Operation Manual
Steken en naaitechnieken 29
* Niet aanbevolen voor dikke geweven stoffen of normale tot dikke elastische stoffen.
Steek
A
B
CD
E
N/R A/B
Inrijgroute
BGrRGP
4-draads veiligheidssteek,
smal
Om stoffen in één stap aan elkaar te
naaien met een verstevigde steek en
af te werken. Convertor nodig.
B en D 6.0 N Ja A
•• ••
3-draads overlock, breed
Voor het naaien van twee lagen
elastische stof of het afwerken
van één laag dunne tot normale
stof. Gebruik dikker garen in de
grijpers als u decoratieve vlechten
wilt maken. (Houd uw hand achter
de naaivoet en trek zachtjes en
langzaam aan de draadketting
terwijl u naait. Probeer dezelfde
spanning te houden als wanneer u
op stof naait.)
A 6.0 N Nee A
•••
3-draads overlock, smal
Voor het naaien van twee lagen
elastische stof of het afwerken
van één laag dunne stof. Wordt
veel gebruikt voor het maken
van decoratieve plooien. Gebruik
decoratief garen in de grijpers en
gewoon garen in de naald. Gebruik
verschillende kleuren in de grijpers
voor een interessant effect.
B 6.0 N Nee A
•••
3-draads smalle rand*
Voor het afwerken van dunne
stoffen. Geeft een mooie afwerking
aan zijde-achtige sjaals, ruches en
servetten. Rijg de grijper in met dun
decoratief garen, zoals 40 wt rayon,
voor een mooie cordonrand. Lees
meer op pagina 34.
B 6.0 R Nee A
•••
3-draads Á atlocksteek, breed
Voor het aan elkaar naaien
van elastische stoffen met een
decoratief effect, met de Á atlock-
kant of de laddersteek-kant. Maak
afwisselende effecten door de
grijpers in te rijgen met decoratief
garen. Lees meer op pagina 35.
A 6.0 N Nee A
•••
5
6
7
8
9