Gebruikershandleiding
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28. Elektrische aansluiting Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het betreffende plaatje.
Van harte gefeliciteerd! Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe PFAFF® creative™ 4.0 naai- en borduurmachine. Als echte naailiefhebber hebt u gekozen voor een machine met het nieuwste van het nieuwste op design- en technologiegebied, zodat u al uw creatieve ideeën kunt uitvoeren. Neem voordat u aan de slag gaat de tijd om deze gebruiksaanwijzing door te lezen. U zult al snel ontdekken hoe u optimaal gebruik kunt maken van uw machine.
3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Machineoverzicht PFAFF® HD-scherm 1:7 1:8 Voorkant ....................................................................... 1:8 Achterkant .................................................................... 1:9 Onderdelen bovenkant ............................................... 1:9 Accessoiredoos............................................................. 1:9 Onderdelen van de borduureenheid ......................
6 Stitch Creator Stitch Creator – overzicht 6:1 6:2 Druk/sleepfuncties ..................................................... 6:5 Opties voor het opslaan .............................................. 6:5 Belangrijke informatie over Stitch Creator .............. 6:6 Algemene Stitch Creator-pop-ups 7 Voorbereidingen op het borduren 6:6 7:1 Borduureenheid overzicht ......................................... 7:2 Ingebouwde motieven ................................................
Sommige stoffen geven nog verf af waardoor de stoffen of uw naaimachine kunnen verkleuren. Het kan moeilijk of onmogelijk zijn om deze verkleuring te verwijderen. Fleece- en denimstoffen in met name rood en blauw bevatten vaak overtollige verf. Wanneer u vermoedt dat uw stof/kledingstuk overtollige verf bevat, was het dan altijd voor voordat u het naait of borduurt om verkleuring te voorkomen.
Inleiding
Machineoverzicht 18 19 20 21 22 23 24 1 25 26 3 4 5 6 7 8 9 10 Inleiding 27 17 16 15 2 14 13 12 28 5 29 11 30 Voorkant 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 1:8 Klep met steekoverzicht Draadinrijggleuven Draadafsnijder Aansluiting Sensormatic-knoopsgatvoet LED-verlichting Ingebouwde draadinsteker Naaldstang Draadgeleider Spoelhuisdeksel Steekplaat Vrije arm Naaivoet Persvoetstang en persvoethouder Naaldschroef Achteruitnaaien Achteruitnaai-indicator Actie-indicator 18.
Achterkant 31 31. Handvat 32. IDT 33. Aansluiting borduureenheid 32 33 Onderdelen bovenkant 34 35 36 37 45 44 43 42 41 Inleiding 34. Voorspanningschijf voor inrijgen en opwinden van de spoel 35. Spoelgeleider voor opspoelen 36. Draadgeleider 37. Spoeldraadgeleiders 38. Spoelgeleider 39. Spoelas 40. Onderdraadafsnijder 41. Extra garenpen 42. Garenschijven 43. Garenpen 44. Draadspanning 45.
Onderdelen van de borduureenheid (type BE16) 49. Ontkoppelingstoets borduureenheid 50. Afstelpootjes 51. Aansluiting borduureenheid 52. Aansluiting borduurring 53. Borduurarm 50 52 50 51 54 Inleiding Bijgeleverde accessoires Accessoires 54. Stylus 55. Garennetje 56. Kantgeleider 57. Vilten ringetje 58. USB Embroidery stick 59. Schroevendraaier 60. Tornmesje 61. Kwastje 62. Garenschijf, groot (2) 63. Garenschijf, gemiddelde grootte 64. Garenschijf, klein 65. Spoelen 66. Universeel gereedschap 67.
Naaivoeten Naaivoet 0A Naaivoet 1A Naaivoet 2A Naaivoet 3 Naaivoet 4 Naaivoet 5M Naaivoet 6A Naaivoet 7 Inleiding Naaivoet 5A Standaardnaaivoet met IDT (op de machine bevestigd bij levering) Deze voet wordt hoofdzakelijk gebruikt voor rechte steken en zigzagsteken met een steeklengte van meer dan 1,0 mm. Siersteekvoet met IDT Deze voet wordt gebruikt voor het maken van decoratieve steken. De groef aan de onderkant van de naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de steken.
Stekenoverzicht Nuttige steken Steek Steeknummer 1.1.1 Naam Beschrijving Rechte steek Voor aan elkaar naaien en doorstikken. Selecteer uit 37 verschillende naaldposities. Inleiding Let op: Deze steek maakt een sterkere afhechting dan steek 2.1.1. 1:12 1.1.2 Elastische drievoudige rechte steek Versterkte naad. Doorstikken. 1.1.3 Rechte steek achteruit Doorlopend achteruit naaien met stevige afhechting. 1.1.4 Rijgsteek Enkele steek gebruikt om te rijgen.
1.2.2 Gesloten overlocksteek In één stap naaien en afwerken. 1.2.3 Gesloten overlocksteek In één stap naaien en afwerken met verstevigde rand. 1.2.4 Elastische afwerksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken. 1.2.5 Standaard afwerksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken met verstevigde rand. 1.2.6 Overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken. 1.2.7 Gesloten overlocksteek In één stap naaien en afwerken, patchwork, zomen. 1.2.
Inleiding 1:14 1.3.8 Afgerond knoopsgat Knoopsgat voor dunne kleding of jasjes. 1.3.9 Sierknoopsgat met driehoekige trens Sierknoopsgat 1.3.10 Elastisch knoopsgat Knoopsgat voor elastische stoffen. 1.3.11 Kruissteekknoopsgat Sierknoopsgat 1.3.12 Sierknoopsgat Sierknoopsgat 1.3.13 Professioneel mantelknoopsgat Professioneel kleermakersknoopsgat voor jasjes en broeken. 1.3.14 Sier-mantelknoopsgat Sierknoopsgat voor jasjes. 1.3.
Decoratieve steken 2.2 Quiltsteken – Traditionele quiltsteken 2.3 Quiltsteken – Meandersteken 2.4 Quiltsteken – Crazy-patchworksteken 3.1 Naaldkunststeken – Kruissteken 3.2. Naaldkunststeken – Ajoursteken 3.3 Naaldkunststeken – Traditionele borduursteken 3.3 Naaldkunststeken – Traditionele borduursteken Inleiding 2.
Inleiding 3.4 Naaldkunststeken – Smoksteken 4.1 Decoratieve steken – Schulpranden 4.2 Decoratieve steken – Cordonsteken 4.3 Decoratieve steken – Bladen en bloemen 4.4 Decoratieve steken – Kunststeken 4.5 Decoratieve steken – Versiersteken 4.6 Decoratieve steken – Bogen en harten 4.
4.
