Operation Manual

81
4
Opnamen maken
De opnamefuncties instellen
A RACFq < I B i\C E xX>zDJ
Scherpstelinstelling
1 Druk in de stand A op de
vierwegbesturing (5).
Bij elke druk op de knop verandert
de scherpstelinstelling. U kunt de instelling ook
wijzigen met de vierwegbesturing (23).
2 Druk op de knop 4.
De scherpstelinstelling wordt opgeslagen en
de camera gaat terug naar de opnamestatus.
De scherpstelinstelling selecteren
=
Autofocus
Gebruik deze instelling wanneer de afstand tot het onderwerp
40 cm of meer is. Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt
ingedrukt, stelt de camera scherp op het onderwerp in
het autofocusgebied.
q
Macro
Deze instelling wordt gebruikt wanneer de afstand tot
het onderwerp ca. 1 tot 60 cm is. De camera stelt scherp op
het onderwerp in het autofocusveld wanneer de ontspanknop tot
halverwege wordt ingedrukt.
s
Oneindig/landschap
Met deze instelling kunt u opnamen maken van voorwerpen in
de verte. De flitser staat ingesteld op a (Flitser uit).
3
Pan Focus
Deze instelling wordt gebruikt wanneer u iemand anders vraagt om
opnamen voor u te maken, of wanneer u landschapopnamen
maakt vanuit een rijdende auto of trein. De opnamen wordt van
voor tot achter scherp.
\
Handmatig
Focus
Met deze instelling past u de scherpstelling handmatig aan.
1
2
Scherpstelinstelling
Scherpstelinstelling
Scherpstelinstelling
Standaard
Standaard
Standaard
OK
OK
OK
OK