Gebruiksaanwijzing
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28. Elektrische aansluiting Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het betreffende plaatje.
Van harte gefeliciteerd! Gefeliciteerd met uw nieuwe PFAFF® creative sensation™ naai- en borduurmachine. Als naailiefhebber bent u in het bezit gekomen van één van de meest geavanceerde en uitgebreide naai- en borduurmachines ter wereld; met deze machine kunt u al uw creatieve ideeën uitvoeren met de allernieuwste technologie en functies. Neem voordat u aan de slag gaat de tijd om deze handleiding door te lezen. U zult al snel ontdekken hoe u optimaal gebruik kunt maken van uw machine.
Inhoudsopgave 1 Inleiding Machineoverzicht 1:7 1:8 Voorkant ....................................................................... 1:8 Achterkant .................................................................... 1:9 Onderdelen bovenkant ............................................... 1:9 Accessoiredoos............................................................. 1:9 Onderdelen van de borduureenheid ...................... 1:10 Bijgeleverde accessoires 1:10 Stekenoverzicht 1:12 Naaivoeten .......
4 Naaimodus Naaimodus - overzicht Een steek selecteren Aanbevelingen - naaien Machine-instellingen De naaivoet omhoog en omlaag brengen Steekinstellingen 4:1 4:2 4:3 4:3 4:3 4:3 4:4 Steekbreedte ................................................................. 4:4 Steekpositie................................................................... 4:4 Steeklengte.................................................................... 4:4 Steekdichtheid..............................................................
7 Voorbereidingen op het borduren Overzicht borduureenheid Overzicht borduurringen Ingebouwde motieven creative sensation™ Embroidery collection De borduureenheid aansluiten De borduureenheid verwijderen De dynamisch verende voet bevestigen voor borduurwerk De stof in de borduurring spannen De borduurring plaatsen Aan de slag met borduren 8 Borduurmodus - bewerken 7:1 7:2 7:2 7:3 7:3 7:3 7:4 7:4 7:5 7:5 7:6 8:1 Borduurmotief bewerken - overzicht Een motief laden Een lettertype laden Een steek laden Zo
Inleiding
Machineoverzicht 1 17 10 11 12 13 14 15 16 18 2 3 7 4 9 19 8 20 6 21 5 Inleiding 22 23 Voorkant 1. Klep met steekcategorieën 2. Draadinrijggleuven 3. Draadafsnijder 4. Aansluiting Sensormaticknoopsgatvoet 5. Vrije arm 6. LED-verlichting 7. Omkeren 8. Achteruitnaai-indicator 9. Actie-indicator 10. Afwisselen tussen naaivoet omhoog en extra hoog 11. Afwisselen tussen naaivoet omlaag en draaistand 12. Start/stop 13. Draden afsnijden 31 30 24 29 26 17. Knoopmeter 18.
Achterkant 32 32. Handvat 33. IDT™ systeem 34. Aansluiting borduureenheid 33 Onderdelen bovenkant 34 35. Voorspanningschijf voor inrijgen en opwinden van de spoel 36. Spoelgeleider voor opspoelen 35 36 37 37. Draadgeleider 38 39 40 41 38. Spoeldraadgeleiders 39. Spoelgeleider 40. Spoelas 41. Onderdraadafsnijder 42. Extra garenpen 45 43. Garenschijven 44 43 42 44. Garenpen 45.
Bijgeleverde accessoires 55 56 57 58 59 Accessoires 55. Stylus 56. Garennetje (2) 57. Geleider voor doorstikken/ quilten 58. Vilten onderlegger (2) 59. USB Embroidery stick 60 61 63 62 60. Schroevendraaier 61. Tornmesje 64 62. Borsteltje 65 63. Garenschijf, groot (2) 64. Garenschijf, medium 65. Garenschijf, klein 66. Multifunctioneel gereedschap 66 67 68 69 67. Spoeltjes (10) 68. Borduurringklemmen Inleiding 69. Kniehevel Bijgeleverde borduurringen 70.
2A - Siersteekvoet Gebruik deze naaivoet bij het naaien van decoratieve steken of korte zigzagsteken en andere nuttige steken met een steeklengte van minder dan 1,0 mm. De groef in de onderkant van de naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de steken. 3 - Blindzoomvoet met IDT™ systeem Deze naaivoet wordt gebruikt voor blindzoomsteken. De teen op de naaivoet geleidt de stof. De rode geleider op de naaivoet moet langs de vouw van de zoomrand lopen.
Stekenoverzicht Nuttige steken Inleiding Steek 1:12 Steeknummer Naam Beschrijving 1.1.1 Rechte steek Voor aan elkaar naaien en doorstikken. Selecteer uit 37 verschillende naaldposities. Let op: Deze steek vormt een sterkere afhechting dan steek 2.1.1. 1.1.2 Elastische drievoudige rechte steek Versterkte naad Doorstikken. 1.1.3 Rechte steek achteruit Naai doorlopend achteruit met sterke afhechting. 1.1.4 Rijgsteek Enkele steek gebruikt om te rijgen.
Gesloten overlocksteek In één stap naaien en afwerken. 1.2.3 Gesloten overlocksteek In één stap naaien en afwerken met verstevigde rand. 1.2.4 Elastische overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken. 1.2.5 Standaard overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken met verstevigde rand. 1.2.6 Overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken. 1.2.
Inleiding 1:14 1.3.7 Mantelknoopsgat met lengtetrens Kleermakersknoopsgat voor jasjes en broeken. 1.3.8 Afgerond knoopsgat Knoopsgat voor dunne kleding of jasjes. 1.3.9 Sierknoopsgat met driehoekige trens Sierknoopsgat 1.3.10 Elastisch knoopsgat Knoopsgat voor elastische stoffen. 1.3.11 Kruissteekknoopsgat Sierknoopsgat 1.3.12 Sierknoopsgat Sierknoopsgat 1.3.13 Professioneel mantelknoopsgat Professioneel kleermakersknoopsgat voor jasjes en broeken. 1.3.
1.5.2 Programmeerbare versterkte stopsteek Gaten of beschadigde stof verstevigd repareren. 1.5.3 Trens Automatisch naden en zakken verstevigen. 1.5.4 Jeanstrens Automatisch naden en zakken decoratief verstevigen. 1.5.5 Siertrens Automatisch naden en zakken decoratief verstevigen. 1.5.6 Kruistrens Automatisch naden en zakken verstevigen. 1.5.7 Siertrens Automatisch naden en zakken verstevigen. 1.5.8 Siertrens Automatische decoratie naaien op naden en zakken. 1.5.
Decoratieve steken 2.2 Quiltsteken - Traditionele quiltsteken 2,3 Quiltsteken - Meandersteken 2.4 Quiltsteken - Crazy-patchworksteken 3.1 Naaldkunststeken - Kruissteken 3.1 Naaldkunststeken - Kruissteken Inleiding 2.
3.3 Naaldkunststeken - Traditionele borduursteken 3.3 Naaldkunststeken - Traditionele borduursteken 3.4 Naaldkunststeken - Smoksteken 4.1 Decoratieve steken - Schulpranden 4.2 Decoratieve steken - Cordonsteken Inleiding 3.2.
4.3 Decoratieve steken - Bladen en bloemen 4.4 Decoratieve steken - Kunststeken 4.4 Decoratieve steken - Kunststeken 4.5 Decoratieve steken - Versiersteken 4.5 Decoratieve steken - Versiersteken Inleiding 4.
4.7 Decoratieve steken - Fantasiesteken 4.7 Decoratieve steken - Fantasiesteken 4.8 Decoratieve steken - Borders 4.8 Decoratieve steken - Borders 5.1 Maxisteken - Schulp- en cordonsteken Inleiding 4.
5.3 Maxisteken - Kunststeken 5.4 Maxisteken - Fantasiesteken 5.5 Maxisteken - Meandersteken 5.6 Maxi 1 (monogram) 5.6 Maxi 1 (monogram) Inleiding 5.
5.7 Maxi 2 (monogram) 6.1 Naaitechnieken - Steken voor optionele naaivoeten 6.2 Naaitechnieken - Handwerk-quiltsteken 6.3 Naaitechnieken - Vierrichtingssteken 6.4 Naaitechnieken - Stapelsteken Inleiding 5.
6.
Voorbereidingen
Uitpakken 1. Plaats de doos op een stevige, vlakke ondergrond. Til de machine uit de doos, verwijder de buitenste verpakking en til de beschermkap eraf. 2. Verwijder al het andere verpakkingsmateriaal en de plastic zak. 3. Schuif de accessoiredoos van de machine en verwijder het piepschuim dat daarin zit. Let op: Als er piepschuim in de accessoiredoos blijft zitten tijdens het naaien, kan de steekkwaliteit worden benadeeld. Het piepschuim is alleen voor verpakkingsdoeleinden en moet worden verwijderd.
