Operation Manual

187
Opnamen verwerken
8
U kunt de volgende parameters wijzigen.
*1 Instelling mogelijk bij elke andere selectie dan [Monochroom].
*2 Instelling mogelijk bij selectie van [Monochroom].
2
Wijzig de parameter met de vierwegbesturing (45).
Zie “De witbalans aanpassen” (p.150) en “De methode voor het verwerken van
opnamen instellen in de opnamestand (Aangepaste opname)” (p.144)) voor het
opgeven van instellingen voor witbalans en Aangepaste opname.
Opnamepixels J (3872×2592)/P (3008×2000)/i (1824×1216)
Kwaliteitsniveau C (Best)/D (Beter)/E (Goed)
Witbalans
F (Auto), G (Daglicht), H (Schaduw), ^ (Bewolkt),
JN (Daglicht wit neonlicht), JW (Wit licht neonlicht),
JD (Daglicht kleuren neonlicht), I (Lamplicht),
E (Flitser), K (Handmatig)
Gevoeligheid –2.0~+2.0
Beeldtint Helder/Natuurlijk/Portret/Landschap/Levendig/Monochroom
Kleurverzadiging
*1
Beschikbare instellingen: –4 tot +4
Tint
*1
Beschikbare instellingen: –4 tot +4
Contrast Beschikbare instellingen: –4 tot +4
Scherpte Beschikbare instellingen: –4 tot +4
Filtereffect
*2
Geen/Groen/Geel/Oranje/Rood/Magenta/Blauw/Cyaan/Infrarood
Kleur aanpassen
*2
Beschikbare instellingen: –4 tot +4
Bij handmatige witbalans worden waarden voor witbalans toegepast die in de camera
zijn opgeslagen. Als u de witbalans opnieuw wilt meten, meet dan eerst de witbalans
met behulp van het Fn-menu voor opnamen. Zie “Witbalans handmatig aanpassen” (p.152).
Draai voor [Scherpte] aan de e-knop om over te schakelen op [Fijne scherpte] en terug
naar [Scherpte]. De contouren van de afbeelding worden bij [Fijne scherpte] nog scherper
en dunner, wat de functie heel geschikt maakt voor opnamen met bijvoorbeeld haar.
e_kb445.book Page 187 Friday, February 15, 2008 3:35 PM