Operation Manual

Touchscherm24
Steekaanpassingen op het scherm
Uw machine stelt de beste instellingen in voor iedere
geselecteerde steek. U kunt uw eigen aanpassingen maken
aan de geselecteerde steek.
De instelling heeft alleen invloed op de geselecteerde
steek. Uw veranderde instellingen worden teruggezet
op standaard wanneer u een andere steek selecteert.
De veranderde instellingen worden niet automatisch
opgeslagen wanneer u de machine uitzet.
Draadspanning
Druk op de pijl naar rechts naast het draadspannings-
pictogram om een venster voor aanpassing van de
draadspanning te openen waarin de spanning voor alle
vijf de draden wordt weergegeven. Druk op de waarde
van een draad om die te selecteren. Er komt een zwarte
rand om de waarde te staan, om aan te geven dat die is
geselecteerd. Druk op - of + om de draadspanning voor de
geselecteerde draad aan te passen. Het cijfer/de waarde
komt op een donkere achtergrond te staan om aan te
geven dat de standaardinstelling is veranderd.
Druk op de pijl naar links om het venster voor aanpassing
van de draadspanning te sluiten.
Op pagina 39 staat een overzicht van spanningsaanpassingen
voor ieder steektype.
Differentieel transport
Om het differentieel transport aan te passen, drukt u
op het bijbehorende pictogram. Er komt een zwarte
rand omheen te staan, om aan te geven dat het is
geselecteerd. Druk op - of op + om het differentieel
transport aan te passen. Het cijfer/de waarde komt op
een donkere achtergrond te staan om aan te geven dat de
standaardinstelling is veranderd.
Op pagina 38 vindt u meer instructies over het aanpassen van
het differentieel transport.
Steeklengte
Om de steeklengte aan te passen, drukt u op het
steeklengtepictogram. Er komt een zwarte rand omheen
te staan, om aan te geven dat het is geselecteerd. Druk
op - of op + om de steeklengte aan te passen. Het cijfer/de
waarde komt op een donkere achtergrond te staan om aan
te geven dat de standaardinstelling is veranderd.
Op pagina 37 vindt u meer instructies over het aanpassen van
de steeklengte.
Naaisnelheid
Om de maximum-naaisnelheid aan te passen, drukt u
op het snelheidspictogram. Er komt een zwarte rand
omheen te staan, om aan te geven dat het is geselecteerd.
Druk op - of op + om de naaisnelheid aan te passen.
De geselecteerde snelheid staat weergegeven in het
snelheidspictogram. Er zijn vijf snelheden beschikbaar.