Operation Manual
16
Voorbereidingen
Draadinsteker
Met de draadinsteker kunt u de draad automatisch in de
naald steken. De naald moet in de hoogste positie staan
om de ingebouwde draadinsteker te kunnen gebruiken.
Druk op de toets voor naald omhoog/omlaag om zeker
te weten dat de naald helemaal omhoog is gebracht.
Bovendien raden wij u aan om de naaivoet te laten zak-
ken.
1. Gebruik de hendel om de draadinsteker helemaal
omlaag te trekken. De inrijghaak (F) zwenkt door
het oog van de naald.
2. Leg de draad vanaf de achterkant over de haak (G)
en onder de inrijghaak (F).
3. Laat de draadinsteker voorzichtig terugdraaien. Het
haakje trekt de draad door het oog van de naald en
vormt een lus achter de naald. Trek de lus er achter
de naald uit.
Let op: De draadinsteker is ontworpen voor naalden nr. 70-
120. U kunt de draadinsteker niet gebruiken bij naalden van
maat 60 of kleiner, een zwaardnaald of tweelingnaald. Er zijn
ook enkele optionele accessoires waarbij u de draad met de
hand moet insteken.
Zorg ervoor wanneer u de draad handmatig in de naald steekt
dat de draad van voren naar achteren door de naald wordt
gestoken.
De tweelingnaald inrijgen
Vervang de normale naald door een tweelingnaald. Zorg
ervoor dat de naaivoet omhoog staat en de naald in de
hoogste stand is.
1. Schuif het garen op de garenpen en breng een pas-
sende garenschijf aan. Breng de extra garenpen aan.
Schuif een grote garenschijf en een vilten onderleg-
ger op de pen. Schuif tweede naaigaren op de garen-
pen.
2. Trek de draden van de achterkant naar de voorkant
in de draadgeleiders (A). Trek de beide draden tus-
sen de spanningsschijven (B).
3. Rijg de draad omlaag door de rechter inrijggleuf en
dan omhoog door de linker inrijggleuf.
4. Breng de draden vanaf de rechterkant in de draad-
hefboom (C) en omlaag in de linker inrijggleuf.
Breng de draden door de onderste draadgeleider
(D). Breng één draad door de opening aan de linker-
kant van naalddraadgeleider (E) en de andere draad
door de opening aan de rechterkant van de naald-
draadgeleider (F).Zorg er ook voor dat de draden
niet in elkaar draaien.
5. Rijg de draad door de naalden.
Let op: De dikte en het onregelmatige oppervlak van speciale
garens, zoals metallic garens, verhoogt de mate van wrijving
op de draad. Door de spanning te verlagen, voorkomt u dat de
naald breekt.
F
G
A
B
C
EF
D