Operation Manual

94
4
Opnamen maken
R FC
U kunt een opname scherpe of zachte contouren geven.
1 Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2 Selecteer [Scherpte] met de vierwegbesturing (23).
3 Verander de instelling van
G [normaal] in H [hard (+)] of
F [zacht(–)] met de
vierwegbesturing (45).
Voor zachtere contouren kiest u (–).
Voor scherpere contouren kiest u (+).
4 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De instelling voor de scherpte wordt opgeslagen
en de camera keert terug naar de opnamestatus.
De opnamescherpte instellen (Scherpte)
Als u de functie [Scherpte] vaak gebruikt, kunt u tijd besparen door de functie toe
te wijzen aan de knop Snelinstelling. (1blz.58)
Opnemen
MENU
Exit
Exit
Einde
1/3
5
M
Opnamepixels
Kwaliteitsniveau
Witbalans
AF-instelling
Gevoeligheid
AWB
AF
ISO
AUTO
4
2, 3
1
MENU
Opnemen
Exit
Exit
Einde
Scherpte
Kleurverzadiging
Contrast
MENU
3/3
S