Operation Manual
1
2
3
4
i
1
378 109 11 12 13
14 15 16 17
2
4
5
6
Voorbereidingen
Toetsen voor expression™ 2.0
Draadspanningsknop (1)
Stel indien nodig de bovendraadspanning af met
de markeringen op de spanningsknop.
Naald omhoog/omlaag met indicator (2).
Druk op deze toets om de naald omhoog of omlaag
te bewegen. De instelling van de naaldstoppositie
wordt tegelijkertijd veranderd. Wanneer “naald
omlaag” is ingeschakeld, is het pictogram verlicht,
stopt de naald in de stof.
Natuurlijk kunt u ook het voetpedaal gebruiken
om de naald omhoog of omlaag te brengen.
Snelheidsregeling (3)
Druk op de snelheidstoets om de naaisnelheid
met de helft te verminderen. Een pictogram op
het graÀ sch display geeft aan dat uw machine is
ingesteld op halve snelheid. Druk opnieuw op
de snelheidstoets om terug te gaan naar volle
snelheid.
Achteruitnaaien (6) met indicator (4)
Druk voordat u begint te naaien op de toets als u
permanent achteruit wilt naaien. De achteruitnaai-
indicator (4) gaat branden en de machine naait
achteruit totdat u opnieuw op de toets drukt.
Als u tijdens het naaien op de toets drukt, naait de
naaimachine achteruit zolang u de toets ingedrukt
houdt. De achteruitnaai-indicator is verlicht
wanneer de achteruitnaaitoets is ingedrukt.
De achteruitnaaitoets wordt ook gebruikt bij
het naaien van knoopsgaten, geprogrammeerde
afhechtingen en stopsteken om tussen delen van de
steken heen en weer te gaan.
Indicator geprogrammeerd afhechten (5)
De indicator voor het geprogrammeerd afhechten
gaat branden om aan te geven dat er één of
meerdere afhechtopties zijn geactiveerd. De
indicator blijft branden totdat de afhechtopties niet
meer worden gebruikt.
Onmiddellijk afhechten (7)
Als u op de afhechttoets drukt tijdens het naaien,
naait uw machine enkele afhechtsteken en stopt
automatisch.
Grafisch display (8)
Op het graÀ sch display kunt u al uw selecties en
opties zien. De steken worden op ware grootte
getoond.
Steekbreedte of positie van de steek (9)
Vergroot of verklein de steekbreedte met + en -.
Druk op de alternatieventoets (11) om de positie
van de geselecteerde steek te bekijken. Gebruik de
toetsen + en - om de steekpositie te veranderen.
2:14