Voorbereidingen
Uitpakken 1. Plaats de doos op een stevige, vlakke ondergrond. Til de machine uit de doos, verwijder de buitenste verpakking en til de beschermkap eraf. 2. Verwijder al het andere verpakkingsmateriaal en de plastic zak. 3. Schuif de accessoiredoos van de machine en verwijder het styrofoam (piepschuim). Let op: Als styrofoam achterblijft in de accessoiredoos kan dit van invloed zijn op de stekenkwaliteit. Styrofoam is uitsluitend bedoeld als verpakkingsmateriaal en moet verwijderd worden.
De machine opbergen na het naaien 1. 2. 3. 4. 5. 6. De hoofdschakelaar (3) uitzetten. Trek de voedingskabel eerst uit het stopcontact en vervolgens uit de machine (2). Haal de stekker van het voetpedaalsnoer uit de machine (1). Rol het snoer van het voetpedaal op in de ruimte op de onderkant van het voetpedaal. Berg alle toebehoren op in de accessoiredoos. Schuif de doos op de machine om de vrije arm. Plaats het voetpedaal in de ruimte boven de vrije arm. Plaats de beschermkap op de machine.
Garenpennen Uw naaimachine heeft twee garenpennen: een hoofdgarenpen en een extra garenpen. De garenpennen zijn geschikt voor alle soorten garen. De hoofdgarenpen is instelbaar en kan worden gebruikt in een horizontale positie (de draad wordt van het klosje afgerold) of in een verticale positie (het klosje draait). Gebruik de horizontale positie voor normaal garen en de verticale positie voor grote klossen of garen met speciale eigenschappen.
De machine inrijgen Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste stand bevinden. 1. Schuif het garen op de garenpen en zet deze vast met een passende garenschijf. 2. Breng de draad door de draadgeleider door deze van voren naar achteren te trekken (A). Zorg ervoor dat de draad op zijn plaats klikt. Trek de draad dan onder de spoeldraadgeleider (B) op de voorspanningsschijf (C). 3. Rijg de draad omlaag door de rechter inrijggleuf en dan omhoog door de linker inrijggleuf. 4.
Voorbereidingen De tweelingnaald inrijgen Vervang de normale naald door een tweelingnaald. Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste stand bevinden. 1. Schuif het garen op de garenpen en zet deze vast met een passende garenschijf. Breng de extra garenpen omhoog. Schuif een grote garenschijf en een vilten onderlegger op de pen. Plaats de tweede draad op de garenpen. 2. Trek de draden door de draadgeleider door deze van voren naar achteren te trekken (A).
Spoelen Opspoelen met ingeregen machine Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste stand bevinden. Trek de draad uit de naald om te voorkomen dat de naald verbuigt. Breng de draad omhoog vanaf draadgeleider bij de naald (D), omhoog door de linker inrijggleuf en door de onderdraadgeleiders (E). Volg dan stap 4 en 5 hierboven. B C D A E Voorbereidingen Spoelen vanuit horizontale positie 1. Plaats een lege spoel op de spoelas, met het logo omhoog.
Spoelen tijdens het borduren of naaien Breng de extra garenpen omhoog. Plaats een passende garenschijf, een vilten onderlegger en een garenklosje op de garenpen. De bovendraad (blauw) wordt in de draadgeleider (A) en onder de spoeldraadgeleider (B) geplaatst. Trek de onderdraad (rood) linksom boven de spanningsschijf (B) en door de onderdraadgeleiders (C). Volg dan stap 4 en 5 van de vorige pagina. B C Voorbereidingen A De spoel plaatsen 1. 2. 3. 4.
Ingebouwd Dubbel Transport (IDT) Voor een soepele verwerking van iedere stofsoort biedt PFAFF® creative™ 4.0 naai- en borduurmachine de ideale oplossing: het IDTsysteem (Ingebouwd Dubbel Transport). Net als bij industriële machines zorgt het IDT voor een gelijktijdig stoftransport zowel van onder als van boven. De stof wordt nauwkeurig geleid. Het materiaal wordt nauwkeurig getransporteerd. Bij dunne of lastige stoffen zoals zijde of rayon voorkomt het Ingebouwd Dubbel Transport het rimpelen van de naad.
Naalden De naaimachinenaald speelt een belangrijke rol bij succesvol naaien. Gebruik alleen naalden van goede kwaliteit. Wij raden naalden van systeem 130/705H aan. In het naaldendoosje dat bij uw machine wordt geleverd, vindt u naalden in de meest gebruikte maten. Universele naald (A) Universele naalden hebben een licht afgeronde punt en zijn verkrijgbaar in veel verschillende maten. Voor algemeen naaien in veel verschillende stoftypen en -dikten.
Een naaivoet verwisselen De naaivoet verwijderen Duw de naaivoet omlaag totdat hij loskomt van de naaivoethouder. De naaivoet bevestigen Plaats de pennetjes op de voet op één lijn met de opening onder de naaivoethouder. Druk omhoog totdat de voet vastklikt. U kunt ook de toetsen voor het omhoog/omlaag brengen van de naaivoet gebruiken om de naaivoethouder omhoog of omlaag te brengen.
USB-poorten Uw machine heeft twee USB-poorten – één om de naaimachine op uw computer aan te sluiten, en één waarop u uw USB-borduurstick, optioneel cdstation, optionele USB-hup of optionele muis kunt aansluiten. Let op: Vraag uw plaatselijke erkende PFAFF®-dealer naar USB-apparaten voor uw machine. Voorbereidingen USB embroidery stick Bij uw machine wordt een USB embroidery stick geleverd.
De machine aansluiten op de computer Bij uw machine wordt een Embroidery Machine Communication-cd geleverd (in de achteromslag van deze gebruikershandleiding). Deze cd moet worden geïnstalleerd voordat de machine voor de eerste maal op uw computer wordt aangesloten. Wanneer de software die op de cd staat, is geïnstalleerd en de machine en de computer via de USB-kabel met elkaar zijn verbonden, kunt u eenvoudig motieven of andere bestanden naar uw machine overbrengen.
Voorbereidingen 8. Nu kunt u uw borduurmachine op uw computer aansluiten. Er verschijnt een bericht dat u meldt wanneer uw borduurmachine klaar is voor gebruik. Windows® XP 6. Klik vanuit het hoofdmenu van uw cd op de optie Stuurprogramma’s installeren voor Windows® XP. Er zijn alleen stuurprogramma’s beschikbaar voor 32-bits Windows® XP. 7.
D E A F G H I J C B Toetsen en pictogrammen Indicator “achteruitnaaien” (B) De indicator “achteruitnaaien” wordt verlicht wanneer de achteruitnaaitoets wordt ingedrukt. De indicator wordt ook verlicht bij het permanent achteruitnaaien. Actie-indicator (C) De actie-indicator wordt verlicht om aan te geven dat een handeling moet worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld “tapering”. Het pictogram blijft verlicht totdat de handeling is uitgevoerd.
