Operation Manual

8:3
E
A
F
DC
B
Borduurmodus - bewerken
Een motief laden
Om een borduurmotief te laden, opent u het
selectiemenu (32). Selecteer borduurmotieven (A)
van de selectiebalk en kies dan één van de volgende
vier tabs:
Persoonlijke motieven (B)
Borduurmotieven die u heeft gemaakt, aangepast
en/of gecombineerd en opgeslagen.
Ingebouwde machinemotieven (C)
Borduurmotieven die zijn opgeslagen in het
permanente naaimachinegeheugen.
Ingebouwde minidesigns (D)
Borduurmotieven die speciaal zijn gemaakt voor
gebruik met Shape Creator. Opgeslagen in het
permanente geheugen.
Ingebouwde quiltmotieven (E)
Borduurmotieven die speciaal zijn gemaakt voor
quilten. Opgeslagen in het permanente geheugen.
De beschikbare motieven van de geselecteerde tab
worden weergegeven op het scherm. Druk op het
gewenste motief om het in Borduurmotief bewerken
te laden.
Een lettertype laden
Tekst kan worden gemaakt met borduurlettertypen
en met steeklettertypen. Laad een lettertype door
lettertypes (F) te selecteren van de selectiebalk en
druk dan op het gewenste lettertype op het scherm.
Steeklettertypes worden aangegeven met een
lichtgrijze achtergrond. Het lettertype wordt in de
borduurteksteditor geladen.
Steeklettertypes worden aangegeven met een
donkerder grijze achtergrond. Het lettertype wordt
in “reeksen” geladen. De gemaakte tekst wordt dan
in Borduurmotief bewerken geladen.