Operation Manual
Naaien
H. Balans
Als u dit symbool aanraakt, verschijnt er een nieuw venster dat het
mogelijk maakt om uw steek te corrigeren. Begin met een naad in een
proeÁ apje te naaien. Verwissel nadat u uw steek hebt gecorrigeerd, de
naad op uw naaimachine, zodat het als uw naaivoorbeeld eruitziet.
Gebruik de + en - symbolen om de balans te veranderen.
I. Vrije hand
Deze functie kan worden gebruikt als u borduurwerk uit de vrije hand
wilt maken of wanneer u gaat quilten. Als u het Vrije hand-symbool
aanraakt verzoekt de naaimachine u om de transporteur te verzinken.
De naaimachine zal de naaivoet omhoog brengen, zodat u uit de vrije
hand kunt naaien.
J. Tweelingnaald
Druk op dit symbool als u met een tweelingnaald naait. Als
u dit symbool aanraakt, verschijnt er een pop up waar u de
tweelingnaaldbreedte kunt instellen. Druk op AAN en gebruik de + en
- toetsen om de breedte in te stellen.
K. Patchwork programma
Het patchwork programma maakt het u mogelijk om een speciÀ eke
naadlengte in te stellen voor het aan elkaar naaien van stoffen van
gelijke lengte en dit permanent op te slaan. Als u op het symbool
patchworkprogramma drukt verschijnt er een nieuw venster.
In het nieuwe dialoogvenster bevindt zich een symbool voor de
Gegevensmanager (waar u reeds opgeslagen programma’s kunt
openen of een een nieuw programma kunt maken) en een AAN-
symbool (om het patchworkprogramma te activeren).
Om een patchworkprogramma te maken, moet u het programmma
activeren door de drukken op AAN en OK. Naai uw gewenste lengte
en raak de achteruitnaaitoets aan. De achteruitnaaitoets bepaalt de
lengte van de naad. Lees meer over hoe u de lengte van de naad kunt
wijzigen en hoe u het programma kunt opslaan op pagina 4:16-4:17.
3:6