Operation Manual

150
5
Bewerken en afdrukken
Opnamen bewerken
Door de resolutie en het kwaliteitsniveau van een geselecteerde opname te
wijzigen kunt u het bestand kleiner maken dan het origineel. U kunt deze functie
gebruiken om opnamen te blijven maken wanneer de SD-geheugenkaart of het
interne geheugen vol is door de opnamen te verkleinen en de oorspronkelijke
opnamen te overschrijven. Zo maakt u ruimte vrij op de kaart of in het geheugen.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname waarvan u de grootte wilt wijzigen.
2
Selecteer n (Formaat wijzigen) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor het kiezen van de resolutie wordt geopend.
4
Selecteer [Resolutie] en
[Kwaliteitsniveau].
Kies de resolutie en het kwaliteitsniveau met
de vierwegbesturing (45).
Schakel met de vierwegbesturing (23)
tussen [Resolutie] en [Kwaliteitsniveau].
5
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven van de
opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de verwerkte opname
opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt de het bevestigingsvenster niet.
6
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Overschrijven] of
[Opslaan als] te selecteren.
De opnamegrootte wijzigen (Grootte wijzigen)
U kunt de grootte niet wijzigen van opnamen die zijn gemaakt met een
resolutie van of de functie F (Digitaal panorama), of van films.
Het is niet mogelijk een hogere resolutie of een hoger kwaliteitsniveau te
selecteren dan van de oorspronkelijke opname.
5Bewerken en afd ruk ken
OK
OK
OK
MENU
MENU
MENU
16M
Resolutie
Kwaliteitsniveau
Kwaliteitsniveau
Kwaliteitsniveau
Stop
Stop
Stop
OK
OK
OK