LED-verlichting Op uw machine zitten LED-lampjes die het licht zonder schaduw gelijkmatig over het werkgebied verdelen. U kunt de intensiteit en de kleurtemperatuur van het licht aanpassen in het menu Instellingen (Settings); zie hoofdstuk 3. Vrije arm Om de vrije arm te gebruiken moet u de accessoiredoos verwijderen. Wanneer de doos is bevestigd, houdt een haak de accessoiredoos vast aan de machine. Schuif de doos naar links om hem te verwijderen.
Garenpennen Uw naaimachine heeft twee garenpennen: een hoofdgarenpen en een extra garenpen. De garenpennen zijn geschikt voor alle soorten garen. De hoofdgarenpen is instelbaar en kan worden gebruikt in een horizontale positie (de draad wordt van het klosje afgerold) of in een verticale positie (het klosje draait). Gebruik de horizontale positie voor normaal garen en de verticale positie voor grote klossen of garen met speciale eigenschappen.
De machine inrijgen Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste stand bevinden. 1. C Schuif het garen op de garenpen en zet deze vast met een passende garenschijf. B A D Let op: Houd de draad met beide handen vast om te voorkomen dat de draad slap hangt tijdens het inrijgen. Zo bent u ervan verzekerd dat de draad in de juiste positie ligt voor de inrijgbaan. 2. Trek de draad van voren naar achteren door de draadgeleider (A). Zorg ervoor dat de draad op zijn plaats klikt.
De tweelingnaald inrijgen Vervang de normale naald door een tweelingnaald. Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste stand bevinden. 1. C D B A F Schuif het garen op de garenpen en zet deze vast met een passende garenschijf. Breng de extra garenpen omhoog. Schuif een grote garenschijf en een vilten onderlegger op de pen. Schuif tweede naaigaren op de garenpen. Voorbereidingen Let op: Houd de draad met beide handen vast om te voorkomen dat de draad slap hangt tijdens het inrijgen.
Spoelen B Spoelen vanuit horizontale positie 1. Plaats een lege spoel op de spoelas, met het logo omhoog. Gebruik alleen de originele PFAFF®spoelen die voor dit model zijn goedgekeurd. Plaats het klosje op de garenpen in horizontale positie. Schuif een garenschijf stevig op het klosje. 3. Plaats de draad van voren naar achteren door de draadgeleider (A). Trek de draad linksom boven de spoelgeleider voor het opspoelen (B) en dan door de spoeldraadgeleiders (C) aan de achterkant.
Spoelen tijdens het borduren of naaien Breng de extra garenpen omhoog. Plaats een passende garenschijf, een vilten onderlegger en een garenklosje op de garenpen. B C De bovendraad (blauw) wordt in de draadgeleider (A) en onder de spoeldraadgeleider (B) geplaatst. Trek de onderdraad (rood) linksom boven de spanningsschijf (B) en door de onderdraadgeleiders (C). Volg dan stap 4 en 5 van de vorige pagina. Voorbereidingen A De spoel plaatsen 1.
IDT™ systeem (ingebouwd dubbel transport) Om alle stoffen nauwkeurig te kunnen naaien, biedt de PFAFF®creative sensation™ naaien borduurmachine de ideale oplossing: het ingebouwde dubbele transport, het IDT™ systeem. Net als bij industriële machines zorgt het IDT™ systeem voor een gelijktijdig stoftransport zowel van onder als van boven. Het materiaal wordt nauwkeurig getransporteerd, zodat naden in dunne stoffen zoals zijde en rayon niet meer rimpelen.
Naalden De naaimachinenaald speelt een belangrijke rol bij succesvol naaien. Gebruik alleen naalden van goede kwaliteit. Wij raden naalden van systeem 130/705H aan. In het naaldendoosje dat bij uw machine wordt geleverd, vindt u naalden in de meest gebruikte maten. Universele naald (A) Universele naalden hebben een iets afgeronde punt en zijn verkrijgbaar in veel verschillende maten. Voor algemeen naaien in veel verschillende stoftypen en -dikten.
De naaivoet verwisselen De naaivoet verwijderen Duw de naaivoet omlaag totdat hij loskomt van de naaivoethouder. De naaivoet bevestigen Plaats de pennetjes op de voet op één lijn met de opening onder de naaivoethouder. Druk omhoog totdat de voet vastklikt. U kunt ook de toetsen voor het omhoog/omlaag brengen van de naaivoet gebruiken om de naaivoethouder omhoog of omlaag te brengen.
USB-poorten Uw machine heeft twee USB-poorten – één om de naaimachine op uw computer aan te sluiten, en één waarop u uw USB-borduurstick, optioneel cdstation, optionele USB-hub of optionele muis kunt aansluiten. USB embroidery stick Bij uw machine wordt een USB embroidery stick geleverd. Gebruik de stick voor het opslaan van motieven en andere bestanden, of voor het overbrengen van bestanden van de computer naar de naaimachine en omgekeerd.
5D™ Embroidery Software Computeraansluiting De Embroidery Machine Communication module wordt automatische geïnstalleerd. De module is nodig om de opties van “Verzenden naar” in iedere module van het 5D™ Embroidery System te kunnen gebruiken en om “Meerdere verzenden” te kunnen gebruiken in 5D™ Organizer. 5D™ QuickFont Maak lettertypebestanden (.vf3) voor uw PFAFF® creative sensation™ borduurmachine vanuit de meeste TrueType®- of OpenType®-lettertypes op uw computer.
7. Tijdens de installatieprocedure kan er een veiligheidsbericht verschijnen dat vraagt “Wilt u de software voor dit apparaat installeren?” Klik op Installeren om verder te gaan. Klik op Voltooien (Finish) op de laatste pagina. 8. Nu kunt u uw borduurmachine op de computer aansluiten. Er verschijnt een melding die aangeeft wanneer uw borduurmachine klaar voor gebruik is. Windows® XP 6. Klik vanuit het hoofdmenu van uw cd op de optie Stuurprogramma’s installeren voor Windows® XP.
D E B F G H I J C A Soft Touch-toetsen en indicators De naaivoet wordt automatisch omlaag gebracht wanneer u met naaien begint. Start/stop (F) Druk op deze toets om de naaimachine te starten en te stoppen zonder het voetpedaal te gebruiken. Druk eenmaal op de toets om te starten en nogmaals om te stoppen. De achteruitnaaitoets wordt ook gebruikt bij het naaien van knoopsgaten, geprogrammeerde afhechtingen, stopsteken en tapse cordonsteken om tussen delen van de steken heen en weer te gaan.
D E B F C A Voorbereidingen Onmiddellijk afhechten (H) Druk op onmiddellijk afhechten tijdens het naaien. Uw machine naait dan enkele afhechtsteken en stopt automatisch. Door de afhechttoets nogmaals aan te raken terwijl de actie-indicator brandt, kan de functie worden uitgeschakeld. De afhechtfunctie kan worden geprogrammeerd; zie hoofdstuk 4.
PFAFF® creative™ kleuren touchscreen
PFAFF® creative™ kleuren touchscreen Uw machine heeft het PFAFF® creative™ kleuren touchscreen. Deze technologie biedt een geweldige resolutie en kleur. Werken met het scherm is heel gemakkelijk - raak het gewoon aan met uw stylus of uw vinger om uw keuzen te maken. Op de taakbalk aan de onderkant van het scherm staan de belangrijkste functies en de help-functie. Iedere modus heeft zijn eigen kleurenschema om het navigeren door en het gebruik van de machine eenvoudiger te maken.
Optiebalk (B) De optiebalk bevat verschillende opties in de naaimodus, borduurmotief bewerken en borduren. U kunt meer lezen over de opties voor iedere modus in de hoofdstukken 4, 7 en 8. B Algemene pictogrammen Sommige pictogrammen en functies worden vaak gebruikt op het scherm. De meest gebruikte worden hier beschreven. D E PFAFF® creative™ kleuren touchscreen Bladerpijlen (C) Druk op de pijlen om tussen de beschikbare steken te bladeren.
Selectiemenu Het selectiemenu heeft een selectiebalk aan de onderkant met pictogrammen voor steken, lettertypen, motieven en Bestanden & Mappen. In hoofdstuk 10 kunt u meer lezen over Bestanden & Mappen. Selecteer één van de pictogrammen op de selectiebalk om de menu’s te openen. Wanneer een steek, lettertype of motief is geselecteerd, wordt het selectiemenu automatisch gesloten. Om terug te keren naar de eerdere weergave, sluit u af door op annuleren te drukken.
Persoonlijk menu Open het persoonlijke menu (2g) om uw eigen opgeslagen steken te zoeken. Iedere subcategorie in het persoonlijke menu heeft 48 posities voor het opslaan van uw eigen steken of reeksen. Blader met de bladerpijlen door de steken in de geselecteerde subcategorie. Selecteer een steek door erop te drukken. 2g Als u een steek wilt verwijderen, drukt u eerst op het pictogram voor verwijderen (5) en daarna op de steek. De positie wordt leeggemaakt.
