Operation Manual

Voorbereidingen - 19
Alternatieven (11).
Wanneer u een decoratieve steek selecteert, worden
de breedte- en lengte-instellingen weergegeven op
het graÀ sch display. Door op de alternatieventoets
te drukken, wordt de steekpositie getoond in
plaats van de steekbreedte-instelling en wordt de
dichtheid getoond in plaats van de lengte-instelling.
Wiel (12)
Met deze toetsen kunt u zich over het graÀ sch
display verplaatsen. Het wiel heeft pijltoetsen
omhoog en omlaag, pijltoetsen links en rechts en
het pictogram in het midden van het wiel is een
vinkje voor OK.
Ze hebben diverse functies, bijvoorbeeld stappen
tussen steken, de grootte van een knoopsgat
instellen en tussen opties bewegen in het menu
Instellingen. Bevestig uw selecties met het
pictogram OK in het midden van het wiel.
Rechtstreekse selectie (13)
Door op een van de toetsen van 0 tot 9 te drukken,
of op een combinatie van die toetsen, selecteert u
onmiddellijk de steek die bij dat nummer hoort.
F1 - Functie 1 (14)
De F1-toets wordt gebruikt om de afhechtopties
te activeren. De toets wordt ook gebruikt om
knoopsgaten te herhalen en om “herhalen” uit te
schakelen voor stopsteken. Alle selecties worden
weergegeven op het graÀ sch display.
Menu instellingen (15)
Druk op deze toets om het menu voor machine-
instellingen te openen.
Steek opnieuw beginnen (16)
Wanneer u in het midden van een steek bent
gestopt met naaien, drukt u op “opnieuw
beginnen” om weer vanaf het begin van de steek
verder te naaien zonder eventuele voorgaande
instellingen opnieuw te hoeven uitvoeren.
Als u op de toets “steek opnieuw beginnen” drukt
tijdens het naaien wordt de steek afgemaakt,
waarna de machine stopt.
Horizontaal spiegelen (17)
Om steken horizontaal te spiegelen.