Operation Manual
3:8
A
B
C
Naaien
Vrije-handpositie (3.2)
:DQQHHUXGHYULMHKDQGVWRSYRHWJHEUXLNWPRHWGH
naaivoet in de vrije-handpositie staan.
6FKDNHOKHW,'7V\VWHHPXLWHQYHU]LQNGH
transporteur.
2. Bevestig de vrije-hand-/stopvoet en selecteer een
steek.
3. Om de vrije-handpositie in te schakelen, brengt u de
SHUVYRHWOLFKWHURPKRRJHQGXZWXGHVFKDNHODDU$
op de onderkant ervan naar u toe totdat hij op z’n
SODDWVNOLNW$OVXGHSHUVYRHWOLFKWHUORVODDWZRUGWKLM
in de vrije-handpositie geplaatst.
1DDLHHQSURHÁDSMHPHWKHWYHUVWHYLJLQJVRI
watteermateriaal dat u gaat gebruiken. Indien
nodig kunt u de draadspanning verhogen voor het
gewenste resultaat.
5. Begin met naaien.
6. Om de positie uit te schakelen, duwt u de
SHUVYRHWOLFKWHULHWVRPKRRJHQGHVFKDNHODDU$YDQ
u af totdat hij op z’n plaats klikt.
Voor 4.2: Raadpleeg pagina 2:15 voor instructies over
naaien uit de vrije hand met de 4.2.
Knoopsgaten
Om een knoopsgat te naaien bevestigt u eerst de juiste
voet en selecteert u vervolgens uw knoopsgat. Controleer
of het IDT™ systeem is losgekoppeld. Om zeker te zijn
van een goed resultaat naait u eerst een testexemplaar op
de stof en de versteviging die u gaat gebruiken.
De richting van de steken die worden genaaid wordt
aangegeven op het scherm door een pijl naast het
knoopsgat.
Sensormatic-knoopsgat
:DQQHHUXHHQNQRRSVJDWQDDLWPHWGH6HQVRUPDWLF
knoopsgatvoet, pas de lengte van de opening dan aan tot
iets groter dan de maat van de knoop.
.OLNGH6HQVRUPDWLFNQRRSVJDWYRHW$YDVW
6WHHNGHVWHNNHULQKHWFRQWDFWOLQNVERYHQKHW
QDDOGJHELHG%
*HEUXLNGHOLQLDDORSKHWGHNVHORPXZNQRRSWH
PHWHQ6WHOGHOHQJWHYDQGHNQRRSVJDWRSHQLQJLQ
met de pijltoetsen links en rechts op het wiel.
4. Zorg ervoor dat de rode pijl overeenkomt met de
PDUNHULQJRSGHQDDLYRHW&
5. Begin te naaien door het voetpedaal in te duwen.
'HSLMOHQRSKHWJUDÀVFKGLVSOD\ODWHQ]LHQZDQQHHU
ieder gedeelte van het knoopsgat wordt genaaid en
in welke richting. De rupsen worden in dezelfde
richting genaaid.
+HWNQRRSVJDWZRUGWDXWRPDWLVFKDIJHPDDNW8NXQW
het knoopsgat zo vaak als u wilt herhalen door het
voetpedaal in te drukken.