D E Voorbereidingen A F C B Onmiddellijk afhechten (H) Druk op onmiddellijk afhechten tijdens het naaien. Uw machine naait dan enkele afhechtsteken en stopt automatisch. Het afhechten wordt automatisch ingeschakeld wanneer afsnijden is gebruikt. Door de afhechttoets nogmaals aan te raken terwijl de actie-indicator brandt, kan de functie worden uitgeschakeld. De afhechtfunctie kan worden geprogrammeerd; zie hoofdstuk 4.
PFAFF® HD-scherm
PFAFF® HD-scherm Uw machine is uitgerust met een PFAFF® HD-scherm. Deze technologie biedt een geweldige resolutie en kleur. Werken met het scherm is heel gemakkelijk - raak het gewoon aan met uw stylus of uw vinger om uw keuzen te maken. Op de taakbalk aan de onderkant van het scherm staan de belangrijkste functies en help. Iedere geopende modus heeft zijn eigen kleur om het gebruik van de machine eenvoudiger te maken.
De taakbalk gebruiken Schakel tussen de naaimodus en de borduurmodus met het schakelpictogram (1). Het pictogram voor de actieve modus is gemarkeerd en vergroot. Druk op het pictogram op de taakbalk om een functie in te schakelen. Wanneer een functie is ingeschakeld, wordt het pictogram geselecteerd en kunt u uw aanpassingen maken. Wanneer u klaar bent, sluit u de weergave door opnieuw op het pictogram te drukken.
Selectiemenu PFAFF® HD-scherm Het selectiemenu heeft een selectiebalk aan de onderkant met pictogrammen voor steken, lettertypen, motieven en bestanden en mappen. In hoofdstuk 10 kunt u meer lezen over bestanden en mappen. Selecteer één van de pictogrammen op de selectiebalk om de menu's te openen. Wanneer een steek, lettertype of motief is geselecteerd, wordt het selectiemenu automatisch gesloten. Om naar de vorige weergave te gaan, sluit u het door op annuleren te drukken. Selectiemenu - overzicht 1.
Een lettertype selecteren Steeklettertypen zijn aangegeven met een grijze achtergrond en borduurlettertypen hebben een roze achtergrond. Selecteer een lettertype door erop te drukken. Gebruik de schuifbalk om extra lettertypen te zien. Wanneer een borduurlettertype is geselecteerd, wordt de borduurteksteditor automatisch geopend. U kunt verschillende maten selecteren voor ieder lettertype.
Borduurteksteditor PFAFF® HD-scherm Wordt gebruikt om tekst die met borduurlettertypen is geschreven te maken of aan te passen. Selecteer een borduurlettertype in het selectiemenu om het te openen. U kunt ook een bestaande tekst selecteren in 'borduurmotief bewerken' en dan op reeksen/borduurteksteditor drukken op de taakbalk. 3:6 Borduren Om uw motief te borduren, moet u van 'borduurmotief bewerken' schakelen naar 'borduren' door op het borduur-schakelpictogram op de taakbalk te drukken.
Reeksen Met 'reeksen' kunt u diverse steken combineren en aanpassen. U kunt ingebouwde steken gebruiken, steken laden van externe apparaten of steken gebruiken die u zelf hebt gemaakt. U kunt afhechtingen, stops en het afsnijden van de draad in uw reeks programmeren. Met Stitch Creator kunt u uw eigen 9 mm-steek maken of ingebouwde steken bewerken. Voeg uw steek toe, verwijder, verplaats uw steek en pas de steek aan - allemaal direct op het scherm.
Menu Instellingen In het menu Instellingen kunt u automatische instellingen annuleren en handmatig aanpassingen maken aan de machine-instellingen (A), de geluidsinstellingen (B) en de scherminstellingen (C). Druk op de pictogrammen om een functie in te schakelen of een keuzelijst te openen. De instellingen blijven ook bewaard nadat u de machine uitzet. Machine-instellingen (A) PFAFF® HD-scherm Naam eigenaar Druk op het pictogram om een pop-up op te roepen waarin u uw naam kunt invoeren.
Sprongsteken afsnijden Uw machine is uitgerust met de automatische functie sprongsteken afsnijden. Dankzij deze functie hoeft u geen draden meer af te knippen wanneer het borduurmotief klaar is. Wanneer Sprongsteken afsnijden is geselecteerd, snijdt uw machine de bovenste sprongsteekdraad af en trekt het draaduiteinde naar de onderkant van de stof terwijl u borduurt. Let op: De machine snijdt ook de draad af nadat u met een nieuwe kleur bent begonnen.
PFAFF® HD-scherm Sensormatic free-motion Schakel dit in om de machine in de Sensormatic free-motion-modus te zetten voor naaivoet 6A. De transporteur gaat automatisch omlaag. Bij free-motion naaien met lage snelheid, gaat de voet bij elke steek omhoog en omlaag om de stof correct op de steekplaat te houden terwijl de steek wordt gemaakt. Bij een hogere snelheid zweeft de naaivoet tijdens het naaien over de stof. De stof moet met de hand worden bewogen.
Geluidsinstellingen (B) U kunt de geluidsinstellingen op uw machine veranderen voor verschillende situaties. Selecteer eerst uit de lijst (G) welke geluidsgebeurtenis u wilt veranderen. Selecteer dan het geluid (H) dat u wilt afspelen door op de toets te drukken. U kunt het geluid horen wanneer u op de geluidstoets drukt. Iedere gebeurtenis kan een ander geluid hebben.
Scherminstellingen (C) Taal Druk op het pictogram om de beschikbare talen te bekijken. Selecteer uw gewenste taal van de lijst door erop te drukken. Kalibreren Het is mogelijk dat het scherm gekalibreerd moet worden voor de manier waarop u op het scherm drukt. Druk op het pictogram voor kalibreren om een speciaal scherm te openen voor het kalibreren van het PFAFF® HD-scherm. Volg de instructies op het scherm om te kalibreren.
Infomenu Wanneer u op het pictogram van het infomenu op de taakbalk drukt, kunt u uit twee opties kiezen persoonlijke info (A) en opmerkingen (B). Persoonlijke info (A) In Persoonlijke info staat de naam van de eigenaar, informatie over de software van de machine en het serienummer. Opmerkingen (B) U kunt tekst- en HTML-bestanden op uw machine openen en lezen. In de weergave van de opmerkingen zijn de tekstbestanden te zien. Deze bestanden worden geopend vanuit Bestanden en mappen.
Naaimodus
Naaimodus In de naaimodus kunt u steken selecteren, aanpassen en naaien. U kunt ook naar Stitch Creator gaan en naar 'reeksen' om uw eigen steken en reeksen te maken. Uw geselecteerde steek wordt op ware grootte weergegeven in het stekengebied. De aanbevelingen en machine-instellingen zijn bovenaan te zien. Naaimodus – overzicht Naaimodus Naaiadviezen Instellingen machine Steekkeuzegebied Schuifbalk (Scroll door de stekencategories) 5. Geselecteerd steeknummer 6. Stekenveld 7. Horizontaal spiegelen 8.
