Operation Manual
4:5
17
13
7 8
B
A
17
Steek-
dichtheid -
Steek-
dichtheid +
Steekdichtheid (13)
Met de steekdichtheidscontrole wordt de dichtheid
aangepast (hoe dicht de cordonsteken die de hele
steek vormen bij elkaar komen). De dichtheid heeft
geen invloed op de werkelijke lengte van de hele
steek.
Druk op + om de dichtheid te verkleinen. Druk op -
om de dichtheid te vergroten.
Let op: Dit wordt vaak gebruikt bij speciaal garen en als
voor een minder dichte cordonsteek wordt gekozen.
Spiegelen (7 en 8)
Druk op pictogram (7) om steken of reeksen
horizontaal te spiegelen. Druk op pictogram (8) om
verticaal te spiegelen.
Balans (17)
Bij het naaien op speciale stoffen of bij het uitvoeren
van een speciale techniek moet u soms de balans
aanpassen.
Naai eerst een steek op een proeÁ apje. Raak het
balans-pictogram (17) aan om het balans-venster
te openen. Gebruik de pictogrammen + en - (A)
om de balans van zijde naar zijde en/of vooruit/
achteruit van de steek aan te passen. Gebruik
de pictogrammen voor het verplaatsen van het
beeld (B) om de hele steek te zien. Verander de
afbeelding op het scherm totdat de afbeelding
overeenkomt met uw genaaide voorbeeld.
Wanneer u opnieuw gaat naaien, wordt de balans
gecorrigeerd.
Ook knoopsgaten kunnen worden gebalanceerd.
Naaimodus