coverlock TM Handleiding 4.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28. Elektrische aansluiting Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het betreffende plaatje.
INLEIDING Machineonderdelen ...................................................................... 4 Accessoires ....................................................................................... 5 Optionele accessoires van INSPIRA™ .................................... 6 VOORBEREIDINGEN Het voetpedaal en de stroomvoorziening aansluiten ..... 7 De spoelhouder opzetten ........................................................... 7 De uitschuifbare garenhouder opzetten ..............................
Machineonderdelen 2 4 1 3 5 coverlock 4.0 18 6 7 17 8 16 10 9 15 11 12 13 14 PFAFF 1. Uitschuifbare garenhouder 20 21 3. Touch screen 4. Toets Steek laden 5. Toets Steek opslaan german design 19 2. Handvat coverlock 4.0 22 6. Toets Wissen 7. Toets Menu Instellingen 8. Info-toets 9. Steekplaat 25 10.Uitbreiding werkruimte 23 24 11.Bedekking mesje A 19.Knop voor aanpassen persvoetdruk 13.Aan-/uit- en lichtschakelaar 20.Draadafsnijder 14.Voetpedaal/aansluiting snoer 21.
26.Beweegbaar bovenmes 27 27.Instelhaakje 28 29 31 30 28.Vast ondermes 32 29.Grijper voor kettingsteek/deksteek 30.Onderste grijper 31.Bovenste grijper 32.2-draadsconvertor 26 33.Koppeling bovenste grijper 33.Draadgeleider ketting-/deksteek 34 Accessoires 33 1 De accessoires zitten in de accessoiredoos. 1. Accessoiredoos 2. Schroevendraaier 3. Mesje (voor het beweegbare bovenmes) 4. Garenafrolschijven (5) 5. Garennetjes (5) 2 3 4 5 6 7 8 6. Oliebusje 7. Inbussleutel 8.
Optionele accessoires van INSPIRA™ Speciaal voor deze machine gemaakte optionele naaivoeten zijn verkrijgbaar bij uw PFAFF® dealer. De naaivoet met kliksysteem die op deze machine wordt gebruikt, kan eenvoudig worden verwijderd en vervangen. Elastiekvoet 620 08 65-96 De elastiekvoet geleidt smal elastiek (6-12 mm) en rekt het uit terwijl u het op stof naait. Ideaal voor sportkleding, lingerie en andere technieken waarbij elastiek wordt gebruikt.
Het voetpedaal en de stroomvoorziening aansluiten Bij de accessoires vindt u ook de voedingskabel en het voetpedaal. Let op: Controleer voordat u het voetpedaal aansluit of het van het type “FR5” is (zie de onderkant van het voetpedaal). 1. Trek het snoer uit het voetpedaal. Sluit het voetpedaal aan op het voorste contact rechts onder op de machine (A). 2. Sluit de voedingskabel aan op het achterste contact, rechts onder op de machine (B). Steek de stekker in het stopcontact.
De uitschuifbare garenhouder opzetten Trek de uitschuifbare garenhouder helemaal omhoog en draai totdat de houder op zijn plaats klikt. Plaats de garenklosjes op de houders op de garenpen. Als de machine al is ingeregen, maak de draden dan recht zodat ze niet in de war raken. coverlock 4.0 Voorklep Openen Duw de klep eerst zo ver mogelijk naar rechts en trek de klep dan omlaag naar u toe. 1 Sluiten Trek de voorklep van de machine eerst omhoog en schuif deze dan naar links totdat hij is vergrendeld.
De naaivoet verwisselen Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker van de machine uit het stopcontact. • Breng de naaivoet omhoog. • Draai het handwiel naar u toe totdat de naalden in de hoogste positie staan. • Druk op de rode knop op de achterkant van de persvoethouder om de naaivoet los te maken. • Als u de naaivoet in de extra hoge positie brengt, komt de naaivoet los van de machine. • Plaats de nieuwe naaivoet met de pen recht onder de groef van de houder, die in de extra hoge positie staat.