Een borduurmotief selecteren Uw naai- en borduurmachine heeft vier tabs met borduurmotieven: Persoonlijke borduurmotieven, machinemotieven, minidesigns en quiltmotieven. In hoofdstuk 8 kunt u meer lezen over de verschillende borduurmotieventabs. Druk op een tab om de inhoud weer te geven. Selecteer een borduurmotief door erop te drukken. Gebruik de schuifbalk om door extra motieven te bladeren.
Borduurteksteditor Wordt gebruikt om tekst van borduurlettertypes te maken of aan te passen. Selecteer een borduurlettertype in het selectiemenu om het te openen. U kunt ook een bestaande tekst selecteren in “borduurmotief bewerken” en dan op reeksen/borduurteksteditor drukken op de optiebalk. In hoofdstuk 8 kunt u meer lezen over de Borduurteksteditor.
Reeksen Met “reeksen” kunt u diverse steken combineren en aanpassen. U kunt ingebouwde steken gebruiken, steken laden van externe apparaten of steken gebruiken die u zelf hebt gemaakt. U kunt afhechtingen, stops en het afsnijden van de draad in uw reeks programmeren. Verbindingssteken kunnen worden ingevoegd om eindeloos veel variaties te kunnen maken. PFAFF® creative™ kleuren touchscreen In hoofdstuk 5 kunt u meer lezen over reeksen.
Instellingenmenu In het menu Instellingen kunt u standaardinstellingen veranderen en handmatig aanpassingen maken aan de machine-instellingen (A), de instellingen van het scherm en de verlichting (B) en de geluidsinstellingen (C). Druk op de pictogrammen om een functie in te schakelen of een keuzelijst te openen.
Steekbreedtebeveiliging Selecteer deze functie wanneer u een naaivoet voor rechte steken selecteert om de naald in het midden te vergrendelen voor alle steken en schade aan de naald en/of naaivoet te voorkomen. Deze functie is automatisch geselecteerd en kan niet worden gedeselecteerd wanneer de steekplaat voor rechte steken is bevestigd.
Timer Geeft de totale naai- en borduurtijd van uw machine weer. Druk op het pictogram om de timer te resetten. Automatische persvoetlichter De automatische persvoetlichter wordt ingeschakeld als de functie wordt geselecteerd. De naaivoet wordt omhoog gebracht tot draaihoogte, bijvoorbeeld als u stopt met naaien met de naald omlaag. Wanneer de functie is gedeselecteerd, blijft de naaivoet in de lage stand - ook als de machine stopt met de naald omlaag.
Compensatie draadspanning/draadhoeveelheid Als u vindt dat de draadspanning/ draadhoeveelheid moet worden verhoogd of verlaagd voor de meeste steken of borduurmotieven, kunt u de algemene instelling voor borduren en/of naaien veranderen. Het is mogelijk dat u de draadspannings-/ draadhoeveelheidsinstellingen moet aanpassen als u regelmatig op een speciale stof naait of borduurt of een speciaal garen gebruikt. Druk op Compensatie draadspanning/ draadhoeveelheid.
Dynamisch verende voet 6D voor borduurwerk De Dynamisch verende voet 6D voor borduren is standaard actief wanneer u de naai- en borduurmachine aanzet. De Dynamisch verende voet 6D is altijd aanbevolen voor borduren. Als er een ander type naaivoet wordt gebruikt, zoals bijv. naaivoet 6A, schakelt u de Dynamisch verende voet 6D voor borduurwerk uit. Als dit is uitgeschakeld, gebruikt de ActivStitch™ Technologie-functie draadspanning in plaats van draadhoeveelheid.
Instellingen scherm en verlichting (B) Scherm vergrendelen Als dat nodig is, kunt u het scherm eenvoudig vergrendelen tijdens het naaien of het borduren. Wanneer dit is ingeschakeld, wordt het scherm steeds wanneer het tien seconden inactief is vergrendeld. Het scherm blijft vergrendeld totdat u het ontgrendelt door op OK te drukken.
Geluidsinstellingen (C) U kunt de geluidsinstellingen op uw machine veranderen voor verschillende situaties. Selecteer eerst uit de lijst welke geluidsgebeurtenis u wilt veranderen. Selecteer dan het geluid dat u wilt horen door een van de vakjes aan te vinken. U kunt het geluid horen wanneer u het vakje aanvinkt. Iedere gebeurtenis kan een ander geluid hebben.
Infomenu Gebruik het infosysteem om eenvoudig helponderwerpen en informatie te verkrijgen. Het Infomenu is een ingebouwde verkorte versie van de gebruikershandleiding. Wanneer u op het pictogram van het infomenu op de taakbalk drukt, kunt u uit vier opties kiezen categorie (A), index (B), persoonlijke info (C) en opmerkingen (D). Blader door de onderwerpen met behulp van de stylus. Met de linkerpijl aan de bovenkant van het scherm wordt de vorige pagina geopend.
Naaimodus
Naaimodus In de naaimodus kunt u steken selecteren, aanpassen en naaien. Gebruik Stitch Creator en reeksen om uw eigen steken en reeksen te maken. De geselecteerde steek wordt in ware grootte weergegeven in het steekgebied. Aanbevelingen en machine-instellingen worden bovenaan het scherm weergegeven. Naaimodus - overzicht 1. Aanbevelingen - naaien 2. Machine-instellingen 3. Steekkeuzegebied 4. Pijlen om door stekencategorieën te bladeren 5. Geselecteerd steeknummer 6. Stekengebied 7.
Een steek selecteren Om een steek te selecteren raakt u de betreffende steek aan in het steekkeuzegebied (3). U kunt door de lijst met steken bladeren door op de pijlen onderaan het steekkeuzegebied (4) te drukken. Het nummer van de huidige subcategorie wordt weergegeven in de rechter onderhoek (A). 2b 1a 2c 1b 2d 2e 1c 2a 3 U kunt ook een steek selecteren uit het selectiemenu (24), zie pagina 3:4. Naaiadviezen (1) U machine geeft automatisch aanbevelingen voor de geselecteerde steek.
Steekinstellingen Uw machine stelt de beste instellingen in voor iedere geselecteerde steek. U kunt uw eigen aanpassingen maken aan de geselecteerde steek. De instelling heeft alleen invloed op de geselecteerde steek. Uw veranderde instellingen worden teruggezet op standaard wanneer u een andere steek selecteert. De veranderde instellingen worden niet automatisch opgeslagen wanneer u de naaimachine uitzet. U kunt de aangepaste steek opslaan in het Persoonlijke menu.
Steekdichtheid (13) Steekdichtheid + Met de steekdichtheidscontrole wordt de dichtheid aangepast (hoe dicht de cordonsteken die de hele steek vormen bij elkaar komen). De dichtheid heeft geen invloed op de werkelijke lengte van de hele steek. Steekdichtheid - Druk op + om de dichtheid te verkleinen. Druk op om de dichtheid te vergroten. Let op: Dit wordt vaak gebruikt bij speciaal garen en als voor een minder dichte cordonsteek wordt gekozen.
Lengte opening knoopsgat (27) Stel de lengte van de opening van het knoopsgat in: langer met + en korter met - wanneer u een knoopsgat naait met de Sensormatic-knoopsgatvoet. Naaimodus 27 Aantal steken knoop (28) Druk op + om het aantal te naaien steekherhalingen te vermeerderen en op - om het te verminderen tijdens het aannaaien van een knoop.
Draadhoeveelheid (14)/ draadspanning (29) De ActivStitch™ technologie-functie regelt de bovendraad op twee manieren: draadspanning en draadhoeveelheid. De ActivStitch™ technologiefunctie verbetert de juiste balans tussen bovendraad en onderdraad. Het gebruikt automatisch draadhoeveelheid als dat mogelijk is, voor het beste resultaat. Draadhoeveelheid meet automatisch en doorlopend de dikte van de stof om de juiste hoeveelheid garen voor de geselecteerde steek af te geven.
Opties voor naaien/borduren uit de vrije hand (16) A Alle steken op uw machine kunnen in free-motion worden genaaid voor fantastische effecten. Druk op het pictogram voor de free-motionopties (16) om een venster te openen waarin u kunt kiezen uit drie verschillende free-motion-opties. Een free-motionsymbool bovenaan het scherm (A) geeft aan welke instelling is geselecteerd. Gebruik Quick help (30) op het symbool voor informatie over de huidige instelling.
Sensormatic free-motion (16c) Schakel dit in om de machine in de Sensormatic free-motion-modus te zetten voor naaivoet 6A. Bij naaien uit de vrije hand (free motion) met lage snelheid, gaat de voet bij elke steek omhoog en omlaag om de stof correct op de steekplaat te houden terwijl de steek wordt gemaakt. Bij een hogere snelheid zweeft de naaivoet tijdens het naaien over de stof. Er kunnen steken worden overgeslagen als uw stof met de naald mee omhoog en omlaag beweegt tijdens het naaien.
