Operation Manual

3:7
10
6.0
30
Naaien
Steek
Rijgsteek
Met steek 10 kunt u patroondelen aan elkaar rijgen zodat u
het kledingstuk kunt passen. Daarbij naait de naaimachine
bij het indrukken van het voetpedaal telkens maar één steek.
Voor iedere volgende steek moet het pedaal opnieuw wor den
ingedrukt.
Verzink de transporteur.
Leg de stof onder de naaivoet.
Naai een steek en trek de stof in de gewenste lengte naar
achteren.
Herhaal het voorgaande tot de naad klaar is.
TIP: Zet spelden dwars op de naad zodat de stoÁ agen niet kunnen
verschuiven. Dunne stoffen kunt u beter met ingeschakelde
transporteur verwerken.
Doorstikken
De rechte steek kan met 13 verschillende naaldposities worden
genaaid, zodat u bij het door stikken de naaivoet altijd langs
de stofkant kunt leiden. De breedte voor het doorstikken
bepaalt u door de naaldpositie. Het verder van de kant
doorstikken wordt gemakkelijk gemaakt door de ingegraveerde
geleidingslijnen op de steekplaat of met behulp van de geleider
voor doorstikken. De geleidingslijnen zijn én in cm én in inch
aangegeven.
De geleider voor doorstikken wordt in het gaatje C van de
naaivoethouder gestoken en met stopschroef F vastgezet.