Beweegbaar bovenmes Uitschakelen, positie B Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker van de machine uit het stopcontact. A • Draai het handwiel naar u toe totdat het bovenmesje in de hoogste positie staat. B B • Open de voorklep. • Trek de knop van het beweegbare mesje zo ver mogelijk naar rechts. • Draai de knop linksom naar u toe totdat het mesje in de vergrendelde positie B klikt.
Bovenste grijper Uitschakelen Voor het naaien van deksteken en kettingsteken moet de bovenste grijper worden uitgeschakeld. • Draai het handwiel totdat de bovenste grijper in de laagste positie staat. B A • Duw de koppelingshendel naar rechts en terug totdat positie B zichtbaar is vanaf de voorkant. Inschakelen • Draai het handwiel totdat de bovenste grijper in de laagste positie staat. • Trek de koppelingshendel naar u toe totdat positie A zichtbaar is vanaf de voorkant.
Algemene inrijg-informatie Er staat een kleurgecodeerd schema in de voorkant van de machine voor snelle raadpleging. Begin altijd met het inrijgen van de grijpers en dan de naalden van rechts naar links. In de onderstaande tabel vindt u aanbevelingen over welke naalden en garen u moet gebruiken voor verschillende stofdikten. Tip: Uw nieuwe machine is ingeregen voor het naaien van een standaard overlocksteek. Knoop uw eigen draden aan deze draden vast en trek ze voorzichtig door de machine heen.
De bovenste grijper (rood) inrijgen 1 1 • Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven los te maken. 2 • Leid de draad van achteren naar voren door de draadgeleider op de garenhouder (1). coverl ock • Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de draad naar links te trekken totdat deze onder de geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant van de knop, zoals is afgebeeld (2). • Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
De onderste grijper (geel) inrijgen 1 1 • Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven los te maken. 2 • Leid de draad van achteren naar voren door de draadgeleider op de garenhouder (1). coverl ock • Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de draad naar links te trekken totdat deze onder de geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant van de knop, zoals is afgebeeld (2). 4.0 3 • Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
De kettingsteekgrijper (paars) inrijgen 1 1 • Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven los te maken. 2 • Leid de draad van achteren naar voren door de draadgeleider op de garenhouder (1). coverl ock • Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de draad naar links te trekken totdat deze onder de geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant van de knop, zoals is afgebeeld (2). 4.0 3 • Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
De rechter naald inrijgen 1 1 (groen, B op naaldhouder) 2 • Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven los te maken. • Leid de draad van achteren naar voren door de draadgeleider op de garenhouder (1). coverl ock 3 • Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de draad naar links te trekken totdat deze onder de geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant van de knop, zoals is afgebeeld (2). • Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
De linker naald inrijgen 1 1 (blauw, A op naaldhouder) 2 • Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven los te maken. • Leid de draad van achteren naar voren door de draadgeleider op de garenhouder (1). coverl ock 3 • Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de draad naar links te trekken totdat deze onder de geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant van de knop, zoals is afgebeeld (2). • Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
De kettingsteeknaald inrijgen 1 1 (blauw, D op naaldhouder) 2 • Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven los te maken. • Leid de draad van achteren naar voren door de draadgeleider op de garenhouder (1). coverl ock 3 • Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de draad naar links te trekken totdat deze onder de geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant van de knop, zoals is afgebeeld (2). • Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
De deksteeknaalden inrijgen 1 1 Let op: Rijg de naalden in deze volgorde in: rechts (E), midden (D), links (C) 2 De rechter deksteeknaald inrijgen (rood, E op de naaldhouder) coverl ock • Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven los te maken. 3 • Leid de draad van achteren naar voren door de draadgeleider op de garenhouder (1). • Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de draad naar links te trekken totdat deze onder de geleider komt.