Opslaan in Persoonlijk menu (15b) Om een steek op te slaan in uw Persoonlijke menu drukt u op het pictogram “opties voor opslaan” (15) en selecteert u “opslaan in Persoonlijk menu” (save to Personal menu) (15b). Er wordt een nieuw venster geopend. Kies in welke subcategorie u de steek wilt opslaan (A). Alle steken die u eerder hebt opgeslagen, worden getoond in het Persoonlijke menu. 15 b c U kunt met de pijlen door de lijst bladeren om een vrije positie te vinden (B).
Optiebalk Snelheidsregeling (19) Met deze functie kunt u de maximum-naaisnelheid eenvoudig verlagen. Druk op het snelheidscontrolepictogram om de snelheid te verlagen. Deselecteer het pictogram om terug te keren naar de normale snelheid. U kunt de ingestelde snelheidslimiet veranderen. Druk lang op het snelheidscontrolepictogram om een pop-up op te roepen. Stel de gewenste snelheidslimiet in met de schuif en sluit dan de pop-up.
Naaiprogramma’s (21) Naaiprogramma’s - overzicht A Taperingprogramma B Enkelmotiefprogramma C Patchworkprogramma D Voorbeeldgebied E Stel het aantal steekherhalingen in een enkelmotiefprogramma (single stitch) in A B D E C Let op: Niet alle programma’s kunnen tegelijkertijd worden gebruikt. U kunt doorgaan met naaien zonder dit pop-up venster te sluiten.
Patchworkprogramma (C) Met het patchworkprogramma kunt u een exacte naadlengte programmeren die herhaald kan worden genaaid. Dit is erg handig voor het quilten. Om een naadlengte te programmeren, schakelt u het patchworkprogramma in (C). Naai uw gewenste naadlengte en druk op de achteruitnaaitoets. De actie-indicator op de machine wordt verlicht totdat de laatste herhaling van de steek is voltooid. Hiermee wordt de lengte van de naad ingesteld.
Naaitechnieken Voor deze technieken kunnen speciale naaivoeten en accessoires nodig zijn. Ritssluitingen naaien Er zijn verschillende manieren om ritsen in te zetten. Volg de aanwijzingen op uw patroon voor het beste resultaat. Naaimodus Voor elk type rits is het van belang dat u dichtbij de tanden van de rits naait. U kunt ritsvoet 4 vastklikken aan de linker- of de rechterkant van de naaivoetstang, afhankelijk van de manier waarop u de rits inzet.
Genaaide zigzagsteek Steek nummer 1.1.9 kan worden gebruikt om knipranden af te werken. Controleer of de naald door de stof prikt aan de linkerkant en de rand afwerkt aan de rechterkant. Steek nummer 1.1.9 kan ook worden gebruikt als elastische steek om pyjama’s, rokken en sportkleding rek te geven. Blindzoomsteek Blindzoomsteek nummer 1.1.16 wordt gebruikt voor onzichtbare zomen in rokken, broeken en woningdecoratie. Gebruik naaivoet nummer 3 met IDT™ systeem. Werk de kant van de zoom af.
Knoopsgaten U vindt knoopsgaten in categorie 1, subcategorie 1.3 in het selectiemenu. U kunt ook door de categorieën bladeren in de naaimodus om de knoopsgatsubcategorie te vinden. Let op: Knoopsgaten van tot 50 mm kunnen worden genaaid met de Sensormatic knoopsgatvoet. De beide zijden van het Sensormatic-knoopsgat worden in dezelfde richting genaaid voor een gelijkmatiger resultaat. Knoopsgaten groter dan 50 mm worden handmatig genaaid in vier stappen met naaivoet 5M.
Handmatig knoopsgat Gebruik naaivoet 5M om een handmatig knoopsgat te naaien. Naai de eerste rups zo lang als u het knoopsgat wilt maken. Druk op de achteruitnaaitoets. De machine naait de trens en de tweede rups. Wanneer de rupsen even lang zijn, drukt u op de achteruitnaaitoets om de tweede trens te naaien. Een handmatig knoopsgat herhalen (25) Wanneer u uw knoopsgat hebt aangepast, gebruikt u de functie knoopsgat herhalen (25) om identieke kopieën te naaien.
Een knoop aannaaien Om een knoop aan te naaien, verwijdert u de naaivoet en selecteert u het knoopaanzetprogramma. De transporteur wordt automatisch omlaag gebracht. Leg de knoop onder de naaivoethouder. Gebruik het spiegelpictogram om ervoor te zorgen dat de naald precies in de gaten van de knoop komt en dat de breedte geschikt is voor de gebruikte knoop. Als dat nodig is, verandert u de breedte tussen de gaten met de breedte-pictogrammen.
Quilten Een quilt bestaat gewoonlijk uit drie lagen: twee lagen stof met een laag vulling ertussen. U kunt uit zeer veel verschillende steken en technieken kiezen om de drie lagen mee aan elkaar te naaien. Wanneer de quilt klaar is, knoopt u de zijkanten aan elkaar of maakt u er een kussen, artistieke kleding of andere kleinere voorwerpen van. Steekplaat voor rechte steek Bevestig de steekplaat voor de rechte steek bij het in elkaar zetten van de quilttop.
Meanderen uit de vrije hand Meanderen uit de vrije hand voegt structuur en een mooi effect toe aan uw quilt en houdt de lagen bij elkaar. C Meanderen uit de vrije hand doet u met de transporteur verzonken. U beweegt de stof met de hand om de steeklengte te bepalen. 1. Stel uw naaimachine in op naaien uit de vrije hand met een rechte steek. Bevestig de steekplaat voor rechte steken- Druk op het pictogram voor de optie voor naaien/borduren uit de vrije hand (B) en selecteer een van de drie opties.
Speciale naaitechnieken In de 6e stekencategorie vindt u steken voor speciale naaitechnieken zoals bolletjessteek, parelsteken, randsteken, naaien in vier richtingen en stapelsteken. Voor deze technieken kunnen speciale naaivoeten en accessoires nodig zijn. Dit wordt aangegeven door het pictogram van de optionele naaivoet (A). A Let op: Druk op Quick help en druk dan op de geselecteerde steek in het stekenselectiegebied om te zien welke speciale naaivoet nodig is voor die steek.
Stapelsteken Naai prachtige decoraties in twee kleuren met de stapelsteken. De stapelsteken bestaan uit paren bij elkaar horende steken die zijn ontworpen om op elkaar te worden genaaid. Naaimodus Naai de eerste steek en naai dan de tweede, die de eerste overlapt. Gebruik voor de beide steken hetzelfde startpunt. 30 Druk op Quick Help (30) en op een van de stapelsteken om een voorbeeld te zien van hoe de steken eruit zullen zien als ze worden gecombineerd/gestapeld.
Algemene naaipop-ups Systeem bezet Wanneer de machine bestanden laadt, opslaat of verplaatst of met iets bezig is dat tijd vergt, is er een zandloper te zien. Spoel leeg Wanneer de spoel bijna leeg is, stopt de machine automatisch en verschijnt er een pop-up op het scherm. Vervang het lege spoeltje door een volle. Let op: U kunt naaien totdat de draad op is. Ga gewoon door met naaien zonder het pop-up venster te sluiten.
4:24 Naaimodus
Reeksen
Reeksen In de functie reeksen kunt u een reeks steken maken en aanpassen. Combineer verschillende 9 mm-steken, maxisteken en steeklettertypen van de machine of van een extern apparaat. Steken die in Stitch Creator zijn gemaakt kunnen ook in een reeks worden ingevoegd. U kunt reeksen maken tot maximaal ongeveer 500 mm (20") lang. In de linker bovenhoek (1) kunt u zien hoe lang de reeks is waar u mee bezig bent. 20 1 2 Reeksen - overzicht 1. Lengte van de reeks bij benadering 2. Steekkeuzegebied 3.
Reeksen openen en afsluiten Reeksen kan zowel in de naai- als in de borduurmodus worden gebruikt. Druk gewoon op het symbool voor reeksen (A) op de optiebalk om de functie te openen. Om reeksen te sluiten en uw gemaakte reeks te naaien of te borduren, drukt u op OK (20) in de rechter bovenhoek. Let op: Als de naaimodus actief is en uw geprogrammeerde steek klaar is om te worden genaaid, kunt u ook de actieve functie sluiten door het voetpedaal in te drukken of door op de start/stoptoets te drukken.
Een steek of letter kopiëren (6) Om een steek te dupliceren brengt u de cursor naar de steek die u wilt dupliceren. Druk op het symbool voor kopiëren om de geselecteerde steek te kopiëren. Let op: Als u eerst de steek aanpast en dan kopieert, zitten de aanpassingen ook in de gekopieerde steek. Als u lang op de toets drukt, verschijnt er een popup waarin u het exacte aantal kopieën dat u wilt invoegen kunt aangeven.
