Operation Manual
Naaien
Naaimodus functies
A. Verticaal spiegelen.
B. Horizontaal spiegelen.
C. Programma 4 naairichtingen
D. Enkel motief
E. Direct afhechten
F. Afhechtprogramma
G. Tapering
H. Balans
I. Naaien uit de vrije hand
J. Tweelingnaald
A. Verticaal spiegelen
Als u op deze toets drukt, spiegelt u de steek verticaal. U zult de
veranderingen op het scherm zien.
B. Horizontaal spiegelen.
Deze functie spiegelt uw steek horizontaal. U zult de veranderingen
van de steek op het scherm zien.
C. Programma 4 naairichtingen
Met deze functie kunt u de lengte en breedte van een rechthoek
programmeren en de geprogrammeerde rechthoek permanent in de
naaimachine opslaan. Deze functie kan nuttig zijn bij het verstellen van
lapjes zonder de stof te moeten draaien.
Als u op de toets voor het programma voor 4 naairichtigen drukt,
verschijnt er een nieuw venster. Raak de programmafunctie (K) aan
voordat u met naaien begint, om een programma voor 4 naairichtingen
te programmeren en permanent te bewaren.
Raak het symbool voor handmatig werken (L) aan om te beslissen waar
een reeds geprogrammeerde zijnaad moet eindigen. De naaimachine
maakt de huidige steek af en stopt. (Lees meer over in verschillende
richtingen naaien op pagina 3:25.)
De pijl bepaalt de naairichting. De machine naait in de richting van de
geselecteerde pijl.
Het symbool voor de Gegevensmanager (M) opent een venster
waarmee een programma kan worden geopend, opgeslagen,
verwijderd en gesloten.
Het programma voor 4 naairichtingen is er voor de steken 2-4, 7, 10, 11,
18, 23 and 25.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
3:3