Operation Manual
1
2
3
4
1
2
3
5
3:7
Bediening van uw performance 2058
Naaimenu
Het naaimenu bestaat uit drie gedeelten:
1. Statusbalk, waarin de geactiveerde naaifuncties worden
weergegeven. De statusbalk is altijd actief en wordt automatisch
bijgewerkt als een functie wordt geactiveerd of gedeactiveerd.
2. Actieveld, waarin de geselecteerde steek wordt weergegeven.
3. Functieveld, met naaifuncties en steekinstellingen. Het cijfer in
de linkerbovenhoek van het functieveld geeft het nummer van de
geselecteerde steek aan.
Status van de symbolen
1. Inactief, de functie kan niet worden geactiveerd.
2. Actief, de functie kan niet worden gedeactiveerd.
3. Inactief, de functie kan worden geactiveerd.
4. Actief, de functie is geselecteerd en kan worden gedeactiveerd.
De steekinstellingen veranderen
Naaldpositie. Voor rechte steken. Druk op het symbool en
verplaats de naaldpositie met de functieveldtoetsen (5). Er zijn 19
naaldposities beschikbaar. Met de toets + gaat de naald in negen
stappen naar rechts. Met de toets - gaat de naald in negen stappen
naar links.
Steekbreedte. Druk op het symbool en verander de steekbreedte
met de functieveldtoetsen (5).
Steeklengte. Druk op het symbool en verander de steeklengte met
de functieveldtoetsen (5).
MotieÁ engte. Voor siersteken, knoopsgaten, cordonsteken,
schulpranden en sommige nuttige steken. Druk op het symbool en
vergroot of verklein de steeklengte met de functieveldtoetsen (5).
Balans. Druk op het symbool en stem de steekbalans af met de
functieveldtoetsen (5).
Dichtheid. Voor cordonsteken, schulpranden en knoopsgaten.
Druk op het symbool en verander de steekdichtheid met de
functieveldtoetsen (5), zonder de lengte van het motief of het
knoopsgat te veranderen.
Horizontaal spiegelen. Druk op het symbool om een steek of een
reeks horizontaal te spiegelen.
Verticaal spiegelen. Druk op het symbool om een steek of een
reeks verticaal te spiegelen.
Een steek aan een reeks toevoegen. Het stekenreeksmenu wordt
automatisch weergegeven als u het symbool aanraakt.