Een steek selecteren 3 Om een steek te selecteren raakt u de betreffende steek aan in het steekkeuzegebied (3). U kunt door de lijst met steken bladeren met de schuifbalk aan de rechterkant. Het nummer van de huidige subcategorie staat onder de schuifbalk (4). U kunt ook een steek selecteren uit het selectiemenu. Naaiadviezen (1) Toont aanbevelingen voor de steek die op dat moment is geselecteerd.
Optiebalk Opties voor het opslaan (15) Selecteer waar u de steek wilt opslaan, open de verschillende opties onder 'opslaan' (15). 15a Naaimodus Persoonlijke standaardsteek opslaan (15a) Selecteer uw steek en druk dan op dit pictogram (15a) om uw standaardsteek te bevestigen. Deze steek wordt nu geselecteerd wanneer u de machine aanzet.
Opslaan in Persoonlijke bestanden (15c) Om een steek op te slaan in uw Persoonlijke bestanden raakt u het pictogram 'opslaan' aan (15) en selecteert u 'opslaan in Persoonlijk menu' (15c). Het pictogram opent een nieuw venster waarin u kunt selecteren waar u uw steek wilt opslaan. U kunt opslaan in een map in uw Persoonlijke bestanden of in een goedgekeurd extern apparaat. Afhechtopties (16) Naaien met afhechtopties geselecteerd 1. Afhechten aan het begin (16a) wordt uitgevoerd zodra u begint te naaien. 2.
Snelheidsregeling (17) Met deze functie kunt u de maximum-naaisnelheid eenvoudig verlagen. Druk gewoon op het snelheidscontrolepictogram om de snelheid te verlagen. Deselecteer het pictogram om terug te keren naar de normale snelheid. U kunt de ingestelde snelheidslimiet veranderen. Druk lang op het snelheidscontrolepictogram om een pop-up op te roepen. Stel de gewenste snelheidslimiet in door de toets naar rechts of naar links te schuiven en sluit dan de pop-up.
Enkelmotiefprogramma (B) Activeer het enkelmotiefprogramma door op het pictogram (B) te drukken. Wanneer u het enkelmotiefprogramma selecteert, beslist u hoeveel herhalingen van de steek u wilt naaien. Stel het aantal herhalingen in met de pictogrammen aan de rechterkant (E). Het aantal gekozen herhalingen is te zien tussen de pictogrammen + en -. De geschatte lengte van de herhalingen staat in het voorbeeldgebied (D). De machine stopt automatisch wanneer de herhalingen zijn genaaid.
Balans (19) 19 Bij het naaien op speciale stoffen of bij het uitvoeren van een speciale techniek moet u soms de balans aanpassen. Naai eerst een steek op een proeÁapje. Druk op het balans-pictogram op de optiebalk om het balansvenster te openen. Balanceer de steek met de pictogrammen + en - (G). Gebruik de pictogrammen voor het verplaatsen van het beeld (F) om de hele steek te zien. Verander de afbeelding op het scherm totdat de afbeelding overeenkomt met uw genaaide voorbeeld.
Steekpositie (21) Voor rechte steken wordt het steekpositiepictogram (21) getoond in plaats van het steekbreedtepictogram. Gebruik + om de naald naar rechts te verplaatsen en - om de naald naar links te verplaatsen. Voor rechte steken heeft de machine 37 naaldposities. Bij alle steken is het mogelijk de naaldpositie te veranderen. Druk op het pictogram voor schakelen breedte/positie (10) om tussen steekbreedte en steekpositie te schakelen.
Naaimodus Draadspanning (14) Druk op + om de bovendraadspanning te verhogen en op - om de bovendraadspanning te verlagen. Voor mooie en duurzame steken moet u controleren of de bovendraadspanning goed is afgesteld; voor algemeen naaien wil dat dus zeggen dat de draden tussen de stoÁagen verknopen. Als de onderdraad zichtbaar is op de bovenkant van de stof, is de bovendraadspanning te hoog. Verlaag de bovendraadspanning.
Aantal steken knoop (23) Druk op + om het aantal te naaien steekherhalingen te vermeerderen en op - om het te verminderen tijdens het aannaaien van een knoop. 23 Naaimodus Startpositie reeks (9) Bij het naaien van een reeks kunt u overal in de reeks beginnen te naaien. Gebruik de pijlen (9) om door de reeks te lopen.
Naaitechnieken Voor deze technieken kunnen speciale naaivoeten en accessoires nodig zijn. Genaaide zigzagsteek Naaimodus Met steek nr. 1.1.9 kunt u onafgewerkte randen afwerken. Zorg ervoor dat de naald de stof aan de linkerzijde doorboort en aan de rechterrand afwerkt. Steek nr. 1.1.9 kan ook worden gebruikt als elastische steek om elastiek te bevestigen in pyjama’s, rokken en sportkleding. Knoopsgaten U vindt knoopsgaten in categorie 1, subcategorie 1.3 in het selectiemenu.
Sensormatic-knoopsgat Wanneer u een knoopsgat naait met de Sensormatic-knoopsgatvoet, pas de lengte van de opening (22) dan aan tot iets groter dan de maat van de knoop. U kunt uw knoop meten met de knoopmeter op het deksel. Stel de lengte van de opening in en controleer of de rode pijl gelijk is met de markering op de naaivoet. Begin te naaien door het voetpedaal in te drukken of door op de start/stoptoets te drukken. Het knoopsgat wordt automatisch afgemaakt en de draden worden afgesneden.
Naaimodus Knoopsgat met contourdraad Knoopsgaten met contourdraad die worden genaaid met contourdraden zijn stabieler, duurzamer en professioneler van vorm. Gebruik daarvoor parelgaren of normaal contourdraad. 1. Leg het midden van een stuk contourdraad over de metalen haak die aan de middenachterkant van de knoopsgatvoet uitsteekt. Leid de uiteinden van de draad onder de voet door en trek ze omhoog in de linker- en rechtergeleider aan de voorkant van de naaivoet. 2.
Zomen naaien in dikke stof Bij het naaien van naden in zeer dikke stof of een zoom in spijkerstof, kan de voet kantelen wanneer de machine over de naad gaat. Gebruik het multifunctionele gereedschap om de hoogte van de naaivoet tijdens het naaien gelijk te houden. De ene kant van het multifunctionele gereedschap is dikker dan de andere kant. Gebruik de kant die het best bij de dikte van de zoom past.
Elastische blindzoomsteek De elastische blindzoomsteek 1.1.17 is speciaal geschikt voor rekbare materialen, omdat de zigzag in de steek ervoor zorgt, dat de steek kan worden uitgerekt. De zoom wordt tegelijkertijd afgewerkt en genaaid. Bij de meeste gebreide stoffen is het niet nodig om eerst de onafgewerkte rand af te werken. Naaimodus Rits inzetten Er zijn verschillende manieren om ritsen in te zetten. Volg de aanwijzingen op uw motief voor het beste resultaat.
