Operation Manual

4:3
Onderhoud en storingen
Storing/Oorzaak Oplossing
De machine slaat steken over
De naald is niet juist ingezet. Naald tot stuitpunt omhoog schuiven (met de platte kant
naar achteren).
Er is een verkeerde naald ingezet. Naaldsystem 130/705 H inzetten
De naald is krom of bot. Nieuwe naald inzetten
De machine is niet goed ingeregen. Inrijgweg controleren
De naald is te dun voor het garen. Dikkere naald inzetten
De bovendraad breekt
Door bovenstaande oorzaken. Zie hierboven.
Bij te strakke draadspanning. Draadspanning wijzigen.
Bij slechte kwaliteit naaigaren, of oud garen dat in de loop
van de tijd te droog geworden is.
Alleen goed of nieuw naaigaren gebruiken.
Bij te dik garen. Naald met lang oog inzetten (systeem 130 N).
De naald breekt
De naald is niet hoog genoeg ingezet. Naald opnieuw tot het stuitpunt schuiven.
De naald is krom. Nieuwe naald inzetten.
De naald is te dun of te dik. Nieuwe naald inzetten.
Door trekken of duwen aan de stof wordt de naald
kromgetrokken en stoot op de steekplaat.
De machine zelf laten transporteren en de stof alleen maar
leiden.
Het spoelhuis is niet goed ingezet. Bij het inzetten, het spoelhuis op de as aandrukken tot deze
vastklikt.
De naad is niet regelmatig
De spanning is veranderd. Bovendraadspanning controleren.
Te dik, onregelmatig of te hard garen. Alleen kwaliteitsnaaigaren gebruiken.
De onderdraad is ongelijk opgespoeld. Niet uit de vrije hand spoelen, maar de draad door de
voorspanningsschijf leiden.
Grote lussen onder of boven de stof. Opnieuw en juist inrijgen. Bovendraadspanning
controleren.
Naaistoringen opheffen