Operation Manual

63
Basisbediening
3
U kunt de flitsintensiteit instellen van
2.0 tot +1.0.
De volgende flitscorrectiewaarden kunnen in stappen van 1/3 LW
of 1/2 LW worden ingesteld, afhankelijk van het gebruikte objectief.
1
Druk bij stap 2 op p.62 op de vierwegbesturing (3).
2
Draai aan de e-knop.
De flitscorrectiewaarde
wordt weergegeven.
Druk op de knop d/i
als u de waarde wilt resetten naar 0.0.
De flitsintensiteit corrigeren
Stapinterval Flitscorrectiewaarde
1/3LW
–2.0, –1.7, –1.3, –1.0, –0.7, –0.3, 0.0, +0.3, +0.7, +1.0
1/2LW
–2.0, –1.5, –1.0, –0.5, 0.0, +0.5, +1.0
Als de flitsintensiteit het maximum overschrijdt, zal de correctie geen effect
hebben, zelfs als de correctiewaarde wordt ingesteld naar de pluszijde (+).
Corrigeren naar de minrichting (-) heeft mogelijk geen effect wanneer
het onderwerp te dichtbij is, het diafragma ingesteld is op een brede opening
of de ingestelde gevoeligheid hoog is.
De correctie van de flitsintensiteit werkt ook bij gebruik van externe flitsers
die automatisch P-DDL-flitsen ondersteunen.
Auto ontladen flitser
Auto ontladen flitser
+0.7
+0.7
Annul.
Annul.
OK
OK
OK
MENU
Pentax Q10_DUT.book Page 63 Wednesday, October 10, 2012 3:56 PM