Operation Manual

61
Basisbediening
3
U kunt de flitseruitvoer instellen van
2,0 to +1,0. De volgende
flitsercompensatiewaarden kunnen in stappen van 1/3 EV or 1/2 belichting
ingesteld worden, afhankelijk van het gebruikte objectief.
1
Druk in de stap 2 bij p.60 op de vierwegbesturing (3).
2
Draai aan de e-knop.
De flitsbelichtingscorrectiewaarde wordt
weergegeven.
Druk op de d/i knop om de waarde
terug te zetten naar 0,0. (Alleen
beschikbaar indien [Knop Snelinstelling]
toegewezen is aan de knop d/i bij
[Knop Snelinstelling] in het menu [A Opnamemodus 3] (p.158).)
Corrigeren van de flitsintensiteit
Stapinterval Flitscorrectiewaarde
1/3LW
–2.0, –1.7, –1.3, –1.0, –0.7, –0.3, 0.0, +0.3, +0.7, +1.0
1/2LW
–2.0, –1.5, –1.0, –0.5, 0.0, +0.5, +1.0
Als de flitsintensiteit het maximum overschrijdt, zal de correctie geen effect
hebben, zelfs als de correctiewaarde wordt ingesteld naar de pluszijde (+).
• Corrigeren in de minrichting (-) heeft mogelijk geen effect wanneer het
onderwerp te dichtbij is, het diafragma is ingesteld op een grote opening,
of de gevoeligheid hoog is.
De correctie van de flitsintensiteit werkt ook bij gebruik van externe flitsers
die automatisch P-DDL-flitsen ondersteunen.
Auto ontladen flitser
Auto ontladen flitser
+0.7
+0.7
Annul.
Annul.
OK
OK
OK
MENU
PENTAX Q_DUT.book Page 61 Wednesday, August 24, 2011 10:09 AM