Operation Manual

196
7
Instellingen
Wanneer u de camera aansluit op audiovisuele apparatuur, moet u het juiste
videosignaal (NTSC of PAL) kiezen voor het maken en weergeven van opnamen.
1
Selecteer [Video uit] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Selecteer een videosignaal met de vierwegbesturing (23).
Kies het videosignaal dat overeenkomt met het uitgangssignaal van de AV-
apparatuur.
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Het videosignaal wijzigen
Afhankelijk van het land of de regio bestaat de kans dat opnamen en
geluidsbestanden niet kunnen worden weergegeven als het ingestelde
videosignaal afwijkt van het aldaar gebruikte signaal. Mocht dit zich
voordoen, wijzig dan de instelling van het videosignaal.
Camera aansluiten op audiovisuele apparatuur 1p.147
Videosignaal per plaats 1p.241