Operation Manual

4:2
1
2
3
4
5
6
7
8
Reeksen
'HIXQFWLH´UHHNVHQµRSXZPDFKLQHPDDNWKHWPRJHOLMNVWHNHQHQUHHNVHQDDQWHPDNHQPHWXZHLJHQ
persoonlijke instellingen en om steken en letters te combineren in reeksen. U kunt tot 40 steken, letters en
RSGUDFKWHQLQGH]HOIGHUHHNV]HWWHQ6ODXZHLJHQVWHNHQHQUHHNVHQRSXZPDFKLQHRS]RGDWX]HNXQW
laden en naaien wanneer u maar wilt.
$OOHVWHNHQLQXZQDDLPDFKLQHNXQQHQZRUGHQJHEUXLNWYRRUUHHNVHQEHKDOYHNQRRSVJDWHQVWRSSHQ
steken met tapering, knopen aanzetten en trenzen.
Reeksen - overzicht
 +XLGLJVWHHNQXPPHU
 6WHNHQYHOG
3. Reeksopdrachten
 $OIDEHWWHQ
 6WHHNEUHHGWHVWHHNSRVLWLH
 6WHHNOHQJWHVWHHNGLFKWKHLG
 7HNHQVHWKRRIGOHWWHUNOHLQHOHWWHUQRUPDOH
VSHFLDOHV\PEROHQ
8. Lettertypeselectie
Een reeks maken
 'UXNRSGHWRHWV´UHHNVHQµRPUHHNVHQWH
openen.
2. Druk op het nummer van de steek die u
wilt gebruiken. De steek verschijnt in het
stekengebied.
3. Druk op het nummer van de volgende
steek. Die verschijnt rechts naast de eerder
ingevoerde steek.
Let op: De huidige positie in het stekengebied wordt
gemarkeerd met een cursor. Ingevoegde steken worden
op de plaats van de cursor gezet. U kunt de cursor door
de reeks verplaatsen met de pijltoetsen links en rechts op
het wiel.
Reeksopdrachten
U kunt afhechtingen, opdrachten voor het
DIVQLMGHQYDQGHGUDDGHQVWRSRSGUDFKWHQLQ
XZUHHNVSURJUDPPHUHQ*HEUXLNGHSLMOWRHWVHQ
op het wiel om een opdracht te selecteren en druk
RS2.RPGHRSGUDFKWLQWHYRHJHQ'HRSGUDFKW
wordt op de plaats van de cursor gezet.
Ingevoerde opdrachten worden in de reeks
opgenomen en worden altijd uitgevoerd tijdens het
naaien.
Let op: U kunt tot 3 opdrachten invoeren in iedere reeks.