Operation Manual

99
Opnamefuncties
4
U kunt kiezen tussen de volgende vijf autofocusstanden in de stand =.
1
Druk op de knop M in opnamemodus.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
U kunt de instelling ook wijzigen bij [Focusinstellingen] in het menu
[A Opnamemodus 1].
[Focusmethode] wordt vast ingesteld op = wanneer de opnamestand
is ingesteld op de stand n (Auto Picture) of u (Vervagingscontrole),
of c (Portret)/ \ (Beweg. onderwerp)/. (Portret bij nacht)/
l (Nachtsnapshot)/w (Quick Macro)/Z (Huisdier)/R (Kinderen)/
n (Podiumbelichting) van de stand H (Scène).
In de stand =, als het onderwerp op een donkere locatie is, wordt
het AF-hulplicht gebruikt indien de ontspanknop half ingedrukt wordt.
Als u het AF-hulplicht niet wilt gebruiken, stelt u [8. AF-hulplicht] in op [Uit]
in het menu [A Pers.instelling 2].
De Autofocusmethode instellen
D
Gezichtsherkenning
Herkent en volgt gezichten van mensen.
Het herkenningskader van het voornaamste gezicht
voor autofocus en automatische belichting wordt
in het geel weergegeven.
E
Traceren
Volgt het onderwerp scherp terwijl de ontspanknop
half ingedrukt is.
De sluiter wordt ontspannen door de ontspanknop
volledig in te drukken, zelfs als het onderwerp
niet scherp is.
F
Selecteren AF
(25 pnt)
Stelt het scherpstelgebied in op het gewenste
gebied. (standaardinstelling)
Het zoekerbeeld wordt ingedeeld in 25 gebieden
(5 horizontaal bij 5 verticaal), en u kunt een breder
of smaller scherpstelgebied selecteren met behulp
van 25, 9, 5, 3 of maar 1 van die beschikbare
25 gebieden. (p.100)
G
Selecteren
Stelt het scherpstelgebied in afhankelijk van
het aantal pixels. U kunt een instelling selecteren
die gedetailleerder is dan [Selecteren AF (25 pnt)].
H
Spot
Stelt het scherpstelgebied in op een beperkt gebied
van het midden.
Pentax Q10_DUT.book Page 99 Wednesday, October 10, 2012 3:56 PM