Operation Manual

4:7
Draadspannings-
controle
Draadhoeveel-
heidsregeling
Naaimodus
Draadhoeveelheid (14)/
draadspanning (29)
De ActivStitch™ technologie-functie regelt de
bovendraad op twee manieren: draadspanning en
draadhoeveelheid. De ActivStitch™ technologie-
functie verbetert de juiste balans tussen bovendraad
en onderdraad. Het gebruikt automatisch
draadhoeveelheid als dat mogelijk is, voor het beste
resultaat.
Draadhoeveelheid meet automatisch en doorlopend
de dikte van de stof om de juiste hoeveelheid
garen voor de geselecteerde steek af te geven.
Als u draadspanning gebruikt, houden de
draadspanningsschijven de juiste hoeveelheid
spanning op de bovendraad.
Voor bepaalde optionele accessoires of speciale
technieken kan het gebruik van Draadspanning
nodig zijn voor de beste resultaten. Deselecteer
ActivStitch™ technologie in de machine-instellingen
om naar draadspanning over te schakelen.
De regeling die zichtbaar is in de naaimodus wisselt
af tussen draadhoeveelheid en draadspanning
afhankelijk van de instelling in machine-
instellingen. Gebruik de regeling om de balans
tussen boven- en onderdraad aan te passen,
bijvoorbeeld wanneer u speciaal garen gebruikt.
Draadspanning/ draadhoeveelheid
aanpassen
Voor mooie en duurzame steken moet u controleren
of de bovendraadspanning/draadhoeveelheid
goed is afgesteld; voor algemeen naaien wil dat dus
zeggen dat de draden tussen de stoÁ agen verknopen.
Als de onderdraad zichtbaar is op de bovenkant
van de stof, is de draadspanning/draadhoeveelheid
te hoog. Verlaag de draadspanning/
draadhoeveelheid.
Als de bovendraad zichtbaar is op de onderkant
van de stof, is de draadspanning/draadhoeveelheid
te laag. Verhoog de draadspanning/
draadhoeveelheid.
Voor decoratieve steken en knoopsgaten moet de
bovendraad zichtbaar zijn aan de onderkant van de
stof.
Compensatie draadspanning/draadhoeveelheid
Als u vindt dat de draadspanning of
draadhoeveelheid in het algemeen te laag of te
hoog is, drukt u op compensatie draadspanning/
draadhoeveelheid in het machine-instellingenmenu
en past u de instellingen aan in het venster dat
verschijnt, zie pagina 3:12.