Operation Manual

Draad inrijgen12
Algemene inrijg-informatie
Er staat een kleurgecodeerd schema in de voorkant van de machine voor snelle raadpleging. Begin altijd met het
inrijgen van de grijpers en dan de naalden van rechts naar links.
In de onderstaande tabel vindt u aanbevelingen over welke naalden en garen u moet gebruiken voor verschillende
stofdikten.
Tip: Uw nieuwe machine is ingeregen voor het naaien van een standaard overlocksteek. Knoop uw eigen draden aan deze draden
vast en trek ze voorzichtig door de machine heen. Zo rijgt u uw nieuwe overlockmachine de eerste maal gemakkelijk in.
Let op: Als de onderste grijper niet ingeregen is, gaat u als volgt te werk:
1. Haal de draad uit de naald(en)
2. Rijg de onderste grijper in
3. Rijg de naald(en) in
Stof Dunne stof
(voile crêpe, georgette, enz.)
Normale stof
(katoen, zware katoen, wol,
satijn, enz.)
Dikke stof
(denim, jersey, tweed, enz.)
Naalden
#12 #14 #14
Garen
Polyester
(gesponnen garen)
Gedraaid garen
#60/2 - #100/3
Gedraaid garen
#80/3 - #100/3
Gedraaid garen
#60/2
Gedraaid garen
#50/2 - #60/2