De middelste deksteek-/kettingsteeknaald inrijgen (groen, D op de naaldhouder) 1 1 • Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven los te maken. 2 • Leid de draad van achteren naar voren door de draadgeleider op de garenhouder (1). coverl ock • Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de draad naar links te trekken totdat deze onder de geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant van de knop, zoals is afgebeeld (2). • Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
De linker deksteeknaald inrijgen (blauw, C op de naaldhouder) 1 1 2 • Breng de naaivoet omhoog om de spanningsschijven los te maken. • Leid de draad van achteren naar voren door de draadgeleider op de garenhouder (1). coverl ock 3 • Rijg de draadgeleider aan de bovenkant in door de draad naar links te trekken totdat deze onder de geleider komt. Trek de draad dan langs de rechterkant van de knop, zoals is afgebeeld (2). • Til de hendel omhoog en breng de draad eronder.
Draadinsteker Om de naalden eenvoudiger in te kunnen rijgen, gebruikt u de draadinsteker die bij de accessoires zit. • Draai aan het handwiel zodat de naalden in de hoogste positie staan en breng de naaivoet omlaag. Zorg ervoor dat één van de rechthoekige markeringen van de draadinsteker omhoog wijst. Breng de draad van rechts naar links in de gleuf op de bovenkant van de draadinsteker. • Houd de draadinsteker tegen de naald.
Overzicht van het touchscherm De naaimodus is de eerste weergave op het graÀsch display nadat u de machine aanzet. Uw geselecteerde steek wordt op ware grootte weergegeven in het stekengebied. Hier vindt u alle basisinformatie die u nodig hebt om te beginnen met naaien. Dit is ook het menu waarin u de instellingen van uw steek kunt aanpassen. Wanneer u de machine aanzet, wordt de laatst genaaide steek geselecteerd. 1. Vervolgkeuzemenu stekenselectie 3 4 5 1 2. Stekenveld 3.
Steekaanpassingen op het scherm Uw machine stelt de beste instellingen in voor iedere geselecteerde steek. U kunt uw eigen aanpassingen maken aan de geselecteerde steek. De instelling heeft alleen invloed op de geselecteerde steek. Uw veranderde instellingen worden teruggezet op standaard wanneer u een andere steek selecteert. De veranderde instellingen worden niet automatisch opgeslagen wanneer u de machine uitzet.
Steek opslaan B Om de aangepaste steek op te slaan, drukt u op de toets Steek opslaan om het venster Steek opslaan te openen. U kunt tot 30 verschillende steken opslaan. U kunt met de pijlen door de lijst bladeren om een vrije positie te zoeken. Een vak zonder steek is een vrije positie en kan worden gebruikt om uw nieuwe steek in op te slaan. Druk op een vrije positie en dan op OK (A) om uw steek op te slaan. De steekinformatie komt op de geselecteerde positie te staan.
Wanneer een steek wordt geselecteerd, verschijnt er een pop-upbericht met gedetailleerde informatie over de steek. Druk op OK (A) om de geselecteerde steek te laden of op Annuleren (B) om terug te keren naar de lijst Steek laden. Menu Instellingen Druk op de toets Instellingen om het instellingenmenu te openen. Hier kunt u de machine-instellingen aanpassen. Druk op de toets Instellingen om het instellingenmenu te sluiten en de wijzigingen in het geheugen van de machine te bewaren.
Pop-ups Voorklep open Voor de veiligheid kunt u niet naaien als de voorklep open staat. De pop-up gaat dicht wanneer de voorklep wordt gesloten. Naaivoet staat omhoog U kunt niet beginnen met naaien met de naaivoet omhoog. De pop-up gaat dicht wanneer de naaivoet omlaag wordt gebracht. Waarschuwing, overbelast, wachten a.u.b. Als u zeer dikke stof naait of als de machine wordt geblokkeerd tijdens het naaien, kan de hoofdmotor overbelast raken. De machine stopt dan met naaien.