Horizontaal voorbeeld (9) Druk op het voorbeeld-pictogram om uw reeks horizontaal te bekijken. Uw reeks wordt getoond op een pop-up. Als de reeks te lang is voor het venster, kunt u zoomen naar alles (A) om de hele reeks te zien. U kunt ook met de pijlen (B) door de reeks bladeren. B A 9 Reeksen Richtingssteken (17) Voeg richtingssteken toe tussen steken in een reeks.
Zoomen naar alles (16) 20 Als de steek of de reeks breder is dan wat op het scherm kan worden getoond, kunt u het pictogram voor “zoomen naar alles” gebruiken om de hele breedte van de reeks te zien. Let op: Zoomen naar alles is alleen zichtbaar als de steek of de reeks breder is dan het stekengebied. Reeksen 16 Een reeks laden en naaien Om de reeks te naaien, drukt u op OK (20) in de rechter bovenhoek van het scherm.
Borduurmotief bewerken Wanneer uw reeks naar Borduurmotief bewerken wordt geladen, wordt het een borduurmotief. Ga naar Borduren en borduur het als een normaal borduurmotief. C Als een reeks is geselecteerd en u “reeksen” opnieuw opent vanuit de borduurmodus, blijft de reeks onveranderd. Als er geen reeks is geselecteerd, is reeksen leeg wanneer het opnieuw wordt geopend, klaar om iets nieuws te maken. Steeds wanneer reeksen wordt gesloten, wordt de reeks in de “borduurmotief bewerken” geladen.
Belangrijke informatie over reeksen Reeksen aanpassen Aanpassingen die in de naai- of de borduurmodus worden gemaakt, hebben invloed op de hele reeks. Die veranderingen worden echter niet opgeslagen als u terugkeert naar reeksen. In “borduurmotief bewerken” wordt de positie van de reeks behouden. Om afzonderlijke steken in de reeks aan te passen, keert u terug naar reeksen. Reeksen gebruiken in de naai- of in de borduurmodus Reeksen kan zowel in de naai- als in de borduurmodus worden gebruikt.
Stitch Creator
Stitch Creator In Stitch Creator kunt u compleet nieuwe steken maken en ieder afzonderlijk steekpunt aanpassen. Pas steken aan en maak uw eigen steken. U kunt steken direct op het scherm toevoegen, wissen, verplaatsen en combineren. Maak een steek van apart ontworpen steken of gebruik bestaande steken of letters. U kunt ook een ingebouwde steek invoegen en die dan bewerken tot uw eigen versie. De breedte van het steekgebied is 9 mm en de maximale steeklengte is 6 mm.
Stitch Creator openen en afsluiten Stitch Creator kan zowel in de naai- als in de borduurmodus worden gebruikt. Druk gewoon op het Stitch Creator-pictogram (A) op de optiebalk om de functie te openen. Om Stitch Creator te sluiten en uw gemaakte steek of combinatie te naaien of te borduren, drukt u op OK (18) in de rechter bovenhoek van het scherm.
Meerdere selecteren (11) Druk lang op het pictogram “meerdere selecteren” om alle steekpunten tegelijkertijd te selecteren. Om de steekpunten naast het gemarkeerde steekpunt te selecteren, drukt u op het pictogram “meerdere selecteren” en dan op de pijlen (12) om het volgende steekpunt te selecteren. Gebruik de pijl omhoog om de steekpunten voor het gemarkeerde steekpunt te selecteren en de pijl omlaag om de steekpunten na het gemarkeerde steekpunt te selecteren.
7 8 9 Horizontaal spiegelen (7) De geselecteerde steekpunten worden horizontaal gespiegeld. 7. Horizontaal spiegelen Verticaal spiegelen (8) De geselecteerde steekpunten worden verticaal gespiegeld. Let op: Alleen mogelijk als er meer dan één steekpunt is geselecteerd. Stitch Creator 8. Verticaal spiegelen Drievoudige steek (9) Druk op het pictogram van de drievoudige steek en de geselecteerde steek/steken worden verdriedubbeld. Let op: Alleen mogelijk als er meer dan één steekpunt is geselecteerd.
18 Druk/sleepfuncties Gebruik uw stylus om direct op het scherm veranderingen te maken door drukken en slepen in het stekengebied. U kunt het beeld verplaatsen en steek/steekpunten verplaatsen afhankelijk van welke druk/sleepfunctie is ingeschakeld. U kunt ook de pijlen in het wiel gebruiken om kleine aanpassingen te maken. Verplaatsen (13) U kunt de geselecteerde steek of steekpunten verplaatsen met uw stylus op het scherm of door op de pijlen in het wiel te drukken (15).
Een steek laden en naaien Om de gemaakte steek te naaien, drukt u op OK (18) in de rechter bovenhoek van het scherm. De steek wordt naar de modus geladen die actief was voordat u Stitch Creator opende; naaimodus of borduurmotief bewerken. Naaimodus Als de naaimodus actief is wanneer u Stitch Creator sluit, wordt uw steek in de naaimodus geladen en is de steek klaar om te worden genaaid.
Borduurmodus In de borduurmodus wordt de steek opgeslagen als borduurmotief. Druk op opslaan (C) en selecteer Persoonlijke borduurmotieven, Persoonlijke bestanden of apparaten. Zie pagina 8:9 voor meer informatie. Belangrijke informatie over Stitch Creator Stitch Creator gebruiken in de naai- of in de borduurmodus Stitch Creator kan zowel in de naai- als in de borduurmodus worden gebruikt.
Voorbereidingen op het borduren
B F E A B D C Borduureenheid overzicht Borduurmodus - Voorbereidingen (type BE20) A Ontkoppelingstoets borduureenheid B Afstelpootjes C Accessoiredoos borduureenheid D Aansluiting borduureenheid E Aansluiting borduurring F Borduurarm C Let op: Een kleinere borduureenheid, 260 x 200 mm, is te koop bij uw plaatselijke PFAFF® dealer. Accessoiredoos borduureenheid Gebruik de doos in de borduureenheid om accessoires die voor het borduren worden gebruikt in op te slaan.
Ingebouwde motieven In het geheugen van uw naai- en borduurmachine zitten meer dan 330 borduurmotieven. creative sensation™ Embroidery collection Blader door de creative vision™ Embroidery collection voor borduurmotieven en lettertypen. Het motiefnummer, de stekentelling (aantal steken in het motief) en de grootte van het motief staan naast ieder motief weergegeven. De voorgestelde garenkleuren voor ieder kleurennummer worden weergegeven. De borduureenheid aansluiten 1.
De borduureenheid verwijderen 1. Om de borduureenheid in de borduurtas op te bergen, zet u de borduurarm in de parkeerpositie door parkeerpositie te selecteren op het scherm in Borduurmotief bewerken of Borduren. 2. Druk op de knop links, onder de borduureenheid (A) en schuif de eenheid naar links van de machine af. 3. De aansluiting wordt automatisch afgesloten. 4. Berg de borduureenheid op in het originele verpakkingsmateriaal en doe de eenheid in de zachte draagtas.
De stof in de borduurring spannen Leg een laag versteviging onder de stof voor de beste borduurresultaten. Zorg ervoor dat u de versteviging en de stof glad en stevig in de borduurring opspant. 1. Open de quick release (A) op de buitenring. Verwijder de binnenring. Leg de buitenring op een stevige platte ondergrond met de schroef rechts onder. Er staat een pijltje in het midden van de onderste rand van de borduurring dat gelijk moet komen met een pijltje op de binnenring.
Aan de slag met borduren 1. Breng na het bevestigen van de borduureenheid en de borduurvoet een spoeltje met dun onderdraad aan. Let op: Controleer of het IDT™ systeem is losgekoppeld. Borduurmodus - Voorbereidingen 2. Om een borduurmotief te selecteren, opent u het selectiemenu en drukt u op het pictogram van het menu borduurmotieven (A). Zoek het gewenste borduurmotief en druk er eenmaal op om Borduurmotief bewerken te laden. A 3. De machine schakelt automatisch over naar Borduurmotief bewerken.
6. Maak voldoende ruimte vrij voor de beweging van de borduurarm en de borduurring. Houd de bovendraad vast en druk op de start/ stoptoets (D) of op het voetpedaal. De machine begint te borduren. C Borduurmodus - Voorbereidingen 7. Rijg de machine in met de eerste kleur op de kleurenlijst (C). D Let op: Deze naai- en borduurmachine heeft de automatische functie Sprongsteken afsnijden.
9. Wanneer de eerste kleur af is, stopt de machine. Er verschijnt een pop-upbericht dat u vraagt van kleur te veranderen. Rijg de machine opnieuw in met de volgende kleur en druk op start/stop om door te gaan met borduren. Elk kleursegment wordt aan het einde afgehecht en de bovendraad wordt afgesneden. Borduurmodus - Voorbereidingen 10. Wanneer het borduurmotief klaar is, snijdt de machine de boven- en onderdraad af en stopt.
