Operation Manual

Voorbereidingen
Steeklengte of steekdichtheid (10)
Vergroot of verklein de steeklengte met + en -.
Druk op de alternatieventoets (11) om de
dichtheidsinstelling van cordonsteken te bekijken.
Gebruik de toetsen + en - om de dichtheid van de
geselecteerde steek te veranderen.
Alternatieven (11).
Wanneer u een decoratieve steek selecteert, worden
de breedte- en lengte-instellingen weergegeven op
het graÀ sch display. Door op de alternatieventoets
te drukken, wordt de steekpositie getoond in
plaats van de steekbreedte-instelling en wordt
de dichtheid getoond in plaats van de lengte-
instelling.
Wiel (12)
Met deze toetsen kunt u zich over het graÀ sch
display verplaatsen. Het wiel heeft pijltoetsen
omhoog en omlaag, pijltoetsen links en rechts en
het pictogram in het midden van het wiel is een
vinkje voor OK.
Ze hebben diverse functies, bijvoorbeeld stappen
tussen steken, de grootte van een knoopsgat
instellen en tussen opties bewegen in het menu
Instellingen. Bevestig uw selecties met het
pictogram OK in het midden van het wiel.
Rechtstreekse selectie (13)
Door op een van de toetsen van 0 tot 9 te drukken,
of op een combinatie van die toetsen, selecteert u
onmiddellijk de steek die bij dat nummer hoort.
F1 - Functie 1 (14)
De F1-toets wordt gebruikt om de afhechtopties
te activeren. De toets wordt ook gebruikt om
knoopsgaten te herhalen en om “herhalen” uit te
schakelen voor stopsteken. Alle selecties worden
weergegeven op het graÀ sch display.
Menu instellingen (15)
Druk op deze toets om het menu voor machine-
instellingen te openen.
Info-toets (16)
Druk op deze toets om de weergave van de
aanbevelingen aan of uit te schakelen.
Horizontaal spiegelen (17)
Om steken horizontaal te spiegelen.
2:15