Algemene naaipop-ups Systeem bezet Wanneer de machine bestanden laadt, opslaat of verplaatst of met iets bezig is dat tijd vergt, is er een zandloper te zien. Spoel leeg Wanneer de spoel bijna leeg is, stopt de machine automatisch en verschijnt er een pop-up op het scherm. Vervang het lege spoeltje door een volle. Let op: U kunt naaien totdat de draad op is. Ga gewoon door met naaien zonder het pop-up venster te sluiten. Controleer bovendraad De machine stopt automatisch als de bovendraad op is of breekt.
Reeksen
Reeksen In de functie reeksen kunt u een reeks steken maken en aanpassen. Combineer verschillende 9 mm-steken en steeklettertypen van de machine of van een extern apparaat. Steken die in Stitch Creator zijn gemaakt kunnen ook in een reeks worden ingevoegd. U kunt reeksen maken tot maximaal ongeveer 500 mm (20") lang. In de linker bovenhoek (1) kunt u zien hoe lang de reeks is waar u mee bezig bent. Reeksen Reeksen – overzicht 1. Lengte van de reeks bij benadering 2. Steekkeuzegebied 3.
Een reeks maken De actieve positie wordt gemarkeerd door een cursor en de geselecteerde steek of letter wordt met rood gemarkeerd. Ingevoegde steken worden op de plaats van de cursor gezet. Alleen de geselecteerde steek kan worden aangepast. Beweeg de cursor door de reeks heen met de pijlen (9). Tussen de pijlen is het nummer van de huidige steek te zien, naast het totale aantal steken in de reeks. Open het selectiemenu om een steeklettertype te laden. Selecteer het gewenste lettertype.
Optiebalk Opties voor het opslaan (14) U kunt uw reeks opslaan in een persoonlijk menu (14a) of in persoonlijke bestanden (14b). Reeksen Reeksopdrachten (15) 5:4 U kunt afhechtingen, stops en het opdrachten voor het afsnijden van de draad in uw reeks programmeren. Deze opdrachten worden in de reeks opgenomen en worden altijd uitgevoerd tijdens het naaien. Gebruik de afhechtopdracht (15a) als u een stevige afhechting wilt. U kunt op iedere gewenste plaats in de reeks afhechtopdrachten invoegen.
Horizontaal voorbeeld (16) 16 Druk op het voorbeeld-pictogram om uw reeks horizontaal te bekijken. Uw reeks wordt getoond op een pop-up. Als de reeks te lang is voor het venster, kunt u zoomen naar alles (A) om de hele reeks te zien. U kunt ook met de pijlen (B) door de reeks bladeren. B A Een reeks naaien Reeksen Ga terug naar de naaimodus of naar 'borduurmotief bewerken' om de reeks te naaien. Sluit de functie reeksen door op het pictogram voor reeksen op de taakbalk te drukken.
Belangrijke informatie over reeksen Reeksen kan zowel in de naai- als in de borduurmodus worden gebruikt. Een reeks die is gemaakt wanneer de borduurmodus actief is, wordt een borduurmotief wanneer hij wordt opgeslagen en kan niet als steek in de naaimodus worden genaaid. Reeksen Een reeks opslaan Als de naaimodus actief is, kunt u uw reeks in een persoonlijk menu (A) en in persoonlijke bestanden (B) opslaan.
Stitch Creator
Stitch Creator In Stitch Creator kunt u compleet nieuwe steken maken en ieder afzonderlijk steekpunt aanpassen. Pas steken aan en maak uw eigen steken. U kunt steken direct op het scherm toevoegen, wissen, verplaatsen en combineren. Maak een steek van apart ontworpen steken of gebruik bestaande steken of letters. U kunt ook een ingebouwde steek invoegen en die dan bewerken tot uw eigen versie. De breedte van het stekengebied is 9 mm en de maximale steeklengte is 6 mm.
DeÀnitie van een steekpunt Een steekpunt is het punt waarop de naald door de stof gaat. Steken zijn verbonden door steekpunten. Een gemarkeerd steekpunt wordt aangegeven met een dicht vierkantje; een geselecteerd steekpunt wordt aangegeven met een open vierkantje. Een geselecteerd steekpunt verwijderen (4) Als u één steekpunt wilt verwijderen, selecteert u het en drukt u op het pictogram 'verwijderen'. Als meer dan één steekpunt is geselecteerd, worden die allemaal verwijderd als u op het pictogram drukt.
Zoomen (10) Wanneer u de zoom-pictogrammen gebruikt, blijft de focus op het gemarkeerde steekpunt. De afstand tussen de rasterlijnen is gelijk aan 1 mm op de stof. Als u inzoomt op het stekengebied, verschijnen er dunnere rasterlijnen. De afstand tussen deze lijnen is gelijk aan 0,5 mm. Als u uitzoomt, zijn alleen de randlijnen van het stekengebied zichtbaar. Stitch Creator Steken/steekpunten selecteren Om een steekpunt te selecteren, drukt u er op het scherm op met uw stylus.
Druk/sleepfuncties Gebruik uw stylus om direct op het scherm veranderingen te maken door drukken en slepen in het stekengebied. U kunt het beeld verplaatsen en steek/steekpunten verplaatsen afhankelijk van welke druk/sleepfunctie is ingeschakeld. U kunt ook de pijlen in het wiel gebruiken om kleine aanpassingen te maken. Verplaatsen (13) U kunt de geselecteerde steek of steekpunten verplaatsen met uw stylus op het scherm of door op de pijlen in het wiel te drukken (15).
Belangrijke informatie over Stitch Creator Stitch Creator kan zowel in de naai- als in de borduurmodus worden gebruikt. Een steek die is gemaakt wanneer de borduurmodus actief is, wordt een borduurmotief wanneer hij wordt opgeslagen en kan niet als steek in de naaimodus worden genaaid. Stitch Creator Een steek opslaan Als de naaimodus actief is, kunt u uw steek in een persoonlijk menu (A) en in persoonlijke bestanden (B) opslaan.
Voorbereidingen op het borduren
E B D A B C Voorbereidingen op het borduren Borduureenheid overzicht (type BE16) A Ontkoppelingstoets borduureenheid B Afstelpootjes C Aansluiting borduureenheid D Aansluiting borduurring E Borduurarm Let op: Bij uw plaatselijke ofÀciële PFAFF® dealer is een grotere borduureenheid verkrijgbaar, van 360 x 350 mm. Ingebouwde motieven In het geheugen van uw machine zitten ongeveer 100 motieven.
creative™ 4.0 Embroidery collection Blader door de creative™ 4.0 Embroidery collection voor motieven en lettertypen. Het motiefnummer, de stekentelling (aantal steken in het motief) en de grootte van het motief staan naast ieder motief. De voorgestelde garenkleuren voor ieder kleurnummer worden weergegeven. De borduureenheid aansluiten Voorbereidingen op het borduren Er is een afgedekte aansluiting achter de vrije arm; zie afbeelding.
