Met het patchworkprogramma kunt u de machine zo programmeren
dat deze stopt met naaien bij een bepaalde lengte. Dit is erg handig bij
het aan elkaar naaien van lapjes met dezelfde grootte.
Stel uw naaimachine voor 1/4" quiltnaden in op een rechte steek (nr. 1)
met steeklengte 2,5 mm, naaldpositie 4 rechts en het IDT geactiveerd.
Selecteer het patchworkprogramma in het menu Meer opties (8) en
raak "ok" aan. Naai nu de gewenste naadlengte. Aan het einde van
de naad drukt u op de achteruitnaaitoets (10). De naad wordt nu
afgehecht en kan automatisch worden herhaald. Begin gewoon weer te
naaien en dezelfde naadlengte wordt genaaid.
Wanneer u klaar bent met deze maat, kiest u opnieuw het
patchworkprogramma. De nieuwe naadlengte wordt dan automatisch
geprogrammeerd.
Antieke quiltsteken
Met de antieke quiltsteken van Pfaff (80-96) geeft u in een
handomdraai een prachtige handgenaaide look aan uw patchwork.
Rijg transparant garen in de naald. Gebruik een (niet-)
contrasterend polyester of katoenen garen als onderdraad. Stel de
bovendraadspanning in op 7-9.
Als u de steek door de drie lagen van de quilt naait, ziet u in principe
alleen de onderdraad boven op de stof. De tussenliggende steek
verdwijnt en geeft op die manier een handgenaaide indruk. Stel de
bovendraadspanning naar behoefte in voor het gewenste effect.
Let op: voor een decoratieve uitstraling, kunt u rayongaren in de
naald rijgen en op de spoel een licht katoenen garen zetten. Stel de
bovendraadspanning in op 2-3.