Operation Manual
8:3
E
A
F
DC
B
Borduurmodus - bewerken
Een motief laden
Om een borduurmotief te laden, opent u het
selectiemenu (27). Selecteer borduurmotieven (A)
van de selectiebalk en kies dan één van de volgende
vier tabs:
Persoonlijke motieven (B)
Borduurmotieven die u heeft gemaakt, aangepast
en/of gecombineerd en opgeslagen.
Ingebouwde machinemotieven (C)
Borduurmotieven die zijn opgeslagen in het
permanente naaimachinegeheugen.
Ingebouwde minidesigns (D)
BMinimotieven die zijn opgeslagen in het
permanente naaimachinegeheugen.
Ingebouwde quiltmotieven (E)
Borduurmotieven die speciaal zijn gemaakt voor
quilten. Opgeslagen in het permanente geheugen.
De beschikbare motieven van de geselecteerde tab
worden weergegeven op het scherm. Druk op het
gewenste motief om het in Borduurmotief bewerken
te laden.
Een lettertype laden
Tekst kan worden gemaakt met borduurlettertypen
en met steeklettertypen. Laad een lettertype door
lettertypes (F) te selecteren van de selectiebalk en
druk dan op het gewenste lettertype op het scherm.
Borduurlettertypes worden aangegeven met een
donkere achtergrond. Het lettertype wordt in de
borduurteksteditor geladen.
Steeklettertypen worden aangegeven met een
lichtere achtergrond. Het lettertype wordt in
’reeksen’ geladen. De gemaakte tekst wordt dan in
Borduurmotief bewerken geladen.