Operation Manual

1
4
3
2
5
6
7
8
9
3:2
Bediening van uw machine
Uw naaimachine is eenvoudig te bedienen met het touch-on scherm en
de functietoetsen op de voorkant van uw machine.
Als u uw machine aanzet, verschijnt er een welkomsttekst op het
scherm. Raak het scherm aan om in het hoofdmenu te komen.
De machine is nu klaar om te naaien en u kunt beginnen met het
selecteren van steken, het aanpassen van instellingen, het activeren van
naaifuncties en het ontwerpen van uw eigen steken en stekenreeksen.
Wanneer u het scherm aanraakt, kan uw naaimachine u helpen
met pop-upberichten en met het informatiesysteem. U sluit pop-
upberichten op het scherm door het bericht op het scherm aan te raken
of het voetpedaal in te drukken.
Functietoetsen
1. Motief opnieuw starten
Druk op Motief opnieuw starten om naar het startpunt van een steek
of stekenreeks terug te gaan.
2. Langzaam naaien
Langzaam naaien kan worden geactiveerd als u in een naaimenu voor
een geselecteerde steek bent. De functie halveert de naaisnelheid. Een
symbool in de statusbalk geeft aan dat de functie is geactiveerd. Druk
nogmaals op de toets om de functie te deactiveren.
3. Naald omhoog/omlaag
Naald omhoog/omlaag kan worden geactiveerd als u in een naaimenu
voor een geselecteerde steek bent. Druk op de toets om de naald
zo in te stellen dat deze automatisch in de benedenpositie stopt
wanneer u stopt met naaien. Er wordt een venster geopend waarin
u kunt instellen of en hoe ver de naaivoet omhoog gaat wanneer u
uw voet van het voetpedaal neemt. U kunt kiezen uit “Nee”, “laag”
(3 mm), “normaal” (6 mm) en “hoog” (9 mm). Wanneer u weer op het
voetpedaal drukt, gaat de naaivoet automatisch omlaag. Deze functie
is handig om uw stof te draaien. Een symbool in de statusbalk geeft
aan dat de functie is geactiveerd. Druk nogmaals op de toets naald
omhoog/omlaag om de functie te deactiveren.
Controle: als het scherm te donker
of te licht is, moet u het contrast
afstellen. Zie pagina 3:12 voor
instructies.