Operation Manual
2:11
Voorbereidingen
Afwisselen tussen naaivoet omlaag en
draaistand (10)
Laat de naaivoet helemaal zakken. Druk nogmaals
op de toets om de naaivoet omhoog te brengen
tot draaihoogte. De naaivoet wordt automatisch
omlaag gebracht wanneer u met naaien begint.
Start/stop (11)
Druk op deze toets om de naaimachine te starten
en te stoppen zonder het voetpedaal te gebruiken.
Druk eenmaal op de toets om te starten en
nogmaals om te stoppen.
Grafisch display (12)
2SKHWJUDÀVFKGLVSOD\NXQWXDOXZVHOHFWLHVHQ
opties zien. De steken worden op ware grootte
getoond.
Steekbreedte of positie van de steek (13)
9HUJURRWRIYHUNOHLQGHVWHHNEUHHGWHPHWHQ
'UXNRSGHDOWHUQDWLHYHQWRHWVRPGHSRVLWLH
YDQGHJHVHOHFWHHUGHVWHHNWHEHNLMNHQ*HEUXLNGH
WRHWVHQHQRPGHVWHHNSRVLWLHWHYHUDQGHUHQ
Steeklengte of steekdichtheid (14)
9HUJURRWRIYHUNOHLQGHVWHHNOHQJWHPHWHQ
'UXNRSGHDOWHUQDWLHYHQWRHWVRPGH
dichtheidsinstelling van cordonsteken te bekijken.
*HEUXLNGHWRHWVHQHQRPGHGLFKWKHLGYDQGH
geselecteerde steek te veranderen.
Alternatieven (15)
:DQQHHUXHHQGHFRUDWLHYHVWHHNVHOHFWHHUWZRUGHQ
de breedte- en lengte-instellingen weergegeven op
KHWJUDÀVFKGLVSOD\'RRURSGHDOWHUQDWLHYHQWRHWV
te drukken, wordt de steekpositie getoond in
plaats van de steekbreedte-instelling en wordt
de dichtheid getoond in plaats van de lengte-
instelling.
Wiel (16)
0HWGH]HWRHWVHQNXQWX]LFKRYHUKHWJUDÀVFK
GLVSOD\YHUSODDWVHQ+HWZLHOKHHIWSLMOWRHWVHQ
omhoog en omlaag, pijltoetsen links en rechts en
KHWPLGGHQYDQKHWZLHOLVHHQ2.WRHWV
+HWZLHOKHHIWGLYHUVHIXQFWLHV]RDOVVWDSSHQ
tussen steken, de grootte van een knoopsgat
instellen en tussen opties bewegen in het menu
Instellingen.
Rechtstreekse selectie (17)
Door op een van de toetsen van 0 tot 9 te drukken,
of op een combinatie van die toetsen, selecteert u
onmiddellijk de steek die bij dat nummer hoort.
F1 - Functie 1 (18)
'H)WRHWVZRUGWJHEUXLNWRPKHWWDSHULQJ
programma in te stellen. De toets wordt ook gebruikt
RPNQRRSVJDWHQWHKHUKDOHQHQRP´KHUKDOHQµXLW
WHVFKDNHOHQYRRUVWRSVWHNHQ$OOHVHOHFWLHVZRUGHQ
ZHHUJHJHYHQRSKHWJUDÀVFKGLVSOD\
%LMUHHNVHQZRUGWGH)WRHWVJHEUXLNWRPHHQVHW
tekens te selecteren.
F2 - Functie 2 (19)
'H)WRHWVZRUGWJHEUXLNWRPGHRSWLHVYRRU
afhechten en draden afsnijden in te stellen en bij
UHHNVHQZRUGW)JHEUXLNWRPHHQOHWWHUW\SHWH
VHOHFWHUHQ$OOHVHOHFWLHVZRUGHQZHHUJHJHYHQRS
KHWJUDÀVFKGLVSOD\
Info-toets (20)
Druk op deze toets om de weergave van de
aanbevelingen aan of uit te schakelen.
Menu instellingen (21)
Druk op deze toets om het menu voor machine-
instellingen te openen.
Verticaal spiegelen (22)
Om steken en reeksen verticaal te spiegelen.
Horizontaal spiegelen (23)
Om steken en reeksen horizontaal te spiegelen.
Persoonlijke steek of reeks laden (24)
Druk op deze toets om een persoonlijke steek of
reeks te laden.
Persoonlijke steek of reeks opslaan (25)
Druk op deze toets om een steek of reeks in het
machinegeheugen op te slaan.
Wissen (26)
9RRUKHWYHUZLMGHUHQYDQHQNHOHVWHNHQLQHHQ
reeks, of van persoonlijke steken en reeksen.
Reeksen (27)
Druk op deze toets om reeksen te openen.