Operation Manual

28
1
Voorbereidingen
De SD-geheugenkaart plaatsen
Deze camera maakt gebruik van een SD-geheugenkaart. Gemaakte opnamen en
geluidsbestanden worden op de SD-geheugenkaart opgeslagen wanneer deze in
de camera is geplaatst. Wanneer er geen kaart is geplaatst, worden opnamen
opgeslagen in het interne geheugen. (1blz.34)
Zet de camera uit voordat u de SD-geheugenkaart plaatst of uitneemt.
Een SD-geheugenkaart die nooit is gebruikt of in een andere camera is gebruikt,
moet eerst worden geformatteerd. Zie (“Een SD-geheugenkaart of het interne
geheugen formatteren” (blz.149)) voor aanwijzingen aangaande formattering.
Laat de camera eerst volledig opdrogen voordat u de SD-geheugenkaart
vervangt. Vervang de kaart niet wanneer de camera grote kans loopt nat of vuil
te worden en zorg dat uw handen droog zijn.
Oefen niet overmatig veel druk uit op de voorkant of achterkant van de camera
wanneer u de klep van de batterij/kaart opent en sluit, omdat hierdoor
de waterdichte pakking kan verschuiven. Als de pakking zich niet in de juiste
positie bevindt, heeft dat een negatieve invloed op de waterdichtheid van
de camera.
De opslagcapaciteit voor opnamen hangt af van de capaciteit van
de SD-geheugenkaart, en het gekozen aantal opnamepixels en
het kwaliteitsniveau. (1blz.31)
De aan/uit-indicatie knippert terwijl er wordt gecommuniceerd met
de SD-geheugenkaart (gegevens worden opgenomen of gelezen).
SD-geheugenkaart
Vergrendelingsknop voor batterijklep
Opening SD-
geheugenkaart
1
2