Operation Manual
3:3
A
E
D
FG
H I
BC
1
8
Pfaff HD-scherm
De taakbalk gebruiken
Schakel tussen de naaimodus en de borduurmodus
met het schakelpictogram (1). Het pictogram voor
de actieve modus is gemarkeerd en vergroot.
Druk op het pictogram op de taakbalk om een
functie in te schakelen. Wanneer een functie is
ingeschakeld, wordt het pictogram geselecteerd en
kunt u uw aanpassingen maken. Wanneer u klaar
bent, sluit u de weergave door opnieuw op het
pictogram te drukken.
Wanneer u van borduurmotief bewerken naar
borduren wilt gaan, drukt u op het borduur-
schakelpictogram (8).
Algemene pictogrammen
Sommige pictogrammen en functies worden
vaak gebruikt op het scherm. De meest gebruikte
worden hier beschreven.
Schuifbalk (A)
Gebruik de schuifbalk om omlaag te schuiven in
het gebied. De schuifbalk is alleen zichtbaar als niet
alle onderwerpen in het gebied passen.
OK (B) en annuleren (C)
De pictogrammen OK (B) en annuleren (C)
worden gebruikt om uw instellingen en selecties te
bevestigen. Ze worden ook gebruikt om vensters
op volledige schermgrootte te sluiten.
Om een lopend proces af te breken, drukt u op
annuleren. Druk op OK om door te gaan.
Lang drukken (D)
Sommige pictogrammen hebben meerdere functies,
gemarkeerd met een pijl in de rechteronderhoek.
Houd het pictogram enkele seconden ingedrukt
om deze functies te openen.
Druk/sleepfuncties (E)
De druk/sleepfuncties worden gebruikt om
aanpassingen te maken. Er kunnen tot vier functies
worden gebruikt: verplaatsen (F), roteren (G),
schaalverdeling (H) en beeld verplaatsen (I).
Wanneer een functie is geselecteerd, kunt u
aanpassingen maken door op de pijlen in het wiel
te drukken of door met uw stylus op het scherm te
drukken. Het wiel verandert afhankelijk van welke
functie wordt geselecteerd. In de meeste gevallen
heeft het middelste pictogram een functie, maar
wanneer 'beeld verplaatsen' is geselecteerd, staat er
alleen het symbool voor beeld verplaatsen in.
Borduurmodus - bewerken