Operation Manual

30
Naaien
Naaitechnieken
Genaaide zigzagsteek
Steek nummer 8 kan worden gebruikt om knipranden
af te werken. Controleer of de naald door de stof prikt
aan de linkerkant en de rand afwerkt aan de rechter-
kant.
Steek nummer 8 kan ook worden gebruikt als elasti-
sche steek om te zorgen dat naden kunnen meerek-
ken bij het naaien van gebreide stoffen.
Knoopsgaten
De knoopsgaten van uw naaimachine zijn speciaal
aangepast voor verschillende soorten stoffen en kle-
dingstukken. In de stekentabel op pagina 10 van dit
boek vindt u beschrijvingen van de knoopsgaten.
De stof moet worden verstevigd op de plaats waar de
knoopsgaten moeten worden genaaid.
Eenstaps knoopsgatvoet 5B
1. Markeer de positie van het knoopsgat op uw
kledingstuk.
2. Bevestig knoopsgatvoet 5B en trek de knoophou-
der uit. Breng de knoop aan. De knoop bepaalt de
lengte van het knoopsgat.
3. Zorg ervoor dat de draad door het gat in de naai-
voet wordt getrokken en onder de naaivoet komt
te liggen.
4. Selecteer het knoopsgat dat u wilt naaien en pas
de lengte en dichtheid naar wens aan.
/HWRS1DDLDOWLMGHHQWHVWNQRRSVJDWRSHHQSURHÁDSMH
5. Breng de knoopsgathendel helemaal omlaag en
duw hem van u af zodat hij tussen de stoppers (A
en B) past.
6. Leg uw kledingstuk onder de naaivoet zodat de
markering op de stof gelijk ligt met het midden
van de knoopsgatvoet.
7. Houd het uiteinde van de bovendraad vast en be-
gin te naaien. De knoopsgaten worden vanaf de
voorkant van de naaivoet naar achteren genaaid.
8. Zodra de naaimachine het knoopsgat heeft ge-
naaid, brengt u de naaivoet omhoog.
A
B