Operation Manual
4:6
A
B
C
Knoopsgatmodus
De knoopsgatmodus wordt gebruikt voor het
schakelen tussen lengte (A), dichtheid (B) en balans
(C) van een geselecteerd knoopsgat.
Indien het knoopsgat handmatig wordt genaaid zijn
alleen de balans en dichtheid beschikbaar.
Gebruik de toetsen voor steeklengte (52) voor het
wijzigen van de instellingen in de huidige actieve
modus.
De instellingen blijven ongewijzigd todat een andere
steek wordt geselecteerd.
Dichtheid van het knoopsgat
Wijzig de dichtheid (dwz. het dichter op elkaar staan
van de cordonsteken) van een knoopsgat zonder de
lengte van het gehele knoopsgat te wijzigen.
Druk op – van de steeklengtetoets voor het vergro-
ten van de dichtheid en op de + voor het verkleinen
van de dichtheid.
Balans van het knoopsgat
De balans van een knoopsgat regelt het voor- en
achteruittransport van de machine. Indien de
machine uit balans is wordt de rechter- en linkerrups
van het knoopsgat ongelijk.
Druk op de – van de steeklengtetoets (52) om
het achteruittransport te regelen, dit vergroot de
dichtheid van de linkerrups. Druk op de + van de
steeklengtetoets (52) om het vooruittransport aan te
passen. Dit vergoot de dichtheid van de rechterrups.
Lengte van het knoopsgat
Wanneer u een knoopsgat selecteert, gaat de
machine automatisch naar de knoopsgatlengte
modus. U ziet het symbool voor knoopsgatlengte en
de lengte zelf in het venster.
Wijzig de lengte met de steeklengte toetsen (52).
Onthoud dat u altijd de knoopsgatlengte iets groter
instelt dan de diameter van de knoop.