Voorbereidingen op het borduren De stof in de borduurring spannen Leg een laag versteviging onder de stof voor de beste borduurresultaten. Zorg ervoor dat u de versteviging en de stof glad en stevig in de borduurring opspant. 1. Open de quick release (A) op de buitenring. Verwijder de binnenring. Leg de buitenring op een stevige platte ondergrond met de schroef rechts onder. Er staat een pijltje in het midden van de onderste rand van de borduurring dat gelijk moet komen met een pijltje op de binnenring. 2.
Aan de slag met borduren 1. 2. creative 4.0 Breng na het bevestigen van de borduureenheid en de borduurvoet een spoeltje met dun onderdraad aan. Let op: Zorg dat het IDT is uitgeschakeld. Span een stuk stof in de ring en schuif de borduurring op de machine. Open selectiemenu (A) om een motief te selecteren. Druk er eenmaal op om het naar de borduureenheid te laden. 4. De machine schakelt automatisch over naar 'borduurmotief bewerken'. Het motief wordt in het midden van de ring geplaatst.
Voorbereidingen op het borduren 7. 7:6 Maak voldoende ruimte vrij voor de beweging van de borduurarm en de borduurring. Houd de bovendraad vast en druk op de start/ stoptoets (D) of op het voetpedaal. De machine begint te borduren. 8. Na een paar steken houdt de machine op en ziet u een pop-upvenster met de mededeling dat u het draadeinde moet afknippen. Knip de draad af en druk op start/stop om door te gaan met borduren. 9. Wanneer de eerste kleur af is, stopt de machine.
Borduurmodus – bewerken
Borduurmotief bewerken In 'borduurmotief bewerken' kunt u motieven aanpassen, combineren, opslaan, verwijderen en herstellen. De borduureenheid hoeft niet op uw machine te zijn aangesloten om uw motieven te kunnen bewerken. De geladen motieven worden weergegeven in het borduurgebied (1). Borduurmotief bewerken – overzicht Borduurmodus – bewerken 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.
Een lettertype laden Tekst kan worden gemaakt met borduurlettertypen en met steeklettertypen. Laad een lettertype door lettertypen (B) te selecteren van de selectiebalk en druk dan op het gewenste lettertype op het scherm. Borduurlettertypen worden aangegeven met een roze achtergrond. Het lettertype wordt in de borduurteksteditor geladen. Steeklettertypen worden aangegeven met een grijze achtergrond. Het lettertype wordt in 'reeksen' geladen.
Motief (motieven) selecteren Borduurmodus – bewerken Bij het laden van motieven in 'borduurmotief bewerken' wordt het laatst geladen motief standaard geselecteerd. Er zijn twee manieren om een ander motief te selecteren. Druk erop op het scherm of loop door de motieven met de pijlen (5). Het geselecteerde motief is rood omrand. 8:4 Meerdere selecteren (4) Als u diverse motieven hebt geladen en u wilt sommige daarvan aanpassen, kunt u 'meerdere selecteren' gebruiken.
Aanpassingen Verwijderen (8) Wanneer u op het pictogram 'verwijderen' drukt, worden de geselecteerde motieven uit het borduurgebied verwijderd. Als meer dan één motief is geselecteerd, vraagt een pop-upvenster u het verwijderen te bevestigen. Druk lang op het pictogram 'verwijderen' om alles te verwijderen. Er verschijnt een pop-upvenster voor bevestiging. Kopiëren (9) Druk op het pictogram 'kopiëren' om een kopie te maken van de geselecteerde motieven.
Druk/sleepfuncties U kunt uw stylus gebruiken om direct op het scherm veranderingen te maken door drukken en slepen in het borduurgebied. U kunt het beeld verplaatsen, bewegen, roteren en vergroten/ verkleinen afhankelijk van welke druk/ sleepfunctie is ingeschakeld. U kunt ook de pijlen in het wiel (17) gebruiken voor nauwkeurige afstellingen. 13 17 Borduurmodus – bewerken Verplaatsen (13) Wanneer 'verplaatsen' actief is, kunt u de motieven naar iedere gewenste plaats in het borduurgebied verplaatsen.
Optiebalk 19 Motief opslaan (19) Druk op het pictogram 'motief opslaan'(19) om het motief waar u mee aan het werken bent op te slaan. Er verschijnt een nieuw venster waarin u kunt kiezen of u uw motief in uw persoonlijke bestanden (A) of persoonlijke motieven (B) wilt opslaan voor een snelle en gemakkelijke toegang. U kunt het ook opslaan op een aangesloten extern apparaat (C). Druk op de pictogrammen (A, B of C) om te selecteren waar u het wilt opslaan.
Meer opties (20) Borduurmodus – bewerken Raster (A) Druk op het rasterpictogram (A) om een raster op het borduurgebied in/uit te schakelen. Het raster wordt gebruikt als richtlijn bij het combineren of plaatsen van motieven. De afstand tussen de rasterlijnen is gelijk aan 20 mm. Als u inzoomt op het borduurmotief, neemt de afstand tussen deze lijnen af tot 10 mm en 5 mm, aangegeven met lichtere lijnen.
Borduurring selecteren (21) Om de juiste grootte borduurring te selecteren, drukt u op het pictogram voor borduurringselectie (21). Er verschijnt een pop-up met de borduurringkeuzen, waaronder ook de borduurringen die bij uw erkende PFAFF®-dealer te koop zijn. Nadat u de grootte van uw borduurring hebt geselecteerd, gaat de pop-up automatisch weer dicht. Let op: Borduurringen die zijn aangegeven met een donkerder achtergrond, kunnen alleen met de grotere, optionele borduureenheid worden gebruikt.
Embroidery stitch editor (23) Borduurmodus – bewerken Reeksen en steken kunnen worden aangepast in Embroidery stitch editor. U kunt ook de reeks of steek die u zelf hebt gemaakt en geladen in 'borduurmotief bewerken' aanpassen (zie hoofdstuk 5 en 6). Let op: Wanneer een steek of een reeks in 'borduurmotief bewerken' wordt geladen, worden er automatisch afhechtingen ingevoegd aan het begin en het einde. De afhechtingen zijn alleen zichtbaar wanneer u de steek of de reeks opent in 'reeksen'.
F A Borduurmodus – bewerken Embroidery stitch editor – voorbeeld 1. Open 'borduurmotief bewerken'. 2. Om een reeks te maken, opent u 'reeksen' door op het pictogram op de taakbalk (F) te drukken. Selecteer steek nummer 4.4.7 en dan 4.3.13, 4.2.2, 4.3.13. Spiegel de laatst ingevoegde steek verticaal. Voeg steek 4.3.17, 4.3.13, 4.2.2, 4.3.13 in. Spiegel de laatst ingevoegde steek en voeg ten slotte steek 4.4.7 toe. 3. Sluit de functie reeksen door op het pictogram op de taakbalk te drukken.