Stekenoverzicht De instellingen in deze tabel zijn onze aanbevelingen op basis van normale omstandigheden. De juiste spanning wordt automatisch ingesteld wanneer u een steek selecteert. Het is mogelijk dat de draadspanning aangepast moet worden op basis van de steek, het stoftype en het garen dat u gebruikt. Pas voor de beste resultaten de spanning aan in kleine stapjes van niet meer dan een half cijfer per keer. Maak altijd eerst een proeÁapje voordat u echt op uw kleding gaat naaien.
Steek C D A E N/R B A/B Inrijgroute B Gr R G P • • 4-draads veiligheidssteek, smal Om stoffen in één stap aan elkaar te naaien met een verstevigde steek en af te werken. Convertor nodig. B en D 6.0 N Ja A • • A 6.0 N Nee A • B 6.0 N Nee A • • • B 6.0 R Nee A • • • A 6.0 N Nee A 5 3-draads overlock, breed 6 Voor het naaien van twee lagen elastische stof of het afwerken van één laag dunne tot normale stof.
Steek C D A E N/R B A/B Inrijgroute B Gr R G 3-draads Áatlocksteek, smal 10 Voor het aan elkaar naaien van elastische stoffen met een decoratief effect, met de Áatlockkant of de laddersteek-kant. Maak afwisselende effecten door de grijpers in te rijgen met decoratief garen. Lees meer op pagina 35. B 6.0 N Nee A A 6.0 N Nee A B 6.0 N Nee A A en B 6.0 N Ja A B 6.0 R Nee A • • • 3-draads omgeslagen overlock, breed Voor het afwerken van randen van dunne stoffen.
Steek C D A E N/R B A/B Inrijgroute B Gr R G • • P 2-draads overlock, breed Voor het afwerken van één laag dunne tot normale stof. Convertor nodig. A 6.0 N Ja A B 6.0 N Ja A • • B 6.0 R Ja A • • A 6.0 N Ja A • • A 6.0 N Ja A • • B 6.0 N Ja A 15 2-draads overlock, smal Voor het afwerken van één laag dunne tot normale stof. Convertor nodig. 16 2-draads smalle rand* Voor het afwerken van dunne stoffen. Convertor nodig. Lees meer op pagina 34.
Steek C D A E N/R B A/B Inrijgroute B Gr R G • P 2-draads rolzoom* 21 Voor het afwerken van dunne stoffen. Geeft een mooie afwerking aan zijde-achtige sjaals, ruches en servetten. Rijg de grijper in met dun decoratief garen, zoals 40 wt rayon, voor een mooie cordonrand. Convertor nodig. Lees meer op pagina 34. B 6.
Beginnen met naaien Punaise plaatsen Wanneer u de lappen stof met spelden aan elkaar bevestigt, breng dan rechte spelden aan links van de naaivoet. De spelden zijn zo gemakkelijk te verwijderen en blijven uit de buurt van de mesjes. Als u over spelden naait, kan de snijrand van de mesjes onherstelbaar beschadigd raken. • Wanneer de machine helemaal is ingeregen, sluit u de voorklep en brengt u alle draden over de steekplaat heen en iets naar links onder de naaivoet.
Een rolzoom naaien De rolzoomsteek is geschikt voor dunne stoffen zoals batist, voile, organza, crêpe, enz. Voor de rolzoom past u de draadspanning zo aan dat de stofrand onder de stof rolt tijdens het overlocken. Pas de draadspanning aan om de mate van het rollen te veranderen. Om een rolzoom te naaien, moet u het instelhaakje op R zetten (zie pagina 11) Tip: Rijg voor een mooie rolzoom de bovenste grijper in met decoratief garen en de naald en onderste grijper met dun normaal garen.
Flatlocksteken naaien Een Áatlocksteek wordt gemaakt door de naad te naaien en de stof uit elkaar te trekken om de naad plat te maken. De Áatlocksteek kan worden gebruikt als decoratieve constructiesteek, om twee lappen stof aan elkaar te naaien (standaard Áatlocksteek) of voor versieringen op één lap stof (decoratieve Áatlocksteek). Er zijn twee manieren om een Áatlocksteek te naaien.