Borduurmodus bewerken
Borduurmotief bewerken In Borduurmotief bewerken kunt u borduurmotieven aanpassen, combineren, opslaan, verwijderen en herstellen. De borduureenheid hoeft niet op uw machine te zijn aangesloten om uw motieven te kunnen bewerken. De geladen borduurmotieven worden weergegeven in het borduurgebied (1). Borduurmodus - bewerken Borduurmotief bewerken overzicht 1. Borduurgebied 2. Zoomen 3. Meerdere selecteren 4. Motief selecteren/deselecteren 5. Pijlen 6. Borduurmotief vooruit verplaatsen 7.
Een motief laden Om een borduurmotief te laden, opent u het selectiemenu (32). Selecteer borduurmotieven (A) van de selectiebalk en kies dan één van de volgende vier tabs: C D E B Persoonlijke motieven (B) Borduurmotieven die u heeft gemaakt, aangepast en/of gecombineerd en opgeslagen. Ingebouwde machinemotieven (C) Borduurmotieven die zijn opgeslagen in het permanente naaimachinegeheugen. Ingebouwde minidesigns (D) Borduurmotieven die speciaal zijn gemaakt voor gebruik met Shape Creator.
Een steek laden Om een steek te laden, selecteert u steken (A) op de selectiebalk. Selecteer een categorie en dan een subcategorie. Druk op de gewenste steek op het scherm om Borduurmotief bewerken te laden. Het is mogelijk om eerder opgeslagen patchwork-, enkelmotief- en taperingprogramma’s in Borduurmotief bewerken te laden om in de borduurring te naaien. Borduurmodus - bewerken Als de steek tapering bevat, wordt de stekencombinatie omgezet in een borduurmotief.
3 Motief (motieven) selecteren Bij het laden van borduurmotieven in Borduurmotief bewerken wordt het laatst geladen borduurmotief standaard geselecteerd. Er zijn twee manieren om een ander motief te selecteren. Druk erop op het scherm of loop door de motieven met de pijlen (5). Het geselecteerde borduurmotief is omringd door een groene omlijsting. Let op: Een geselecteerde borduurlettertypetekst wordt omringd door een blauwe omlijsting.
Borduurvolgorde De borduurmotieven worden standaard geborduurd in de volgorde waarin ze in Borduurmotief bewerken zijn geladen. De cijfers tussen de pijlen (A) geven de positie aan in de borduurvolgorde voor de geselecteerde borduurmotieven ten opzichte van het totale aantal borduurmotieven in het borduurgebied. De borduurvolgorde kan worden veranderd met de pictogrammen Borduurmotief vooruit/achteruit verplaatsen.
Spiegelen (12 en 13) Om een motief horizontaal te spiegelen, drukt u op pictogram (12) en voor verticaal spiegelen op pictogram (13). Motief in borduurring verplaatsen (14) Dit wordt gebruikt om motieven die buiten de borduurring staan in het borduurringgebied te zetten. Het motief wordt zo dicht mogelijk bij de vorige positie geplaatst. Ongedaan maken (15) Druk op de pijl die naar links wijst om de laatste aanpassing aan uw borduurmotief ongedaan te maken.
Druk/sleepfuncties U kunt uw stylus gebruiken om direct op het scherm veranderingen te maken door drukken en slepen in het borduurgebied. U kunt het beeld verplaatsen, bewegen, roteren en vergroten/ verkleinen afhankelijk van welke druk/sleepfunctie is ingeschakeld. U kunt ook de pijlen in het wiel (21) gebruiken voor nauwkeurige afstellingen. 17 21 22 Verplaatsen (17) Wanneer “verplaatsen” actief is, kunt u de motieven naar iedere gewenste plaats in het borduurgebied verplaatsen.
Optiebalk 23 24. Meer opties 24 25. Borduurring selecteren 25 26. Garenkleur bewerken 26 27. Shape Creator 27 28. Embroidery stitch editor 28 29. Resize 29 30. Reeksen 30 31. Stitch Creator 31 Borduurmodus - bewerken 23. Borduurmotief opslaan Motief opslaan (23) Druk op het pictogram “motief opslaan” (23) om het motief waar u mee aan het werken bent op te slaan.
Meer opties (24) Raster (A) Druk op het rasterpictogram (A) om een raster op het borduurgebied in/uit te schakelen. Het raster wordt gebruikt als richtlijn bij het combineren of plaatsen van motieven. De afstand tussen de rasterlijnen is gelijk aan 20 mm. Als u inzoomt op het borduurmotief, neemt de afstand tussen deze lijnen af tot 10 mm en 5 mm, aangegeven met lichtere lijnen.
Borduurring selecteren (25) Om de juiste grootte borduurring te selecteren, drukt u op het pictogram voor borduurringselectie (25). Er verschijnt een popup met de borduurringkeuzen, waaronder ook de borduurringen die bij uw erkende PFAFF®-dealer te koop zijn. 25 Nadat u de grootte van uw borduurring hebt geselecteerd, gaat de pop-up automatisch weer dicht. 26 Let op: Borduurringen die alleen kunnen worden gebruikt met de borduureenheid van 350x360 mm worden aangegeven met een lichtere achtergrond.
Shape Creator (27) Borduurmodus - bewerken “Shaping” is een unieke manier om uw prachtige ingebouwde decoratieve steken, reeksen of zelfs borduurmotieven te gebruiken om nieuwe vormen te maken.
DeÀnitie van een controlepunt Een controlepunt is een punt die invloed heeft op de geselecteerde vorm. Iedere vorm is opgebouwd uit verschillende controlepunten. Samen bepalen deze hoe de vorm eruit zal zien. N Een geselecteerd controlepunt is gemarkeerd met een dicht vierkantje (N). Een niet-geselecteerd controlepunt is gemarkeerd met een open vierkantje (O). Alle controlepunten zijn zichtbaar wanneer u de punten bewerkt.
Borduurmodus - bewerken Line positioning selecteren (H) Druk op het pictogram “line positioning selecteren” (H) om een pop-up te openen. U kunt ervoor kiezen om de objecten bovenop de basislijn te plaatsen, op de basislijn of onder de basislijn. De geselecteerde positie heeft invloed op alle objecten van de vorm. H Side positioning selecteren (I) Selecteer welke zijde van de objecten op de basislijn moeten worden geplaatst. Druk op het pictogram “side positioning selecteren” (I) om een pop-up te openen.
Applicatie maken (K) Maak applicatiemotieven in Shape Creator door op het applicatiepictogram (K) te drukken. Druk lang om een venster met twee opties te openen. Borduurmodus - bewerken Selecteer Aangepaste applicatie om decoratieve steken of minidesigns te gebruiken om de knipranden van de applicatie te bedekken. In het eerste kleurblok naait de machine een rechte steek rondom de vorm. Leg de applicatiestof op de genaaide omranding.
Borduurmodus - bewerken Shape Creator voorbeeld 1 - een borduurmotief maken van ingebouwde minidesigns 1. Open in de borduurmodus het selectiemenu, druk op het tabblad voor minidesigns en selecteer borduurmotief 023.vp3 om naar Borduurmotief bewerken te laden. 2. Open Shape Creator. Selecteer de cirkel rechtsom in de lijst (A). Druk op het pictogram van het toetsenblok (B), voer 18 in en druk op OK. 3. Selecteer de druk/sleepfunctie schaalverdeling.
4. Open het selectiemenu en selecteer borduurmotief 023.vp3 opnieuw. Centreer het borduurmotief door op het pictogram in het midden van het wiel te drukken wanneer de druk/sleepfunctie - verplaatsen actief is. 5. Open Shape Creator. Selecteer de cirkel rechtsom in de lijst (A). Druk op het pictogram van het toetsenblok (B), voer 16 in en druk op OK. A B Borduurmodus - bewerken D 6. Druk op Side positioning selecteren (D), selecteer de derde optie van de pop-up en druk op OK. C 7.
Borduurmodus - bewerken Shape Creator voorbeeld 2 - line shaping voor perfect geplaatste knoopsgaten 1. Selecteer in de borduurmodus borduurringgrootte 360x200 en open het selectiemenu. Open steken en selecteer het linnenknoopsgat 1.3.1. 2. Open Shape Creator. Selecteer de rechte lijn van de lijst (A). Selecteer de druk/sleepfunctie - roteren en druk dan eenmaal op het midden van het wiel om de basislijn met 90 graden te draaien.
3. Selecteer de druk/sleepfunctie - schaalverdeling en pas de lijn aan tot de gewenste lengte door middel van drukken en slepen op het scherm of met de pijlen in het wiel. Druk op het toetsenblok en voer het gewenste aantal knoopsgaten in. Druk op Side positioning selecteren en selecteer de vierde optie van de pop-up om de knoopsgaten verticaal te naaien. Borduurmodus - bewerken 4. Sluit Shape Creator en schakel over naar Borduren om de knoopsgaten te borduren.