Borduurteksteditor Borduurmodus – bewerken Borduurteksteditor openen De borduurteksteditor wordt automatisch geopend wanneer u een borduurlettertype selecteert in het selectiemenu. U kunt de borduurteksteditor ook openen door een bestaande tekst aan te passen die al in 'borduurmotief bewerken' staat. Selecteer de tekst en druk op het pictogram voor 'reeksen' (A) op de taakbalk. Let op: Als de tekst is gemaakt met steeklettertypen, wordt 'reeksen' geopend in plaats van de borduurteksteditor.
Lettertype veranderen U kunt het lettertype en de afmeting van de tekst veranderen door op het pictogram 'lettertype veranderen' (E) te drukken. De pop-up 'lettertype veranderen' laat alle beschikbare borduurlettertypen zien. U kunt verschillende maten selecteren voor ieder lettertype. Wanneer u het lettertype verandert, worden alle letters die u hebt ingevoerd in het venster van de borduurlettertype-editor veranderd in het nieuwe lettertype.
Pop-ups ‘borduurmotief bewerken’ Geselecteerde motieven verwijderen? Uw machine vraagt u om bevestiging wanneer u meer dan één motief hebt geselecteerd om te verwijderen. Borduurmodus – bewerken Alle motieven verwijderen? Uw machine vraagt u om bevestiging wanneer u alle motieven hebt geselecteerd om ze te verwijderen of wanneer u lang op 'verwijderen' drukt.
Er is mogelijk niet voldoende ruimte op de schijf om de huidige status op te kunnen slaan Als er weinig beschikbaar machinegeheugen is, kan het onmogelijk zijn de huidige status op te slaan tijdens het borduren. Druk op OK om door te gaan met borduren of druk op Annuleren om terug te gaan naar Borduurmotief bewerken en wat geheugen vrij te maken in Bestanden & Mappen voordat u begint met borduren. Maximum aantal steken overschreden De borduurmotievencombinatie die u probeert te maken, bevat teveel steken.
8:16 Borduurmodus – bewerken
Borduurmodus – borduren
Borduurmotief borduren openen Om uw motieven te borduren, moet u van 'borduurmotief bewerken' schakelen naar 'borduren' door op het borduur-schakelpictogram (A) op de taakbalk te drukken. De borduureenheid moet aangesloten zijn; de machine opent 'borduren'. De functies die bij het borduren worden gebruikt, zijn nu te zien. Borduren – overzicht Borduurmodus – borduren 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Borduurinformatie De huidige steek in het motief of de combinatie staat naast de afbeelding (B). Het getal na de schuine streep laat het totale aantal steken in het motief of de combinatie zien. De huidige steek in het huidige kleurblok staat naast de afbeelding (C). Het getal na de schuine streep laat het totale aantal steken in het huidige kleurblok zien. Naast de afbeelding (D) staat een schatting van de borduurtijd voor het huidige kleurblok.
Optiebalk Meer opties (10) Monochroom (A) Druk op het pictogram om monochroom borduren te activeren. Alle motieven worden weergegeven in een grijze kleur en de machine stopt niet voor kleurblokwissels. Druk opnieuw op het pictogram om monochroom borduren uit te schakelen. Borduurmodus – borduren Volledig scherm (B) Om uw motief zo groot mogelijk te zien, gebruikt u de functie 'volledig scherm'. Het borduurmotief vult dan het hele scherm. Druk eenmaal op het scherm om het te sluiten.
Borduurringpositie (12) 12 Gebruik de borduurringpositie-functies om de borduurring in verschillende posities te verplaatsen. Huidige positie Wanneer u terug wilt keren naar de huidige steek en door wilt gaan met borduren waar u was gestopt, drukt u op het pictogram 'huidige positie'. U kunt ook eenmaal op de start/stoptoets drukken om terug te keren naar de huidige steek en te beginnen met borduren. Spoelpositie Druk op 'spoelpositie' om de spoel eenvoudiger te kunnen vervangen.
Precise positioning (13) 13 Borduurmodus – borduren Met 'precise positioning' kunt u een motief op een precieze plek op uw stof plaatsen. Het wordt ook gebruikt wanneer u een motief naast een eerder geborduurd motief wilt borduren. Gebruik 'zoomen' en 'beeld verplaatsen' om er zeker van te zijn dat u het motief precies daar plaatst waar u het wilt hebben. Nauwkeurig afstemmen met het wiel.
J Zoomen naar naald (J) Precise positioning is eenvoudig te gebruiken met de nieuwe optie ‘zoomen naar naald’. Druk op het pictogram ‘zoomen naar naald’ (J) om het beeld te verplaatsen naar de huidige naaldpositie en zoveel mogelijk in te zoomen op het scherm. U kunt het vergrendel- en het aansluitpunt precies plaatsen waar u ze wilt hebben.
Precise positioning – voorbeeld Wanneer u een motief toevoegt aan een eerder geborduurd motief, is 'precise positioning' erg handig. 1. Borduurmodus – borduren 2. 3. Kies één van de hoeken als vergrendelpunt (A). Verplaats het vergrendelpunt met druk/ sleepfunctie – verplaatsen op het scherm of gebruik het wiel. Selecteer de volgende functie, plaats borduurring (B) om het vergrendelpunt naar de juiste positie in de borduurring te brengen.
Algemene pop-ups voor het borduren Borduureenheid kalibreren Wanneer de borduureenheid wordt bevestigd, vraagt een pop-up u om de borduurring eraf te schuiven en het gebied om de machine vrij te maken voor het kalibreren van de borduurarm. U wordt er ook aan herinnerd dat u borduurvoet 6A op de machine moet bevestigen. Let op: Het is zeer belangrijk dat u de borduurring verwijdert, anders kunnen de ring of de borduureenheid worden beschadigd tijdens het kalibreren.
Verander garenkleur Wanneer de bovendraad moet worden vervangen, stopt de machine en wordt de bovendraad afgesneden. Vervang de spoel en rijg de machine opnieuw in. De volgende aanbevolen kleur staat aangegeven in de pop-up. Borduurmodus – borduren Draaduiteinde afsnijden Nadat u de draad hebt vervangen, naait de machine enkele steken en stopt dan zodat u het uiteinde van de draad kunt afknippen.
Bestanden en mappen
Bestanden en mappen – overzicht Bestanden en mappen Delen van de selectiebalk 1. Steken 2. Lettertypen 3. Motieven 4. Bestanden en mappen 5. Quick help Delen van bestanden en mappen 6. Bestand laden 7. Sluiten en terugkeren naar vorige weergave 8. Zoektraject 9. Eén mapniveau omhoog 10. Lijstweergave 11. Selectiegebied 12. Schuifbalk 13. Map “persoonlijke bestanden” 14. Map “persoonlijke lettertypen” 15. Map “persoonlijke motieven” 16.