Kettingsteken naaien De kettingsteek wordt genaaid met twee draden, één naald en één grijper. Gewoonlijk snijdt de machine de stofrand af terwijl de naad wordt genaaid. Een kettingsteeknaad kan echter op een gewenste afstand van de rand van de stof worden genaaid door het bovenmesje in positie B te zetten, de bovenste grijper uit te schakelen en deksteektabel B te installeren (zie pagina 10-11) Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker van de machine uit het stopcontact.
Steekbreedte aanpassen De steekbreedte kan worden vergroot of verkleind door de naaldpositie te veranderen of met de snijbreedteknop. A) Linker naald 6 mm B) Rechter naald C) Kettingsteeknaald 4 mm 9 mm De breedte aanpassen met de naaldpositie A) Wanneer alleen de linker naald of beide naalden worden gebruikt, is de steekbreedte 6 mm. B) Wanneer alleen de rechter naald wordt gebruikt, is de steekbreedte 4 mm. C) Wanneer de kettingsteeknaald wordt gebruikt, is de steekbreedte 9 mm.
Differentieel transport aanpassen Het differentieel transportsysteem bestaat uit twee rijen transporteurs achter elkaar. De beide rijen transporteurs werken onafhankelijk van elkaar voor perfecte resultaten bij het naaien van speciale stoffen. Wanneer de hoeveelheid doorvoer van de voorste transporteur wordt veranderd ten opzichte van de doorvoer van de achterste transporteur, wordt de stof “uitgerekt” of “gerimpeld”.
Nauwkeurige afstelling van de draadspanning De draadspanning wordt automatisch ingesteld wanneer u een steek selecteert, maar afhankelijk van de stof moet deze mogelijk worden aangepast. • Type en dikte van de stof • Naaldgrootte • Dikte, type en vezelinhoud van het garen Op pagina 24 kunt u lezen hoe de draadspanningsinstellingen kunnen worden aangepast.
Kettingsteek Wanneer de draadspanning van de kettingsteeknaald te los is Verhoog de bovendraadspanning (blauw), of verlaag de draadspanning van de kettingsteekgrijper (paars). Deksteek 40 Wanneer de deksteekgrijperdraad te los is Verhoog de draadspanning van de deksteekgrijper (paars). Wanneer de draadspanning van de linker deksteeknaald te los is Verhoog de draadspanning van de linker deksteeknaald (blauw), of verlaag de draadspanning van de deksteekgrijper (paars).
Machineonderhoud Een overlockmachine heeft vaker onderhoud nodig dan een normale machine, voornamelijk om twee redenen: • Er worden veel textielresten geproduceerd wanneer de mesjes de stof afsnijden. • Een overlockmachine loopt met een zeer hoge snelheid en moet vaak worden geolied om de interne bewegende delen te smeren. Reinigen Zet de hoofdschakelaar uit en haal de stekker van de machine uit het stopcontact. • Open de voorklep van de machine en verwijder al het stof met het kwastje.
Opslag Haal de stekker uit het stopcontact wanneer de machine niet wordt gebruikt. Dek de machine af met de stofkap om de machine tegen stof te beschermen. Bewaar de machine op een plaats die niet is blootgesteld aan direct zonlicht of vocht. Onderhoud Als u vragen hebt over onderhoud en/of de werking van de machine, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke PFAFF® dealer. Problemen oplossen 42 Probleem Oplossing De stof wordt niet goed getransporteerd - Verleng de steeklengte.
MachinespeciÀcaties Naaisnelheid 1100 steken/min Steeklengte 1,0 - 4,0 mm Verhouding differentieel transport 1:0.
413 19 69 - 36C • Dutch • Inhouse • © 2011 KSIN Luxembourg II, S.ar.l. • All rights reserved • Printed in Sweden on environment friendly paper www.pfaff.