Operation Manual
3:10
Tweelingnaaldbeveiliging Met deze functie beperkt u de
steekbreedte zodat u een tweelingnaald kunt gebruiken. Om de
juiste naaldafstand van uw tweelingnaald in te stellen, raakt u het
symbool net zo lang aan totdat er een venster verschijnt. Stel de
naaldafstand in met de functieveldtoetsen (5) en bevestig door het
venster aan te raken. Deze functie blijft actief, ook nadat u een steek
hebt gewijzigd of als u de naaimachine hebt uitgeschakeld en weer
hebt ingeschakeld. Raak het pictogram nogmaals aan om de functie
te deactiveren.
Functie voor programmeerbare naadlengte voor rechte steek.
SpeciÀ ceer een bepaalde naadlengte voor het aan elkaar naaien
van verschillende stukken stof van gelijke lengte. Afhechten
wordt automatisch geactiveerd. Druk op de achteruitnaaitoets
(10) wanneer de gewenste lengte is bereikt. De machine hecht af
en stopt. Alle volgende naden worden automatisch met dezelfde
lengte genaaid, totdat u de functie deactiveert door het symbool
nogmaals aan te raken.
Symmetrische tapering, toename. Voor zigzagsteek nr. 3. De
breedte van de zigzagsteek begint bij 0 mm en verbreedt totdat de
geselecteerde maximumsteekbreedte is bereikt.
Symmetrische tapering, afname. Voor zigzagsteek nr. 3.
De breedte van de zigzagsteek begint bij de geselecteerde
maximumsteekbreedte en versmalt tot 0 mm wanneer de
achteruitnaaitoets (10) wordt ingedrukt. De machine stopt met de
naald omlaag.
Asymmetrische tapering, toename. Voor zigzagsteek nr. 33. De
breedte van de zigzagsteek begint bij 0 mm en verbreedt totdat de
geselecteerde maximumsteekbreedte is bereikt.
Asymmetrische tapering, afname. Voor zigzagsteek nr. 33. De
breedte van de zigzagsteek begint bij de geselecteerde maximum-
steekbreedte en versmalt tot 0 mm wanneer de achteruitnaaitoets
(10) wordt ingedrukt. De machine stopt met de naald omlaag.
Let op: zie pagina 5:4 voor meer informatie over het gebruik van de
taperingfunctie
Rechtstikbeveiliging. Selecteer deze functie wanneer u een
steekplaat en/of naaivoet voor rechte steken gebruikt, om de
naaldpositie voor alle steken vast te zetten in het midden (4,5 mm)
om beschadiging van de naald, de naaivoet en de steekplaat te
voorkomen. Deze functie blijft actief, ook nadat u een steek hebt
gewijzigd of als u de naaimachine hebt uitgeschakeld en weer hebt
ingeschakeld. Om te kunnen naaien met een steek die niet wordt
geaccepteerd door de rechtstikbeveiliging, moet de functie worden
gedeactiveerd. Raak het symbool opnieuw aan om de functie te
deactiveren en terug te keren naar normaal naaien.
Let op: Tweelingnaald- en rechtstikbeveiliging kunnen niet
tegelijkertijd worden gebruikt.
Balans voor knoopsgaten. Druk op het symbool en stem de
steekbalans af met de functieveldtoetsen (5).