Beschikbaar geheugen In het ingebouwde geheugen kunnen motieven, lettertypen, steken en andere bestanden worden opgeslagen. Om te controleren hoeveel geheugen er nog beschikbaar is in het ingebouwde geheugen, drukt u op Quick help (5) en dan op Persoonlijke bestanden (13), Persoonlijke lettertypen (14) of Persoonlijke motieven (15). Een pop-up laat zien hoeveel geheugen er beschikbaar is.
Persoonlijke motieven (15) Sla motiefbestanden op in Persoonlijke motieven (15). U kunt geen mappen aanmaken in de map Persoonlijke motieven. De motieven die bij uw machine zijn geleverd, staan zowel in motieven (3) als in een snelkoppeling naar Persoonlijke motieven (15). Bestanden en mappen 15 1 2 3 4 3 4 Extern apparaat (16) Het pictogram 'extern apparaat' is alleen actief wanneer er een apparaat op de USB-poort is aangesloten.
Een bestand laden Om een bestand te laden, drukt u op laden (6) of drukt u lang op het bestand. Het bestand wordt in het daarvoor bestemde venster geladen. 6 9 11 Een map openen Om een map te openen in Bestanden & Mappen, drukt u lang op die map. De inhoud van de map verschijnt in het middelste venster (11). Mappenstructuur (8) Druk op het gebied van het zoektrajectveld (8) om een vervolgkeuzevenster te openen waarin de mappenniveaus te zien zijn tot de huidige map.
Organiseren Een nieuwe map aanmaken (17) Druk op het pictogram 'nieuwe map aanmaken' (17) om een nieuwe map aan te maken. Er gaat een pop-up open waarin u een naam voor uw map kunt invoeren. Bestanden en mappen De naam van een bestand of map veranderen (18) Om de naam van een map te veranderen, drukt u op de map en dan op het pictogram 'naam veranderen'. Er wordt een pop-up geopend waarin u de nieuwe naam kunt invoeren.
Algemene pop-ups van Bestanden en mappen Bestand of map verwijderen Uw machine vraagt u altijd om bevestiging wanneer u meer dan één bestand of map hebt geselecteerd om te verwijderen. Zo kunt u niet onbedoeld dingen verwijderen. Kan het bestand of de map niet verwijderen U kunt geen bestanden of mappen verwijderen van cd's of andere opslagapparaten met schrijfbeveiliging. Weinig geheugenruimte beschikbaar Uw machine kan bestanden opslaan in het ingebouwde geheugen.
Ongeldig bestandstype voor deze map Alleen motieven kunnen worden opgeslagen in Persoonlijke motieven en alleen lettertypebestanden kunnen worden opgeslagen in Persoonlijke lettertypen. Selecteer de juiste map om de bestanden in op te slaan. Bestanden en mappen Defragmenteren Om de prestaties van de naaimachine te optimaliseren, moet u af en toe het machinegeheugen defragmenteren. Wanneer dat gedaan moet worden, verschijnt er een popupbericht.
Onderhoud
De naaimachine reinigen Maak uw machine regelmatig schoon om ervoor te zorgen dat uw machine goed blijft werken. De machine hoeft niet te worden gesmeerd (geolied). Neem de buitenkant van uw naaimachine af met een zachte doek om eventueel opgehoopt stof of textielresten te verwijderen. Neem het PFAFF® HD-scherm af met een schone, zachte en vochtige doek. Onderhoud Het spoelhuis schoonmaken Let op: Breng de transporteur omlaag door op 'naaivoet omhoog' en 'extra hoog' te drukken. Zet de naaimachine uit.
Problemen oplossen In deze gids voor het oplossen van problemen vindt u oplossingen voor problemen die u kunt ondervinden met uw machine. Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke ofÀciële PFAFF®-dealer, die u graag zal helpen. Probleem/oorzaak Oplossing Algemene problemen Verwijder de textielresten uit het spoelhuis en gebruik alleen de originele PFAFF®-spoelen die voor dit model zijn goedgekeurd.
Wordt de juiste garenschijf gebruikt? Bevestig een garenschijf die de juiste maat heeft voor het gebruikte garenklosje. Staat de garenpen in de beste positie? Gebruik een andere garenpenpositie (verticaal of horizontaal) Is het gat in de steekplaat beschadigd? Vervang de steekplaat. De spoeldraad breekt Hebt u de spoel op de juiste wijze geplaatst? Controleer de onderdraad. Is het gat in de steekplaat beschadigd? Vervang de steekplaat.
Index 5D™ Embroidery Software .................................. 2:13 5D™ Organizer .......................................................... 2:13 5D™ QuickFont ......................................................... 2:13 Installeren ................................................................... 2:13 PDF-gidsen ................................................................. 2:14 Starten ......................................................................... 2:14 Uw machine updaten..............
Draadafsnijder .......................................................... 2:3 Draadinsteker ........................................................... 2:5 Draadsensor .............................................................. 2:6 Draadspanning ................................................ 4:10, 9:3 Draden afsnijden .................................................... 2:15 Driedimensionale weergave ............................ 8:8, 9:4 Drievoudige steek ...............................................
L LED-verlichting ........................................................ 2:3 Lengte opening knoopsgat ................................... 4:10 Lettertype veranderen ........................................... 8:13 Lijstweergave .......................................... 8:7, 10:2, 10:3 M Machine-instellingen ................................. 3:8–3:9, 4:3 Automatisch draden afsnijden .................................. 3:9 Automatisch huidige status opslaan ........................
R Raster ......................................................................... 8:8 Reeksen ........................................................ 3:7, 5:1–5:6 Een reeks maken .......................................................... 5:3 Naaien ........................................................................... 5:5 Opties voor opslaan .................................................... 5:4 Overzicht ...................................................................... 5:2 Reeksopdrachten .
U Uitpakken .................................................................. 2:2 USB Embroidery stick .................................. 2:12, 10:4 USB-poorten............................................................ 2:12 Aansluiten op en loskoppelen van ......................... 2:12 Uw machine updaten ............................................ 2:14 Uw software installeren ........................................ 2:13 V Veiligheidsinstructies .................................................
Wij behouden ons het recht voor zonder aankondiging vooraf veranderingen aan te brengen aan de machine, in het accessoireassortiment of aanpassingen te maken in de prestaties of het ontwerp. Dergelijke veranderingen zijn echter altijd ten gunste van de gebruiker van het product. Intellectueel eigendom De octrooien die op dit product rusten, staan vermeld op een etiket onder de naaimachine. PFAFF, CREATIVE, 5D, IDT (afbeelding) zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l.
5D™ Embroidery Machine Communication CD (Voor personal computer.
www.pfaff.com 413 29 97-36A • Dutch • InHouse • © 2011 KSIN Luxembourg II, S.ar.l.