Operation Manual
5:5
E
F
D
A
C
B
17
18
G
Reeksen
Richtingssteken (17)
Voeg richtingssteken toe tussen steken in een
reeks. Die steken maken het mogelijk om steken in
verschillende richtingen te verplaatsen en u kunt
nieuwe vormen maken en bredere borders voor
grote gebieden.
Verbindingssteken zijn rechte steken met een
lengte van ongeveer 1 mm. Ze kunnen in 16
verschillende richtingen worden gemaakt.
Open de pop-up voor de richtingssteken. De
geselecteerde hoek wordt aangegeven met rood
(A) in het richtingsgebied (B). De hoek staat ook
aangegeven op het pop-up-venster (C). Druk op
het richtingsgebied om te selecteren met welke
hoek u een steek wilt invoegen. U kunt op de
gewenste lijn op het witte gebied drukken of op
de rode lijn drukken en die naar de gewenste hoek
slepen en loslaten.
Wanneer de gewenste hoek is geselecteerd, drukt u
op het pictogram voor invoegen (D). Er wordt één
steek op de cursorpositie in de reeks ingevoegd.
De richtingssteek kan worden verwijderd,
gekopieerd of gespiegeld zonder het pop-
upvenster van de richtingssteken te sluiten.
Horizontaal voorbeeld (18)
Druk op het voorbeeld-pictogram om uw reeks
horizontaal te bekijken.
Uw reeks wordt getoond op een pop-up. Als de
reeks te lang is voor het venster, kunt u zoomen
naar alles (E) om de hele reeks te zien. U kunt ook
met de pijlen (F) door de reeks bladeren.
Een reeks naaien
Ga terug naar de naaimodus of naar
'borduurmotief bewerken' om de reeks te naaien.
Sluit de functie reeksen door op het pictogram voor
reeksen op de taakbalk te drukken.
Aanpassingen die in de naai- of de borduurmodus
worden gemaakt, hebben invloed op de hele reeks.
Die veranderingen worden echter niet opgeslagen
als u terugkeert naar reeksen. In 'borduurmotief
bewerken' wordt de positie van de reeks behouden.
In de naaimodus kunt u overal in de reeks
beginnen te naaien. Gebruik de pijlen (G) om door
de reeks te lopen.