Operation Manual

3:4
Onderhoud en storingen
Storingen
De bovendraad breekt.
De bovendraad is niet goed ingeregen. Pagina 1:9
De bovendraad is te strak gespannen. Pagina 1:15
De naald is gebogen of bot. Pagina 1:5
De naald is niet goed geplaatst. Pagina 1:5
De boven- en onderdraad bevinden zich als u begint met naaien
niet onder de naaivoet.
Pagina 2:2
De draden zijn na het naaien niet naar achteren getrokken. Pagina 2:3
De onderdraad breekt
De onderdraad is niet goed ingeregen in de spoelhouder. Pagina 1:8
Er bevindt zich stof in de spoelhouder. Pagina 3:2
De spoel is beschadigd en draait niet soepel. Vervang de spoel
De naald breekt
De naald is niet goed geplaatst. Pagina 1:5
De naaldschroef is los. Pagina 1:5
De draden zijn na het naaien niet naar achteren getrokken. Pagina 2:3
De naald is niet goed geplaatst, gebogen of bot. Pagina 1:5
De naaimachine slaat steken over
De bovendraad is niet goed ingeregen. Pagina 1:9
De gebruikte naald is van slechte kwaliteit. Vervang de naald;
1:5
De bovendraad is te strak gespannen. Pagina 1:15
De naad rimpelt
De bovendraad is niet goed ingeregen. Pagina 1:9
De steeklengte is te lang voor de stof.
Pagina 1:12