Embroidery stitch editor (28) 28 3 Reeksen en steken kunnen worden aangepast in Embroidery stitch editor. U kunt ook de reeks of steek die u zelf heeft gemaakt en geladen in Borduurmotief bewerken aanpassen (zie hoofdstuk 5 en 6). Let op: Wanneer een steek of een reeks in Borduurmotief bewerken wordt geladen, worden er automatisch afhechtingen ingevoegd aan het begin en het einde. De afhechtingen zijn alleen zichtbaar wanneer u de steek of de reeks opent in “reeksen”.
Bij het spiegelen (B) wordt de steek binnen zijn eigen gebied gespiegeld. Het heeft geen invloed op de positie van de steek, zoals wanneer spiegelen wordt gebruikt in Borduurmotief bewerken. U kunt ook de druk/sleepfuncties gebruiken om aanpassingen te maken. De geselecteerde steek wordt beïnvloed alsof het een motief is. Let op: Als u aanpassingen maakt aan een reeks of steek in Embroidery stitch editor, kunt u nog gewoon reeksen of Stitch Creator gebruiken om de reeks of steek te wijzigen.
4. Deselecteer de reeks door buiten het motief op het scherm te drukken, of doe dat met de pijlen. 5. Open “reeksen” opnieuw. Selecteer steek nummer 4.1.2. 6. Druk lang op het kopieerpictogram. Voer in de pop-up die verschijnt 7 in en druk op OK voor in totaal acht kopieën. 7. Sluit “reeksen” om de tweede reeks naar Borduurmotief bewerken te laden. 8.
Resize (29) 29 3 “Resize” kan een borduurmotief tot vijf maal kleiner dan het origineel maken of tot acht maal groter. De machine berekent het aantal steken in het motief opnieuw, zodat de originele steekdichtheid behouden blijft. Let op: Om de afmeting minder dan 20% te vergroten of te verkleinen, moet u de druk/sleepfunctie “schaalverdeling” gebruiken. Resize-aanpassingen Selecteer het motief waarvan u de grootte wilt veranderen. Open het resize-venster (29).
Belangrijke informatie over de resize-functie Aangezien motieven worden gedigitaliseerd voor een speciÀeke grootte, is het belangrijk de volgende informatie over resizen in overweging te nemen. Borduur altijd een proeÁapje van uw motief met aangepaste afmeting voordat u het op een werkstuk gaat borduren. • Borduurmodus - bewerken • • Resizen is altijd proportioneel. Als u een motief 30% verkleint, wordt het zowel in de lengte als in de breedte 30% kleiner.
Borduurteksteditor (30) Borduurteksteditor openen De borduurteksteditor wordt automatisch geopend wanneer u een borduurlettertype selecteert in het selectiemenu. U kunt de borduurteksteditor ook openen door een bestaande tekst aan te passen die al in Borduurmotief bewerken staat. Selecteer de tekst en druk op het pictogram voor “reeksen” (30) op de optiebalk. Let op: Als de tekst is gemaakt met steeklettertypes, wordt “reeksen” geopend in plaats van de borduurteksteditor.
Lettertype veranderen U kunt het lettertype en de afmeting van de tekst veranderen door op het pictogram “lettertype veranderen” (E) te drukken. De popup “lettertype veranderen” laat alle beschikbare borduurlettertypen zien. U kunt verschillende maten selecteren voor ieder lettertype. E Wanneer u het lettertype verandert, worden alle letters die u hebt ingevoerd in het venster van de borduurlettertype-editor veranderd in het nieuwe lettertype.
Pop-ups voor het bewerken van borduurmotieven Geselecteerde motieven verwijderen? Uw machine vraagt u om bevestiging wanneer u meer dan één motief hebt geselecteerd om te verwijderen. Alle motieven verwijderen? Uw machine vraagt u om bevestiging wanneer u alle motieven hebt geselecteerd om ze te verwijderen of wanneer u lang op “verwijderen” drukt.
Er is mogelijk niet voldoende diskruimte om de huidige status op te slaan Deze pop-up verschijnt wanneer u naar Borduren gaat en er nog maar weinig geheugen beschikbaar is in de naai- en borduurmachine. Doordat er te weinig geheugen is, is het mogelijk dat u de huidige status niet kunt opslaan tijdens het borduren.
Borduurmodus borduren
Borduren openen Om uw borduurmotieven te borduren, opent u Borduren door op het pictogram Borduren te drukken recht boven het borduurmoduspictogram (A) op de taakbalk. Zorg ervoor dat de borduureenheid is aangesloten en dat de geselecteerde borduurring goed is bevestigd aan de borduurarm. Schakel over naar Borduren door op het pictogram Borduren te drukken recht boven het borduurmoduspictogram (A) op de taakbalk. De functies die bij het borduren worden gebruikt, zijn nu te zien.
Kruisje (1) Tijdens het borduren geeft een kruisje de huidige naaldpositie op het scherm aan. A Kleurenlijst (2) 2 Alle kleuren in de geladen borduurmotieven worden weergegeven in de volgorde waarin ze worden geborduurd. Van iedere kleur op de lijst zijn de kleurvolgorde en het nummer weergegeven. Ook de garenfabrikant, de dikte van het garen en het kleurnummer worden weergegeven. Gebruik de schuifbalk om alle kleuren in de lijst te zien.
Borduurinformatie (E, F, G) De huidige steek in het huidige kleurblok staat naast de afbeelding (E). Het getal na de schuine streep laat het totale aantal steken in het huidige kleurblok zien. De huidige steek in het motief of de combinatie staat naast de afbeelding (F). Het getal na de schuine streep laat het totale aantal steken in het motief of de combinatie zien. Een schatting van de borduurtijd voor het huidige kleurblok staat naast de afbeelding (G).
Kleurblokken sorteren (8) Druk op het pictogram “kleurblokken sorteren” om de kleurblokken te sorteren voordat u gaat borduren. Door kleurblok sorteren wordt het aantal garenkleurwissels verminderd. Als er een kleur overlapt, blijft de kleurvolgorde dezelfde, ook na het sorteren. De functie herkent het ook als er een keerbare borduurring wordt gebruikt. De twee zijden worden afzonderlijk gesorteerd. Het aantal kleurblokken verandert niet en de machine stopt na ieder kleurblok.
Optiebalk Meer opties (10) Achtergrondkleur (A) Druk op het pictogram voor de achtergrondkleur (A) om de actieve achtergrondkleur in het borduurgebied te veranderen. Er verschijnt een venster waarin u uit 64 verschillende kleuren kunt kiezen. Borduurmodus - borduren Achtergrondstof (B) Druk op het achtergrondstof-pictogram (B) om de achtergrondstof in/uit te schakelen. Als er een stofstructuur is geactiveerd, wordt deze weergegeven in het borduurgebied.
Borduurringpositie (11) Gebruik de borduurringpositie-functies om de borduurring in verschillende posities te verplaatsen. Huidige positie Wanneer u terug wilt keren naar de huidige steek en door wilt gaan met borduren waar u was gestopt, drukt u op het pictogram “huidige positie”. U kunt ook eenmaal op de start/stoptoets drukken om terug te keren naar de huidige steek en te beginnen met borduren.
Precise positioning (13) 13 Met “precise positioning” kunt u een motief op een precieze plek op uw stof plaatsen. Het wordt ook gebruikt wanneer u een motief naast een eerder geborduurd motief wilt borduren. Gebruik “zoomen” en “beeld verplaatsen” om er zeker van te zijn dat u het motief precies daar plaatst waar u het wilt hebben. Nauwkeurig afstemmen met het wiel.
Aansluitpunt selecteren en borduurmotief roteren U kunt een tweede positie controleren binnen het motief om er zeker van te zijn dat uw motief goed is uitgelijnd en indien nodig kunt u verdere aanpassingen maken. Schakel (C) in, aansluitpunt. A B Er verschijnt een tweede kruisje, het aansluitpunt. Plaats het kruisje op het punt waarop u een ander deel van het motief wilt aansluiten. De borduurring beweegt met het aansluitpunt mee.
Waarschuwing naald uitschakelen (K) Vink laagste naaldpositie toestaan (K) om de naald tijdelijk toe te staan in een lage positie te zijn wanneer de borduurring wordt verplaatst. De naald kan dan dicht bij de stof blijven wanneer u precise positioning gebruikt. Controleer wel of de naald boven de stof staat om schade aan de naald en de stof te voorkomen. K Let op: De waarschuwing kan niet worden uitgeschakeld wanneer de naald onder de steekplaat is.
3. Om het motief op het scherm uit te lijnen met het eerder geborduurde motief, selecteert u de hoek als aansluitpunt (C). Gebruik de druk/sleepfunctie - verplaatsen of de hoekpictogrammen. C Selecteer de volgende functie, roteer het motief (D) om het aansluitpunt naar de juiste positie in de borduurring te brengen. Gebruik de druk/sleepfunctie - roteren om de motieven in de juiste positie te zetten. Controleer of de naald in de exacte positie staat. 5. Borduurmodus - borduren 4.
