Operation Manual
8:6
6
A
7
12 13
10
9 11
Borduurmodus - bewerken
Borduurvolgorde
De borduurmotieven worden standaard
geborduurd in de volgorde waarin ze in
Borduurmotief bewerken zijn geladen. De
cijfers tussen de pijlen (A) geven de positie aan
in de borduurvolgorde voor de geselecteerde
borduurmotieven ten opzichte van het totale aantal
borduurmotieven in het borduurgebied.
Aanpassingen
Verwijderen (6)
Wanneer u op het pictogram “verwijderen”
drukt, worden de geselecteerde motieven uit het
borduurgebied verwijderd. Als meer dan één motief
is geselecteerd, vraagt een pop-upvenster u het
verwijderen te bevestigen.
Druk lang op het pictogram “verwijderen” om alles
te verwijderen. Er verschijnt een pop-upvenster
voor bevestiging.
Kopiëren (7)
Druk op het pictogram “kopiëren” om een kopie te
maken van de geselecteerde motieven.
Als u meer dan één kopie wilt, druk dan lang op het
pictogram; er verschijnt een pop-up waarin u het
gewenste aantal kopieën kunt invoeren.
Spiegelen (9 en 10)
Om een motief horizontaal te spiegelen, drukt u
op pictogram (9) en voor verticaal spiegelen op
pictogram (10).
Motief in borduurring verplaatsen (11)
Dit wordt gebruikt om motieven die buiten de
borduurring staan in het borduurringgebied te
zetten. Het motief wordt zo dicht mogelijk bij de
vorige positie geplaatst.
Ongedaan maken (12)
Druk op de pijl die naar links wijst om de laatste
aanpassing aan uw borduurmotief ongedaan te
maken. Druk meerdere malen om terug te stappen
door uw aanpassingen.
Let op: Niet alle aanpassingen kunnen ongedaan worden
gemaakt. De pijlen worden grijs als ongedaan maken niet
mogelijk is.
Opnieuw uitvoeren (13)
Opnieuw uitvoeren wordt geactiveerd wanneer u
op Ongedaan maken drukt, zodat u weer vooruit
kunt stappen door uw aanpassingen.