Operation Manual
4:9
21
10
12 13 14
Naaimodus
Steekpositie (21)
Voor rechte steken wordt het steekpositie-
pictogram (21) getoond in plaats van het
steekbreedtepictogram. Gebruik + om de naald
naar rechts te verplaatsen en - om de naald naar
links te verplaatsen. Voor rechte steken heeft de
machine 37 naaldposities.
Bij alle steken is het mogelijk de naaldpositie te
veranderen. Druk op het pictogram voor schakelen
breedte/positie (10) om tussen steekbreedte en
steekpositie te schakelen. De steekpositie niet
meer worden veranderd dan tot de limiet van de
maximale steekbreedte. Het veranderen van de
steekpositie begrenst ook de aanpassingen van de
steekbreedte.
Steeklengte (12)
Vergroot of verklein de steeklengte met + en -. Als
u een zigzagsteek of een decoratieve steek verlengt,
wordt de hele steek langer. Als u een cordonsteek
verlengt waarvan de dichtheid kan worden
aangepast, wordt de hele steek langer, maar blijft
de dichtheid hetzelfde.
Steekdichtheid (13)
Met de steekdichtheidscontrole wordt de dichtheid
aangepast (hoe dicht de cordonsteken die de hele
steek vormen bij elkaar komen). De dichtheid heeft
geen invloed op de werkelijke lengte van de hele
steek.
Druk op + om de dichtheid te verkleinen. Druk
op - om de dichtheid te vergroten.
Let op: Dit wordt vaak gebruikt bij speciaal garen en als
voor een minder dichte cordonsteek wordt gekozen.
Steeklengte +Steeklengte -
Steekdichtheid -Steekdichtheid +