Operation Manual

30
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
Het beeld op de monitor kan afwijken van de uiteindelijke opname indien
de helderheid van het onderwerp hoog of laag is.
Het beeld kan flikkeren indien er tijdens de opname wijzigingen in de
lichtbron optreden. U kunt het flikkeren verminderen door het instellen van de
vermogensfrequentie via [Flikkerreductie] (p.206) of the [R Instellen 1] menu
volgens wat in uw region gebruikt wordt.
Als de stand van de camera tijdens de opname snel wordt gewijzigd, wordt
het beeld wellicht niet met de juiste helderheid weergegeven. Wacht dan tot
het beeld stabiliseert, voordat u een opname maakt.
Onder omstandigheden met weinig licht kan er ruis ontstaan in het beeld van
de monitor.
Als u gedurende langere tijd opnamen maakt, neemt de temperatuur in de
camera toe, met opnamen van mindere kwaliteit als gevolg. We raden u aan
om de camera uit te schakelen als u geen opnamen maakt. Laat de camera
afkoelen tussen opnamen met een lange belichtingstijd en video-opnamen
om te voorkomen dat de beeldkwaliteit achteruit gaat.
Hoe hoger de gevoeligheidswaarde, des te meer ruis en kleurinstabiliteit kan
er optreden in het monitorbeeld en/of de gemaakte opname.
Opnames kunnen niet op de monitor getoond worden terwijl gegevens
op een SD-geheugenkaart opgeslagen worden.
PENTAX Q_DUT.book Page 30 Wednesday, August 24, 2011 10:09 AM