Algemene pop-ups voor Borduren Borduureenheid kalibreren Wanneer de borduureenheid wordt bevestigd, vraagt een pop-up u om de borduurring eraf te schuiven en het gebied om de machine vrij te maken voor het kalibreren van de borduurarm. U wordt er ook aan herinnerd om het IDT™ systeem uit te schakelen en de Dynamisch verende voet 6D voor borduren te bevestigen.
Dynamisch verende voet 6D wordt aanbevolen Voor normaal borduurwerk wordt het altijd aanbevolen de Dynamisch verende voet 6D te gebruiken voor het beste resultaat. Als u Dynamisch verende voet 6D voor borduurwerk heeft gedeselecteerd in het Instellingenmenu, geeft de naai- en borduurmachine een pop-up weer wanneer u overschakelt naar borduren, zodat u Dynamisch verende voet 6D kunt selecteren zonder het Instellingenmenu te openen.
Een naald voor open borduurwerk aanbrengen (optioneel accessoire) Sommige opengewerkte borduurmotieven kunnen worden geborduurd met de optionele PFAFF® Naaldenset voor Open Borduurwerk (art.nr. 820 945-096). Deze borduurmotieven zijn gemarkeerd met een symbool voor open borduurwerk in de creative sensation™ Embroidery Collection. Wanneer de machine stopt en dit popupbericht verschijnt, brengt u de bijbehorende open borduurwerk naald aan. Druk op OK en druk op de Start/Stoptoets om verder te gaan.
Bestanden & Mappen
Bestanden & Mappen Bestanden & Mappen wordt gebruikt om al uw motieven, lettertypen en steekbestanden te organiseren, toe te voegen, te verwijderen en te kopiëren. Gebruik het ingebouwde geheugen of een extern apparaat dat op uw machine is aangesloten voor het opslaan. Tijdens het laden van de bestanden naar het selectiegebied, is er een standaardpictogram te zien. 6 Bestanden & Mappen - overzicht Delen van de selectiebalk 1. Steken 2. Lettertypes 3. Borduurmotieven 4. Bestanden & Mappen 5.
Bestandsformaten Uw machine kan de volgende bestandsformaten laden: Motiefbestand • .SHV, .DHV, .VP3, .VIP, .HUS, .PEC, .PES, .PCS, .XXX, .SEW, .JEF, .EXP, .10* en .DST (borduurbestanden) Borduurlettertypebestand • .SPX (steekbestanden) • .SFX (steeklettertypebestanden) • .VF3 (borduurlettertypebestanden) • .WAV (geluidsbestanden) • .TXT- en .
Persoonlijke motieven (13) Sla motiefbestanden op in Persoonlijke motieven (13). U kunt geen mappen aanmaken in de map Persoonlijke motieven. 13 14 15 16 17 Persoonlijke lettertypes (14) Sla borduurlettertypebestanden op in Persoonlijke lettertypes (14). De opgeslagen lettertypes worden zowel in lettertypes (2) als in een snelkoppeling naar Persoonlijke lettertypes (14) weergegeven. U kunt geen mappen aanmaken in de map Persoonlijke lettertypen.
6 Een bestand laden Om een bestand te laden, drukt u op laden (6) of drukt u lang op het bestand. Het wordt naar het daarvoor bestemde venster geladen. 9 Als u meerdere motieven tegelijk wilt openen, klikt u op de motieven die u wilt openen. Druk lang op het laatste borduurmotief. Alle borduurmotieven worden geopend in Borduurmotieven bewerken. Een map openen Om een map te openen in Bestanden & Mappen, drukt u lang op de map. De inhoud van de map wordt weergegeven in het middelste venster.
Organiseren Een nieuwe map aanmaken (18) Druk op het pictogram “nieuwe map aanmaken” (18) om een nieuwe map aan te maken. Er gaat een pop-up open waarin u een naam voor uw map kunt invoeren. De naam van een bestand of map veranderen (23) Selecteer de map waarvan u de naam wilt veranderen en druk dan op dit pictogram om een pop-up te openen waarin u een nieuwe naam kunt invoeren. U kunt dit pictogram ook gebruiken om bestanden een nieuwe naam te geven.
Algemene pop-ups van Bestanden & mappen Geluidsvoorbeeld toepassing U kunt naar een geluid luisteren wanneer u door Bestanden & Mappen bladert. Geluidsbestanden kunnen worden opgeslagen in persoonlijke bestanden. Wanneer u een geluidsbestand selecteert in Bestanden & mappen, wordt dat geopend in de toepassing geluidsvoorbeeld. Druk op het startpictogram om het geluid af te spelen. Let op: U kunt alleen PCM-gecodeerde WAV-bestanden afspelen. Voor de beste resultaten moet het bestand 8-bits mono zijn.
Systeem bezet Wanneer de machine bestanden laadt, opslaat of verplaatst of met iets bezig is dat tijd vergt, is er een zandloper te zien. Bestanden & Mappen Ongeldig bestandstype voor deze map Alleen motieven kunnen worden opgeslagen in Persoonlijke motieven en alleen lettertypebestanden kunnen worden opgeslagen in Persoonlijke lettertypen. Selecteer de juiste map om de bestanden in op te slaan.
Onderhoud
De naaimachine reinigen Maak uw machine regelmatig schoon om ervoor te zorgen dat uw machine goed blijft werken. De machine hoeft niet te worden gesmeerd (geolied). Neem de buitenkant van uw naaimachine af met een zachte doek om eventueel opgehoopt stof of textielresten te verwijderen. Let op: Het gebruik van reinigings- of oplosmiddelen op de naai- en borduurmachine kan het materiaal van de machine beschadigen. Reinig de machine alleen met een zachte droge doek.
Problemen oplossen In deze gids voor het oplossen van problemen vindt u oplossingen voor problemen die u kunt ondervinden met uw machine. Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke ofÀciële PFAFF®-dealer, die u graag zal helpen.
Gebruikt u garen van slechte kwaliteit of garen dat is Neem nieuw garen van betere kwaliteit dat u bij een uitgedroogd? ofÀciële PFAFF® dealer heeft gekocht. Wordt de juiste garenschijf gebruikt? Bevestig een garenschijf die de juiste maat heeft voor het gebruikte garenklosje. Staat de garenpen in de beste positie? Gebruik een andere garenpenpositie (verticaal of horizontaal) Is het gat in de steekplaat beschadigd? Vervang de steekplaat.
Index 5D™ Embroidery Machine Communication CD ....... 1:10 5D™ Embroidery Software............................................ 2:13 5D™ Organizer ....................................................... 2:13, 3:10 5D™ QuickFont ............................................................... 2:13 A AAN/UIT-schakelaar....................................................... 2:2 Aanbevelingen - naaien.................................................... 4:3 Aanpassen LED-verlichting..............................
Computer ......................................................................... 10:4 Computer, aansluiten op ............................................... 2:12 Computeraansluiting...................................................... 2:13 Controlepunt, deÀnitie ................................................... 8:13 Controlepunten selecteren ............................................. 8:13 Controlepunten, selecteren ............................................ 8:13 Crazy-quiltsteken ................
Gelijke selecteren............................................................. 8:11 Geluid herhalen ............................................................... 3:15 Geluidsbestanden................................................... 3:15, 10:7 Geluidsvoorbeeld toepassing ........................................ 10:7 Genaaide zigzagsteek ..................................................... 4:15 Greep ................................................................................... 1:9 Groeperen .....
Index Naaivoet omlaag brengen ................................................ 4:3 Naaivoet vervangen........................................................ 2:11 Naaivoet ............................................................................. 1:8 Naaivoet, omhoog en omlaag brengen .......................... 4:3 Naaivoet, vervangen....................................................... 2:11 Naaivoetdruk ................................................................... 3:13 Naaivoeten ..............
R Raster ................................................................................ 8:10 Reeksen aanpassen............................................................ 5:8 Reeksen in Stitch Creator ................................................. 5:8 Reeksen ........................................................................ 5:2–5:8 Reeksopdrachten ............................................................... 5:4 Resize ..........................................................................
Tussenruimte, selecteren................................................ 8:13 Tweelingnaald ............................................................ 2:6, 3:9 Tweelingnaaldbreedte ...................................................... 3:9 U Uitneembaar bakje voor naaivoeten............................... 1:9 Uitneembare spoelhouder ............................................... 1:9 Uitpakken ........................................................................... 2:2 Universele naald...............
5D™ Embroidery Machine Communication CD (Voor personal computer.
413 31 12-36B • Nederlands • InHouse • © 2011 KSIN Luxembourg II, S.ar.l. • All rights reserved • Printed in Sweden on environmentally-friendly paper www.pfaff.