Operation Manual
Borduren
5:5
H. Symbool verplaatsen
Als u het symbool Verplaatsen aanraakt verschijnt ereen nieuw venster,
om het gekozen motief te bewerken.
Als u de pijlen (R) aanraakt, zal het motief in kleine stapjes in de ring
worden geplaatst.
Als u het symbool Centreren (S) aanraakt, gaat het borduurmotief terug
naar het midden van de ring.
Wanneer het symbool voor Motief verplaatsen (V) is geactiveerd,
kunt u het motief met uw stylus verplaatsen en het motief in de ring
plaatsen daar waar u het wilt.
Als u het rotatiesymbool (W) hebt geactiveerd, kunt u uw motief
draaien door het motief te verplaatsen met uw stylus. U kunt uw
motief ook draaien door de + en - symbolen (X) aan te raken.
Als u een motief zo hebt gedraaid dat dit buiten de ring steekt,
verschijnt er een rode lijn in de ring. Deze lijn maakt u erop attent
dat het motief niet in deze positie kan worden geborduurd. Als u
het Positiecorrectiesymbool (U) aanraakt wordt het motief zodanig
verplaatst dat het binnen de ring komt.
Het symbool voor ongedaan maken (T) annuleert de herpositionerings
opdracht en plaatst het motief terug in de ring, zodat u kunt doorgaan
met het te draaien. Als er geen rode lijn zichtbaar is, is er een motief
binnen de ring en kan deze worden geborduurd.
I. Automatisch steken maken
Als u het symbool voor automatisch steken maken aanraakt, wordt er
een nieuw venster geopend, zodat het symbool dat u hebt gemarkeerd
verder kan worden bewerkt. Dit venster kan er verschillend uitzien
afhankelijk van of u een steek, motief of letter hebt. Let er op dat niet
alle functies actief zijn voor alle steken of alle motieven.
Motief bewerkingsscherm
F1) Als u uw motief bewerkt, kunt u de breedte (Y), de
patroonlengte(Z), en de verhoudingen van het motief (1) afstellen,
diverse motieven toevoegen (2) en de draadspanning (3) afstellen.
Lettertype bewerkingsscherm
F2) Als u één of meerdere letters van een borduurlettertype hebt
ingevoegd, is het symbool voor Instellen verhoudingen motief (1)
veranderd in een symbool voor Wijzig letter (4). Raak de plus- en min-
symbolen aan om tussen letters te bewegen.
Steek bewerkingsscherm
F3) Als u een steek in de borduurring hebt aangebracht, kunt u de
steekbreedte, steeklengte (5), patroonlengte, het aantal steken en de
draadspanning veranderen.
F1: Motief
bewerkingsscherm
F2: Lettertype
bewerkings-
scherm
F3: Steek
bewerkingsscherm
R
S
W
Y
2
Z
1
4
3
5
V
X
T
U