Operation Manual

111
3
Opnamen maken
Hiermee geeft u op of de knipperdetectie werkt wanneer u de functie
Gezichtsherkenning gebruikt. De standaardinstelling is O (Aan).
1
Selecteer [Knipperdetectie] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Schakel tussen
O
(Aan) en
P
(Uit) met de vierwegbesturing
(
45
).
O
(Aan) Knipperdetectie is ingeschakeld.
P (Uit) De functie Knipperdetectie is uitgeschakeld.
De instelling wordt opgeslagen.
Bepaal met deze instelling of een opname meteen na het maken moet worden
weergegeven. De standaardinstelling is O (Aan: opname wordt weergegeven).
1
Selecteer [Momentcontrole] in het menu [A Opnemen] met
de vierwegbesturing (23).
In sommige opnamestanden kan de functie Pixeltrack SR niet worden
geselecteerd. Zie “Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228)
voor details.
Pixeltrack SR werkt niet als de flitser afgaat, zelfs als [Pixeltrack
SR][Pixeltrack SR] ingesteld is op O (Aan).
Pixeltrack SR is mogelijk niet effectief als de sluitertijd langzaam is. Het
verdient aanbeveling bij langzame sluitertijden de [Pixeltrack SR]-instelling
uit te zetten P (Uit) en een statief te gebruiken.
Knipperdetectie instellen
Knipperdetectie 1p.68
Als de functie Knipperdetectie tijdens het maken van de opname gesloten
ogen heeft gedetecteerd, wordt tijdens de momentcontrole gedurende 3
seconden het bericht [Gesloten ogen gedetecteerd] weergegeven.
De Momentcontrole instellen