Operation Manual
3:5
Borduren
Functietoetsen voor borduren
Dit onderdeel gaat over de functietoetsen die actief
zijn wanneer de machine in de borduurmodus staat
(de borduureenheid is bevestigd).
Parkeerpositie
Met de toets voor de parkeerpositie (65) kunt u de
borduureenheid in de gewenste stand laten staan
wanneer de machine wordt opgeborgen, of wanneer
u deze in de speciale tas voor de borduureenheid
wilt plaatsen (optionele accessoire). De letter P ver-
schijnt dan in het venster.
Knippositie
Druk tweemaal kort op de Parkeer/Knippositie en
de ring verplaats zich naar voren zodat u makkelijk
sprongsteken kunt afknippen. In het venster ver-
schijnt de letter C. U kunt deze functie ook gebrui-
ken voor het afknippen van stof rond een applicatie,
zonder dat u de ring hoeft te verwijderen. Druk
nogmaals op de toets en de ring gaat weer terug naar
de eerstvolgende steek in het borduurmotief.
Exacte plaatsing
Met de toets voor exacte plaatsing kunt u de positie
van uw motief controleren. Iedere keer dat u deze
plaatsingstoets (66) aanraakt, beweegt de borduur-
ring naar een hoek, te beginnen bij de linkerboven-
hoek. Naast de ring in het venster gaat een pijl knip-
peren om aan te geven in welke hoek de naald staat.
Motiefselectietoets
De toets voor de selectie van een borduurmotief of
lettertype (67) wordt gebruikt om tussen motieven
en lettertypen te schakelen.
Als een kaart uitsluitend lettertypen bevat, wordt
voor ieder lettertype een getal weergegeven in het
venster (A). Als een kaart zowel motieven als letter-
typen bevat, wordt in het venster het kleine ringsym-
bool weergegeven.