Operation Manual

1:8
Inleiding
Naaivoeten
6WDQGDDUGQDDLYRHW$PHW,'7RSGHPDFKLQHEHYHVWLJGELMOHYHULQJ
Deze voet wordt hoofdzakelijk gebruikt voor rechte steken en zigzagsteken met een
steeklengte van meer dan 1,0 mm.
6LHUVWHHNYRHW$PHW,'7
Deze voet wordt gebruikt voor het maken van decoratieve steken. De groef aan de
onderkant van de naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de steken.
6LHUVWHHNYRHW$
*HEUXLNGH]HYRHWELMKHWQDDLHQYDQGHFRUDWLHYHVWHNHQRI]LJ]DJVWHNHQHQDQGHUH
nuttige steken met een steeklengte kleiner dan 1,0 mm. De groef aan de onderkant van de
naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de steken.
Blindzoomvoet 3 met IDT™
Deze voet wordt gebruikt voor blindzoomsteken. De teen op de voet geleidt de stof. De
rode geleider op de voet is bedoeld om langs de vouw van de zoomrand te lopen.
Ritsvoet 4 met IDT™
Deze voet kan rechts of links van de naald op de machine worden geklikt, waardoor
het eenvoudiger is om dicht bij de beide kanten van de tandjes van de rits te naaien.
9HUSODDWVGHQDDOGSRVLWLHQDDUUHFKWVRIQDDUOLQNVRPGLFKWHUODQJVGHWDQGMHVWHQDDLHQ
6HQVRUPDWLFNQRRSVJDWYRHW$
:DQQHHUGH]HYRHWRSGHPDFKLQHLVDDQJHVORWHQZRUGWKHWNQRRSVJDWRSHHQOHQJWH
genaaid die geschikt is voor de grootte van de knoop die in de machine is ingevoerd.
+DQGPDWLJHNQRRSVJDWYRHW0
'H]HYRHWZRUGWJHEUXLNWYRRUKHWVWDSYRRUVWDSQDDLHQYDQNQRRSVJDWHQ*HEUXLNGH
PDUNHULQJHQRSGHYRHWRPGHUDQGYDQKHWNOHGLQJVWXNWHSODDWVHQ+HWKLHOWMHDDQGH
achterkant van de voet houdt de draad vast bij knoopsgaten met inlegdraad.
6HQVRUPDWLFIUHHPRWLRQYRHW$
Deze naaivoet wordt gebruikt voor sensormatic naaien uit de vrije hand. Deze voet kan
ook worden gebruikt voor stopwerk.
3DWFKZRUNYRHWPPPHW,'7
De patchworkvoet van 6 mm is perfect voor het aan elkaar naaien van lapjes en
voor patchwork, in het bijzonder wanneer u de voet gebruikt in combinatie met de
rechtstiksteekplaat. De afstand tussen de naald en de buitenrand van de naaivoet is 6 mm
µHQWXVVHQGHQDDOGHQGHELQQHQUDQGYDQGHQDDLYRHWLVGHDIVWDQGPPµ
9ULMHKDQGVWRSYRHW
6WHHNGHSHQYDQGHQDDLYRHW]RYHUPRJHOLMNLQKHWJDWDDQGHDFKWHUNDQWYDQGH
SHUVYRHWKRXGHU'H´&YRUPLJHµJHOHLGHUPRHWRPGHSHUVYRHWVWDQJNRPHQ'HODQJH
arm moet achter de naaldstang zijn. Draai de schroef vast.
Belangrijk: Zorg ervoor dat het IDT™ is uitgeschakeld wanneer u naaivoet 2A, 5A, 5M, 6A en
vrije-hand-/stopvoet gebruikt.